zaterdag 16 juli 2022

Naar Constanta aan de Zwarte Zee

Vanochtend bleek dat we kanaal 14 op de marifoon goed konden ontvangen. Ik riep hem op, en een goed Engels sprekende man vertelde dat we in Constanta met pin konden betalen, en dat we nu wel naar de sluis konden komen. Oh, dat klonk goed! We moesten even onze gegevens appen naar een bepaald nummer, maar helaas: we hadden hier geen goed bereik. Zelfs niet op de trap naar de wal, waarvandaan ik nog wel een paar foto's maakte.

Ik belde het nummer en legde het uit, ze zou het doorgeven.

 


Met afgewende hoofden voeren we langs het eerste ponton. We hadden waarschijnlijk goud geld moeten betalen, maar dat hebben we dus niet gedaan.

Om tien voor negen voeren we de sluis binnen, met een duwbakcombi van 213 meter lang en met de Rhenus Constanta, en duwer die we al eerder hebben gezien. Voor de sluis ging het tergend langzaam, en voor de duwbakcombi eindelijk lag duurde het ook wel even, maar het sluizen zelf ging best snel. We hadden drijvende bolders, dat was wel weer fijn.






Het kanaal van Cernavoda tot Constanta is 65 kilometer lang, overal 7 meter diep en iets van 90 meter breed. Een heus kanaal dus. Als je dit kanaal neemt, scheelt dat iets van 400 kilometer varen. En daarbij: we blijven ook wat verder van de Oekraïne verwijderd.

In 1949 is begonnen met het graven van dit kanaal. Dat was geen leuke klus: de Roemeense stalinisten zetten hun politieke tegenstanders aan het werk, en er was een arbeidsdwang voor werklozen, gevangenen en veder voor iedereen die kon graven. In 1953 zijn ze er weer mee gestopt, want toen waren er al honderdduizend doden gevallen. Het kanaal wordt dan ook “Canalul mortii” genoemd: Dodenkanaal.

Ceausescu heeft het in 1971 weer opgepakt (nou, laten oppakken denk ik, hij zal zelf wel niet een schep in zijn hand  hebben gehad) en in 1984 was het kanaal klaar. Tegelijkertijd hebben ze ook de grote zeehaven van Constanta “gebouwd”.

Opeens hadden we weer internet, en ik kon de data van de boot en ons Whatsappen.

Met regelmaat zagen we nog oude wachttorens staan.


We voeren eerst door vlak land, met af en toe een heuvel, een herder met zijn schapen en geiten, en eigenlijk was het best wel leuk.


Ergens halverwege voeren we door een stadje, waar met paard en wagen vuilnis opgehaald werd. Maar aan recreatie aan het water werd hier niets gedaan. Op het hele kanaal niet, op een enkele visser na.

Het tweede gedeelte ging dwars door een berg. Hier hebben ze ooit dus flink moeten graven. En dit stuk was wat saaier, door die afgegraven berg, en doordat ze op verschillende manieren veel beton hebben gebruikt.

Er was verbazend veel eendenkroos in het water. Dat hadden we al heel lang niet gezien: eendenkroos. 

Even voorbij het midden stond een mozaïekmonument voor alle slachtoffers tijdens de bouw van het kanaal. En bijna op het eind stond er nog een kunstwerk. Maar daar kunnen we niets over vinden.



Vlak voor de sluis bij Constanta werden we gebeld door het nummer waar we onze gegevens naar geappt hadden. Of we tussen de brug en de sluis aan wilden leggen, aan de rechterkant, daar zouden collega’s van mevrouw op ons wachten.

Dat was ook zo. Twee mannen, erg aardig, wilden graag 587,13 Lei van ons ontvangen. We kunnen toch pinnen? Nee, dat kon niet. Oh. In euro’s betalen? Nee, dat kon ook niet. Okee, we gaan naar de haven van Nautic Thomis, blijven daar zeker tot dinsdag omdat maandag een kraan komt. Kunnen we morgen met de fiets komen betalen? Nee, ook dat kon niet. Nu met een taxi naar de bank misschien? Nou, dat bleek ook erg lastig. Dan toch maar in euro’s. En gelukkig hadden we nog 120 euro. Zij bij, wij blij, handtekening en stempel en we mochten naar de sluis. De beide mannen (waarvan er eentje goed Engels sprak en de jongere man helemaal niet) wisten ook niet wat het kunstwerk in het kanaal betekende.  We moesten na de sluis over op kanaal 71, de “havencapitana Constanta Súd”  oproepen en vertellen waar we naartoe wilden. OK.

In de sluis moesten we nog vragen beantwoorden van de Border Police. Een aardige mevrouw, die boven bleef staan, en in september naar Amsterdam op vakantie gaat. Ze vertelde dat we bij het verlaten van elke haven ons moesten melden bij de Border Police, “for your safety, you understand?”


Om 16:00 uur voeren we de sluis uit. De grote zeehaven in. De Havencapitana reageerde pas na vijf keer op mijn oproep. Hij vroeg waar we naar toe gingen. Nou, naar Nautic Thomis in Constanta. Oh, de toeristische haven? Ja, die. Of we wisten hoe we er naar toe moesten varen. Ja hoor, hier de grote haven uit, dan naar bakboord ongeveer 8 kilometer. Prima. Of we bij het verlaten van de  haven over wilden gaan op kanaal 67. Prima, doen we.

De grote zeehaven was groot! Gek hoor, dat wij er zomaar met ons bootje doorheen voeren! Er was trouwens nergens een mogelijkheid voor ons om aan te leggen, want alles was hoog en groot. Wij voren langs de tonnen naar de uitgang.


Maar oh, daar zagen we al een boel golven. Het was zuidoostenwind, ongeveer 4 of 5 meter per seconde, maar ja, dat was wel een hele Zwarte Zee die op ons af kwam.

Het waren flinke golven, en we botsten er flink tegenin. De boot kon het wel hebben. Ik heb nog het luik van onze slaaphut dichtgedaan (buiten op het voordek), dat ging prima. Maar we doken soms enorm in een golfdal, en dat was wel spannend. Want hoe zou het gaan met de mast op de bokken?

Op een gegeven moment verschoof de giek een beetje. Maar die stond op zijn eigen bokjes op het dak van de stuurhut, en was weer goed vastgebonden aan de mast en de handrelingen, maar het klonk even gek.

Gelukkig konden we na de laatste pier bijna 180 graden linksom en hadden we de wind in de rug. De golven werden even later ook wat minder, want ze hoefden niet de trechter van de haven in natuurlijk. Jonge jonge, dat was echt wel spannend! Wat waren we blij dat de bokken zo super stevig waren, en dat de boel vastgebonden was met een heleboel spanbanden. Anders was het hier waarschijnlijk niet goed gegaan!


Maar de ruim acht kilometer naar de  haven gingen super. Ja, er waren wel golven, maar die hadden we mee dus dat voelde heel anders dan toen we ze tegen hadden.

Toen we veilig in de havenbaai waren belden we Florin. We mochten aan een visserschip liggen die toch niet zou vertrekken. Okee. De jachthaven was vol. Hij zat op zijn speedboot, en toen we elkaar op de wal ontmoeten vertelde hij dat onze boot helaas niet met de kraan uit het water kon. Oh, maar de boot hoefde immers niet uit het water!

Oh, in dat geval zou hij wel even een kraan regelen. Hij kwam nog een keer langs om te vragen hoe zwaar de mast is. En later om te zeggen dat de kraan maandag om 12:00 uur kwam. En nu net, om negen uur, vroeg hij of het goed was dat de kraan morgen komt. Om 12:00 uur. Shit, we moeten nog flink veel voorbereiden! Maar we zeiden dat het prima was......

Het kost 250 euro. Okee, is goed.


Het vissersschip gaat vast en zeker niet varen binnenkort: alles ziet er oud en vervallen uit, en er lijkt wel een compleet koraalrif aan vastgegroeid te zijn!



Thomas had ons nog gebeld: hij had gedoe bij de Roemeense grens, en moest in eerste instantie 150 euro betalen voor het kanaal. Huh? Hij is iets van 10 meter lang, wij 12,5. En dan moet hij meer betalen? Nou, hij is een politieman op gaan zoeken (hij is zelf ook een gepensioneerde politieman), en dat werd een gezellig gesprek, maar niemand kon hem vertellen hoeveel je per meter lengte van je schip nu moet betalen.

Nou ja, hij wil morgen door het kanaal en komt dan naar deze haven. Leuk!

We hebben zojuist nog een enorme onweersbui met veel regen en wind gehad. Prima, dat spoelde het zoute water weer even weg en ook koelde alles wat af. We liggen hier prima. Gratis, dat is ook leuk.

Via Whatsapp kregen we nog leuke foto’s en filmpjes van de kindertjes, dus onze dag was geslaagd. Morgen maar vroeg opstaan, want we moeten best nog wat voorbereiden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten