donderdag 12 mei 2022

naar Dun-sur-Meuse

Toen we vanochtend vertrokken hing er een dreigende wolk, maar het bleef bij dreigen. We hebben weer een rokjesdag gehad, met zon, blauwe luchten en wolkjes.

De hoge bergen hebben we achter ons gelaten, we voeren vandaag voornamelijk door valleien. Prachtig hoor, met de Maas soms hoger dan het omringende land, veel weilanden, koeien en paarden. 


Bij sluis Pouilly zagen we geen paal voor de afstandsbediening staan. Ik heb maar wat in het wilde weg gemikt, en ja hoor, de sluis ging aan 't werk voor ons. 

Aan het eind van de ochtend kwamen we in een lateraal-kanaal (de Maas stroomde naast ons maar was niet bevaarbaar), en dat kanaal was meer dan 6 kilometer lang. Op zich niet erg, hij was niet smal, maar het was geen leuk kanaal. Het water was nog meer grijs-bruin-groen dan we gewend waren, het was niet diep (soms slechts 1,70 meter), we zagen 3 flinke ratten, we moesten slalommen vanwege de onderwaterbossen en er was enorm, echt enorm, veel wier.

We noemen takken die we in het water zien liggen of staan onderwaterbossen. Want vaak is het meer dan één tak. Soms een boomstam, of een heuse boom, deels of bijna helemaal onder water. Voorzichtigheid is geboden dus, daarom waarschuwen we elkaar met "onderwaterbos!".

Tussen de middag legden we even aan in het stadje Stenay. Daar hebben eerst het wierfilter schoongemaakt. Nou, je kunt er bijna een groentensoepje van koken!


Een meneer van de VNF kwam langsrijden. Hij vroeg of we verder gingen straks, of morgen, en welke kant op. Nou, we wilden eerst even boodschappen doen, en dan richting het zuiden. In verband met sluis 27 misschien? Oui oui.

Aha, dat is even aardig! Sluis 27 tot en met 11 zijn geen écluses automatisées. Ze moeten dus bediend worden door VNF-mensen. De bediening moet je een dag van te voren aanvragen, en ik geloof dat ze dan zo ongeveer met je meefietsen. Of in hun wit autootje, dat kan natuurlijk ook. 

We vertelden hem dat we naar Dun-sur-Meuse wilden, en de volgende dag om 9:00 uur door de sluis. Prima vond hij, en hij ging wel even bellen. Voor de zekerheid heb ik dat nog eens gevraagd en ja, hij ging bellen. Super!

Op de fiets gingen we naar de Lidl voor brood (de bakker was al dicht) en fruit en groente en we lunchten lekker in de zon in de kuip. Daarna weer op pad, op naar Dun-sur-Meuse.

Direct na de volgende sluis was een stuwsluis, en wel op een meter of 15 van de boot. Zonder bord of hekje of zo. Er zal wel een drempel of zo voor zitten, en de koers was duidelijk, maar we hadden bijna het idee dat we zomaar "in een afgrond" hadden kunnen komen.


Over borden gesproken, die zijn soms verstopt. Bomen groeien er voor langs, of er is een boom op gevallen: we moeten goed opletten. Want het water van de vaargeul (klinkt diep maar is het vaak niet) is meestal veel smaller dan de meanderende onbevaarbare Meuse.


Het lateraal-kanaal tussen Stenay en Dun-sur-Meuse is iets van 10 kilometer lang. Redelijk breed, de diepte viel mee, wel vaak wier en onderwaterbossen, en helaas ook dode dieren. Van twee konden we niet bedenken wat het geweest kon zijn, maar we zagen ook een ree en een jong reetje. Zó sneu!

Er waren wel een paar plekken waar ze vanuit het water op het land konden klauteren, maar veel van die plekken hebben we niet gezien. 


Ha, we kwamen ook onder een gazoduc door. De Gazoduc de Mouzay. Dat bleek een pijpleiding te zijn. 



De Meuse (Maas) kwam hier weer eventjes vlak langs meanderen, en bleek best flink te stromen. 

En nu liggen we dus in Dun-sur-Meuse. Aan een lange steiger. Zojuist € 9,40 betaald.  We waren hier best vroeg, tegen drie uur, en zijn even rond gaan fietsen. We zagen een monument voor de gevallen soldaten tijdens WOI, en beseften ons dat we vlak bij Verdun zijn. Dat is iets van 35 kilometer verderop.

Hier is ook van alles gebeurd, en heel bijzonder (tenminste dat vinden wij): we troffen een militaire begraafplaats voor 1664 Duitse soldaten. Gestorven tussen 1914 en 1918. We liepen een klein stukje langs de graven, en zagen dat de meeste kruisen voor twee graven golden. De namen van de mannen stonden er op, hun functie destijds ook, maar geen geboortedatum. De meesten hadden als sterfdatum ergens in juli 1917.



Het zag er heel netjes uit. De grasmaai-functionaris houdt waarschijnlijk van bloemen, want hij heeft secuur om bloemetjes heen gemaaid. Zo leuk!


Hihi, nog nooit gezien: een pizza-automaat! In een houtoven gebakken staat er bij. Tuurlijk! Je kunt kiezen tussen een stuk of 20 variaties, en de warme is 50 cent duurder dan een koude. En het gaat lekker snel: op een warme pizza moet je 3 minuten wachten, op een koude slechts 30 seconden. Tja, wat moet je daar nou van denken?


Op een infobord lazen we dat ze enorm hun best hebben gedaan om de tijdens de WOI gedode Amerikaanse soldaten terug te brengen naar Amerika. Vanaf Toul, een stuk verderop, en vanaf hier, naar Antwerpen. Per trein was wat lastig en duur, dus deden ze het per schip.

Door de oorlog was een groot deel van de Maas vernield en daardoor kon pas in het voorjaar van 1921 het transport beginnen. Twee konvooien zijn er geweest: vanaf Toul werden in april 961 lichamen naar Antwerpen gebracht, vanaf hier 1985. In zeven binnenvaartschepen, want elk schip kon 300 lichamen bergen.

Het moet erg indrukwekkend zijn geweest, met eresaluten door Franse troepen en veel dankbare Fransen langs de route.

Morgen willen we naar Verdun. Hoe dat komt met die eerste bediende sluis weten we nog niet, want we moeten eerst nog eentje zelf bedienen. Dus we zijn niet op tijd bij sluis 27. Maar ja, daar is volgens de kaarten geen aanlegmogelijkheid. Nou ja, we zien wel. Het komt vast wel goed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten