Na een prima nacht zijn we om half negen in een lekker zonnetje vertrokken. We hebben even gewacht tot er twee schepen voorbij gevaren waren “bergop”, en toen gingen we de Rhein op. Maar potverdorie, er kwam heel dichtbij een schip aan die net als wij stroomafwaarts ging. En hij was niet te zien op AIS.
We zijn gewoon gaan varen, hij moest maar even aan de kant. Nou klinkt dat stoer, en het viel mee hoor: hij was nog op ruime afstand en er gebeurde niets spannends, maar we vonden maar apart. Volgens ons moeten alle grote schepen verplicht AIS voeren hier.
Na een paar kilometer hoorden we op de marifoon wel gekletst tussen deze Finn-Lucas en een ander schip, en toen werd hij wel zichtbaar op AIS. Waarschijnlijk een los contactje of zo....
Het voer lekker: het was niet erg druk, de Rhein was breed, we slingerden van stuurboord naar bakboord omdat er aan de oevers veel kribben stonden, en we hadden flinke stroming mee. Over die kribben: wij vinden dat er vrij weinig bakens staan. Ja, op de derde krib staat er eentje, maar dan heb je er al twee gehad.... En de bakens (tonnen) zijn soms ook akelig klein. Maar goed, we houden de boel zowel met de verrekijker als op de digitale kaart goed in de gaten, en dat gaat prima.
Ook wanneer schepen met een blauw bord varen zien we dat al van ver. We kregen een keer een duimpje van den Belgische schipper, die er zelfs voor uit zijn stuurhut kwam. Of het nou voor ons vaargedrag of voor de boot was, dat weten we niet, maar het was wel grappig.
De Rijnreisjes zijn ook weer in trek denken we, want we zagen vandaag wel een stuk of zes passagiersschepen. Bij het stadje Speyer, dat we al van ver zagen liggen doordat de Dom zo groot is en overal bovenuit torent, lag ook een passagiersschip. Zou het dan zo toeristisch zijn?
We wilden er naar toe, maar niet naar de Marina-jachthaven die Helmut ons gisteren aanraadde. Wij kozen voor een haventje aan een Alte-Rhein-arm, iets van 7 kilometer verderop. Via een smal (nou, toch iets van 60 meter breed hoor) vaartje kwamen we op een leuk meer.
En nu liggen we op een daalders plekje, met uitzicht op dat meer en zelfs nog op de Rhein. We zien de schepen in de verte varen.
Na het betalen van het havengeld aan een aardige havenmeester zijn we op de fiets gestapt om Speyer te bekijken. We hadden er ooit wel van gehoord, hoe precies? Nou, daar zijn we achter. In het boek “Kruistocht in spijkerbroek”, van Thea Beckman, kwam Dolf de hoofdpersoon door middel van een soort tijdmachine in Speyer terecht. En Helmut Kohl is hier begraven. We hebben niet naar hem gezocht trouwens.
Speyer is leuk vinden wij. Veel mooie oude gebouwen, kleurrijk, met veel versierselen, een soort voetgangerszone waar sommige auto’s mogen rijden (maar wel op Schritt-snelheid), en natuurlijk steken de Dom en de Oude Poort er bovenuit. Letterlijk, want die stadspoort is 55 meter hoog en de Dom schijnt de grootste bewaarde kathedraal in Romaanse stijl ter wereld te zijn.
Vier keizers, drie keizerinnen en koningen uit de huizen van Habsburg, Staufen en Nassau liggen hier begraven. De kathedraal is daarmee de belangrijkste begraafplaats van de Middeleeuwen op Duitse bodem. Wij hebben daar niets van gezien, maar we waren wel onder de indruk van de muurschilderingen op grote hoogte, en van de enorm dikke voordeur.
In Speyer wordt lekker ijs verkocht, dat hebben we geproefd, de automobilisten zijn ook hier erg voorzichtig met fietsers, iedereen stopt hier braaf voor stoplichten (dat was even wennen voor ons!), en we hebben veel mooie dingen gezien.
Natuurlijk hebben we weer gebeeldbeld met Hidzers ouders, want die zijn vandaag 65 jaar getrouwd. Ze hebben weer een top-dag gehad, met heel veel belangstelling: van Willem en Maxima kwam een brief, bezoek van de burgemeester die een kopje koffie kwam drinken, van buren, van broers en zussen en van alle kindertjes van de basisschool naast hen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten