Gisteren hadden we een heerlijke ankerdag. Wel met wat regen, tot een uur of twaalf, maar dat was echt lekker. Het was grijs, dus geen weer om op de Donau te varen, en dus gaven we ons over aan rust.
We lagen op de stroming en de wind, ons anker hield het prima, het was lekker qua temperatuur, zo’n 27 graden. Op deze rustdag hebben we op ons gemakje ontbeten, lekker lang koffie gedronken en geluncht, geblogd, om ons heen gekeken, wat opgeruimd, gelezen, een spelletje gedaan, met de hele familie gebeld, de route voor de volgende dagen proberen te bekijken en lekker gegeten.
Wat eten we zoal? Nou, ’s ochtends yoghurt met vers fruit (heerlijke perziken!) en wat muesli, ’s middags òf afbakbroodjes òf platbrood òf salade, en ’s avonds kan het van alles zijn. We hebben steeds voldoende fruit en groente en dat combineren we met onze voorraad.
Op de wal was van alles te zien. Een herder liep langs met schapen, er liepen een stuk of 6 koeien wat heen en weer, en vlak bij was een groep (die met de grote Zodiac) die in 5 auto’s en een tent overnacht hadden. En heel apart: zo uitgebreid Duitsers en Oostenrijkers gaan lunchen, met stoeltjes, tafeltjes, kleedjes, alles op tafel en zo, zo sober deed de groep het hier. Eén stoel. Eén tent. Maar wel een supergrote rubberboot.
Deze groep heeft niet gevist, maar een echtpaar 200 meter verderop wel. Die hadden een auto en een tent, en maar liefst 6 hengels. Maar we hebben niet gezien dat ze wat vingen. En nog weer een stuk verder de Donau af staan 3 caravans met voortenten. Maar misschien blijven die wat langer staan, het is hier per slot van rekening vakantie.
We hadden een mooi uitzicht over de Donau, maar op het water was niet veel te zien. Er kwam één rivercruiser langs en vier vrachtschepen. Daar moesten we het mee doen....
Vanochtend, toen we het anker binnenhaalden, zat er wat wier aan de eerste meters ketting, maar het was er makkelijk af te krijgen. Dat is maar goed ook, want waarschijnlijk gaat het anders best stinken in de bak waar de ankerketting in ligt, en dat is bij ons bed.
Onderweg zagen we best veel vissers op beide wallen. Vaak stonden de auto’s vlakbij het water, soms met een tent er bij, en steeds weer minstens 3 hengels.
De Donau was steeds lekker diep, behalve op één moment: bij een groene ton, die we links moesten houden, gaf de dieptemeter steeds minder water aan. Tot 1,10 meter! Okee, dat is dan echt onder de kiel, dus er staat in totaal 2,40 meter water, maar we schrokken er wel van. Het werd heel gauw weer 3,7 meter, en daarna weer ruim 5 meter, zoals we gewend waren, maar we zaten echt even te twijfelen of we wel goed voeren. Maar waarschijnlijk is het een soort richel onder water geweest, veroorzaakt door de vrachtschepen en de passagiersschepen die om deze groene ton hun bochtje maakten.
Het water was breed, erg breed. Maar de vaargeul, die voor onze begrippen ook wel breed was, moesten we wel aanhouden. Tonnen ontbraken, dus we navigeerden puur op het scherm en de papieren kaart. Dat ging prima, maar we zochten toch steeds naar een doel om naar te varen.
Aan Roemeense kant zagen we een paar keer herders met geiten, schapen en ezels. En kleine clubjes koeien liepen gewoon los. Zonder herder. Ook op de weg, die naast de Donau loopt.
Bij het stadje Vidin kwamen we onder een redelijk nieuwe brug door. Nog geen tien jaar oud. Waarschijnlijk zijn de mensen er hier wel blij mee, want op een lengte van 790 kilometer Donau was er tot die tijd slechts één brug!
In Vidin moesten we van de Servische Douane inklaren. Er lag inderdaad een groot vrachtschip en we zagen een gebouw op de wal met de Bulgaarse vlag. Dat zou het dan wel zijn.
We legden aan, een soort havenmeester en een groen uniform wilden wel helpen, hoewel dat eigenlijk niet nodig was. De havenmeester vertelde direct dat we niet konden blijven liggen, maar ach, dat waren we niet van plan. Het groene uniform was de Grenspolitie, en die vroeg “stempel en weg?” Meer Engels bleek hij ook niet echt te kennen.
We liepen naar het gebouw. Best een groot gebouw, maar weer te triest voor woorden. Oud, vervallen, niet schoon. Met een soort looproute, misschien wel voor de passagiers van de rivercruisers.
We vroegen nog of er nog een pleziervaartuig langs geweest was gisteren of eergisteren, maar dat begreep hij niet. “Yes, big ship, all day”.
Binnen een half uur waren we weer aan boord, we vertrokken en wisselden de gele vlag voor de Bulgaarse.
Tegen 14:00 uur zijn we gaan ankeren achter een eiland. Het waaide uit het westen, onze koers was naar het oosten, dus we hadden stroming en wind uit dezelfde richting. Omdat we achter eiland Pietrisul liggen hebben we geen last van golven, en de wind nam aan het eind van de middag wat af. Misschien komt er nog een buitje, aan de wolken te zien, maar dat merken we vanzelf.
We hebben alle ruimte om ons heen: de Donau is hier meer dan een kilometer breed, en achter ons kunnen we met de verrekijker iets van 30 kilometer ver kijken!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten