We werden uitgezwaaid door een wiltte pelikaan toen we vertrokken. Een specifiek doel hadden we niet. Op het programma stond dat we moesten uitchecken in Bulgarije en inchecken in Roemenië, en we wisten natuurlijk niet hoe lang dat zou duren. En eigenlijk wilden we ook nog contact leggen met het Cernavoda-kanaal, want die willen we morgen “doen”.
We voeren langs een stadje met veel oud spul: een gezonken schip (blijft maar liggen) en wel 6 oude vervallen fabrieken. Het zag er zelfs bekeken met Bulgaarse ogen niet leuk uit.
Daar had Thomas, de solo-zeiler, ook last van gehad gisteren bij het aanleggen. Hij had ons zien liggen voor anker, maar wilde eigenlijk nog wat meer kilometers maken. Maar hij vond Silistra ver genoeg. We raakten aan de praat en het klikte. Hij blijft hier nog een nacht en gaat vandaag pelikanen kijken in het natuurgebied. Hij had onderweg nog geen pelikaan gezien.
Wij gaan verder. Want de mast moet er immers in Constanta nog op en we weten niet wanneer dat ingepland kan worden. Thomas wilde wel met ons meevaren, dus we hebben afgesproken dat we elkaar in Constanta zien.
Maar bij de politie gekomen bleek dat ik weer naar de boot moest, en dat er collega zou komen. Over een kwartier. Ik liep even langs het hokje van de conciërge van het restaurant en het hotel (waar het ponton bij hoorde) en legde uit dat er een grenspolitieman bij ons aan boord zou komen. Dat was geen enkel probleem.
We dachten dat we flink gecontroleerd zouden worden, maar nee hoor, dat viel mee. Na een kwartiertje kwam een aardige grenspolitieman aan boord, die blij was dat we een printer hadden, want hij wilde kopieën van de in-en uitklaringen van Hongarije, Servië en Bulgarije. Anders had hij het allemaal over moeten schrijven denk ik.
Nu schreef hij nog een heleboel gegevens over. Hij vertelde later dat hij er wel gefrustreerd van raakte, van het systeem. Het is ook gek natuurlijk: wel een telefoon hebben, maar ondertussen 3 formulieren in moeten vullen met bijna dezelfde gegevens.
Hij had het trouwens niet zo op boten: elke keer als er een pont langskwam die golven maakte, keek hij verschrikt op. Beetje vreemd in dit vak, maar ach. Na drie kwartier was het allemaal in orde. De grenspolitieman vertrok, en in no-time stond de conciërge al weer bij ons dat we moesten vertrekken.
Ik heb Thomas gebeld om de ervaringen van het Roemeense inklaren te vertellen, en ook de meneer van Nautica Tomis in Constanta, waar we morgen willen aankomen en waar de mast omhoog gezet wordt. Dat hopen we. We hebben in januari geloof ik contact met hem gehad, en hij kon een kraan regelen, dus we gaan er van uit dat het goed komt.
Het werd warm. Wat zouden we doen? We konden ankeren op kilometer 334, op kilometer 326, op kilometer 317 of op kilometer 305. Maar we konden ook naar het ponton varen waar we ons aan moeten melden voor een konvooi voor het kanaal. We zouden wel zien.
Even later passeerden we een baggerschip, en daar was het even hartstikke ondiep. Niet leuk! Het schip had geen AIS, voerde geen kegels of vlaggen, dus we moesten het zelf maar uitzoeken. Dat was wel weer een spannend stukje.
We slingerden tussen zandbanken door, en eilanden met paarden en koeien. En ja, we zagen ook weer van die mooie elegante pelikanen. Geweldig!
Bij het begin van het Cernavodo kanaal vonden we het bewuste peleton. We legden aan, en er kwam direct een meneer met een formulier waar hij onze aankomsttijd op schreef. Of ik even wilde tekenen, en of we een stempel hadden. Ik zei dat we eerst naar het havenkantoor moesten, maar daar was geen sprake van. Okee, dan maar een handtekening en een stempel. Daar kon hij toch niets mee. Het was 17:55 uur volgens hem.
Ik ging met mijn tas met papieren, paspoorten, telefoon (voor de Covid-app) en stempel naar het havenkantoor. Daar bleek dat we morgen eerst met een taxi naar de bank moeten om 600 Lei te halen, omdat we dat bij de sluis contant moeten betalen. En niet in euro’s. De bank is pas om 9:00 uur open. Zij willen wel voor een taxi bemiddelen.
Eén uniform belde de sluis nog, en gaf onze gegevens alvast door. Dat was handig want daardoor wisten we dat we 600 Lei (120 euro) moesten betalen. En als we het geld hadden, dan moesten we kanaal 14 aanroepen, want dat was de sluis. Dan kwam het wel goed.
Aan het ponton mochten we niet blijven liggen, we moesten 3 plekken verderop. Niet aan het bunkerponton, niet aan de huizen (woonschepen), maar aan het ponton dat daarna kwam.
Okee....
Het ponton hebben we voor ons alleen, maar we kunnen de wal niet op want het hek is op slot. Nou ja, dan maar niet. We liggen hier prima. De laatste nacht op de Donau. Toch best een mijlpaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten