Het is grappig hoor, ankeren midden in een haven. Een prima plekje, met een beetje muziek op de achtergrond in de avond, en verder een stille nacht. Een paar vissers vertrokken vroeg, maar we waren al wakker. De biologische klok....
Ik ben gaan bloggen, en na achten zijn Thomas en ik in zijn dinghy gestapt voor de uitklaringsformaliteiten. De deur van het kantoor was nog op slot. We hebben aan deuren gerammeld, op ramen geklopt, en eindelijk werd er open gedaan. De mensen waren aardig, zoals we gewend zijn. Wie nou bij de Border Police hoorde of bij de Douane, dat weet ik niet. Twee mannen en de mevrouw liepen wat door elkaar heen, onze paspoorten waren dan in ’t ene kantoortje en dan in ’t andere kantoortje.
Zowel Thomas als ik moesten een papier invullen, maar dat deden we niet goed: ik maakte mezelf “captain”, en vulde achter “crew” Hidzers naam in. FOUT! Daar had gewoon een 2 ingevuld moeten worden. Nieuw formulier!
Thomas deed iets fout met een datum en dat mocht ook niet doorgehaald en verbeterd worden, dus ook hij moest opnieuw een formulier invullen. Het waren trouwens kopietjes, en nog scheef gekopieerd ook. Oh, en onze zeebrief riep weer een vraagteken op omdat er geen einddatum op staat.
Ik had een ander formulier van de Bulgaarse inklaringscollega’s moeten krijgen. Een origineel, geen kopie. Nou, dat had ik dus niet. Ik liet alles wat we hebben verzameld zien, vanaf Slowakije, en uiteindelijk vonden ze het toch goed.
Maar dat ik “captain” was werd niet geloofd. Of ik de vaarbewijzen even wilde laten zien. Tuurlijk! Die werden meegenomen in een hokje en even later bleek het goed genoeg te zijn.
Ha, en toen kwam het: mevrouw (in uniform) moest de boten inspecteren. Dus we moesten met onze boten naar de wal, of ze moest mee met Thomas in de dinghy. De boten naar de wal was geen goed idee zei ze, want ze had gehoord dat we gisteren een gedoetje hadden en moesten met grote zekerheid vandaag dan liggeld betalen. Ik vertelde nog dat we best hadden willen betalen, maar dan een redelijk bedrag. Ze begreep het en legde uit dat de politie nooit geld vraagt, maar dat de haven van de stad is.
Dus met Thomas in de dinghy. Hij had er geen zin in. Vond dat ze zelf maar een oplossing moest zoeken. En hoe zat het met de verzekering en zo? De discussie ging maar door, en de stoom kwam bijna uit zijn oren. Ik vertelde hem dat als hij een oorlog wilde veroorzaken, hij dat nu makkelijk zou kunnen doen. Mevrouw kon er niets aan doen, ze volgde slechts instructies op. Ja, dat was ook zo.
Uiteindelijk ben ik achter gebleven en zijn zij met zijn tweeën naar de boten gegaan. Toch was het blijkbaar wel wat bijzonder, want een collega van haar maakte foto’s van aankomst en vertrek. Grappig!
Aan boord heeft ze nauwelijks iets gedaan. Ze heeft in onze slaapkamer gekeken, in het toilet en in de machinekamer. Dat was alles.
De zon scheen, het was heerlijk warm, er was een beetje wind, maar ongeveer recht van voren. Dus niet geschikt voor ons om te zeilen. Thomas ging wel zeilen, maar door ’t laveren raakte hij daardoor wel wat achterop. Terwijl wij met een sukkelgangetje voeren.
Rond één uur passeerden we de Bulgaars-Turkse grens. Twee palen met vlaggen op de wal, dat was alles. We ronden de kaap Koru Br, dat vroeger waarschijnlijk een belangrijk strategisch punt was maar er nu nogal toeristisch uit zag. Op de foto is goed te zien dat onze vlag wat rafelig wordt. Daar moet ik echt iets aan gaan doen.
Na ruim vijf uren varen gingen we voor anker in de haven van Igneada. Weer een enorme zeewering rondom, met veel ruimte om te ankeren. Ik had ons ( en Thomas) aangemeld bij Igneada Port Control, maar kreeg geen reactie. Nou, dan maar niet. Kanaal 16 is het algemeen kanaal, ik doe er geen kwaad mee.
Ha, maar ze hadden ons wel gehoord! Er ging een rubberboot met drie mannen er in naar buiten, en ik heb vriendelijk naar ze gezwaaid. Toen Thomasveel later de haven binnenvoer kwamen ze even kijken. Ze vroegen waar we vandaan kwamen, wat onze plannen waren, en of ze nog iets voor ons konden doen. Aardig toch? Ik bedankte ze in het Turks, dat viel in goede aarde.
In de haven lagen geen zeiljachten of kruisers, maar wel viskotters en een groot CoastGuard schip (Coast Guard is Sahil Güvenlik) en er waren wat werkgeluiden in de verte. En ja, een moskee met een minaret. En om half vijf ongeveer hoorden we de muezzin het oproep tot gebed doen. Het klonk niet aardig, en hij zong nog vals ook. Ik hoop dat we verderop in Turkije leukere oproepen horen.
Thomas had trouwens niet vrijwillig gezeild. Hij had iets in zijn schroef en kwam nauwelijks meer vooruit. Maar toen hij ruim 7 mijlen achter ons was kon hij ons niet meer via de marifoon bereiken en ook niet meer op AIS zien. En zijn telefoon had hij uitgezet vanwege de niet-EU-kosten van Turkije.
Nou ja, hij was blij dat hij ons (vlak bij de haven) weer zag en via de marifoon met ons kon praten. Toen hij naast ons lag is Hidzer direct in het water gegaan en haalde een enorm grote plastic zak uit zijn schroef. Dat was de boosdoener!
We spraken af dat we tijdens het varen vaker contact maken. Wij hadden ons afgevraagd of het goed met hem ging, toen hij wat achterop raakte, maar hadden hem niet opgeroepen. En hij wilde zich zelf redden zonder hulp te vragen. Foute boel op zee, dat gaan we in ’t vervolg anders doen.
Maar goed, de Anleger smaakte prima. We hebben lang buiten gezeten, het bleef lekker warm tot in het donker. Morgen gaan we vroeg vertrekken, voor een tocht van ruim 65 mijlen.
De mannen zijn blij met de voorspelling van Windy (half tot aan de wind, midden windkracht 4), ik zie meer aan de wind en ben bang dat we veel golven vanuit de Krim en Georgië krijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten