Tegen 04:00 uur vannacht hoorden we een schip manoeuvreren. Zou er iemand bij ons aan de palen willen? Nee, het bleek een passagierschip te zijn die aan de overkant bleef liggen. H’m, wij hadden daar geen mogelijkheid gezien, maar het zal wel. We lagen nauwelijks weer in bed of we hoorden weer wat. Aha, er kwam ook een passagierschip van de andere kant, en ze hebben even op elkaar gewacht.
Om zes uur vonden we de kerk even minder aardig, want de klokken beierden ons wakker. Dat was ons nog wat te vroeg vandaag. We sluimerden nog een poosje en vertrokken tegen zeven uur. Het was wat dampig, waarschijnijk door de regen van vannacht. Het zag er mooi uit, die lage wolken, en we hadden goed zicht gelukkig. Onderweg namen we een ontbijtje, van stevige Duitse yoghurt (nach Griechischer Art) met verse perziken.
Gisteren waren we twee Roemenen tegengekomen, vandaag ook 2 en een Hongaar die ons inhaalde. Zoveel Balkan hadden we nog niet gezien. Mooie schepen, netjes in de verf, en eerlijk gezegd zagen hun vlaggen er nieuwer uit dan de onze. Verder zien we trouwens meest Duitsers en Nederlanders.
We voeren weer tussen prachtige bergen door, en genoten van de rotsen, bossen en wijngaarden. Heel veel wijngaarden. En steile wanden! We zagen een tractor ergens op een weggetje horizontaal op de berg staan, en iemand was aan het maaien met een handmaaier (zo’n kantjes-maaier leek het wel), en die was met een lifeline aan de tractor vast.
We werden twee maal geschut met twee andere Sportboten. Eentje een speedboot, kwam tegelijk met ons uit een sluis: hij had de kleine genomen, wij de grote. En bij de volgende sluis kwam er ook nog een Duitse Valkvlet ons achterop. De speedboot ging als eerste in de sluis en bond meteen achterin de sluis vast. Aan de ene kant logisch, want daar had hij het minste last van het binnenstormende water, maar het was voor ons even psychisch lastiger mikken natuurlijk. De sluizen zijn 12 meter breed, maar toch....
Na de sluis wilden ze ons snel inhalen. Maar ze hadden geen AIS, dus zagen niet dat er om de bocht een schip van voren aan kwam. Snel doken ze weer achter ons, en bij de volgende poging ging het goed.
De entree van Würzburg was apart: veel industrie, vooral aan bakboord, en bossen en mooie huizen aan stuurboord. Die prachtige huizen hadden geen mooi uitzicht dus.
In de stad riep ik de sluis op, en vertelde dat ik een schip uit de sluis zag komen en dat wij nog een kleine kilometer verwijderd waren. Het was een ruime kilometer, maar volgens ons kunnen de Heinrichs dat niet zien. Deze Heinrich was erg aardig en heeft op ons gewacht.
We wilden naar de Würzburger jachthaven. In het boek dat we laatst op de Vecht kregen staat dat de schrijvers daar ook gelegen hebben, en wij hadden hem ook al genoteerd tijdens onze voorbereiding. Hij staat in onze digitale kaart en op Google Maps was er een mooie grote steiger te zien. Maar er was nu geen steiger te zien: wel 5 passagierschepen.
Het alternatief was aan de overkant: een kleine haven met als naam Sportboothafen Würzburg. De Duitse Vlet ging er naar binnen, wij ook. Het is een klein, erg klein haventje, in een soort arm van de Main. Er waren twee kopse kanten van drijvende steigers vrij. Eentje voor de vlet, en wij hebben een poosje stil gelegen om de havenmeester te vragen waar wij mochten liggen. Het zag er niet zo vreselijk degelijk uit. Onze Helmut heet hier Conny. Het is een hij, ziet er niet uit, woont in een kruiser die op het droge staat maar was superaardig.
We mochten liggen, hij matste ons wat met liggeld, kletste honderduit en bood ons zijn Gardena slang te leen aan. Die had hij bij de hand.
De andere jachthaven bleek in 2007 al opgeheven te zijn. Door het stadsbestuur, omdat ze meer verdienen aan de passagierschepen. En ons haventje heeft eigenlijk slechts 1 passantenplek, want het plekje waar wij liggen is van een motorboot die nu op vakantie is. Moet je nagaan: 1 passantenplek in heel Würzburg!
Helmut vertelde dat de Duitsers in de vlet al anderhalve week geleden belden voor een ligplaats, en op hun route erg rustig aan gedaan hebben om vandaag hier te kunnen liggen. Eerder was er geen plek. Poeh, we hebben dus erg veel geluk gehad!
Echt veel, want we lagen goed en wel of het begon te regenen. In zeiljas heb ik Helmuts slang weer opgerold en teruggegeven. Ha, eindelijk tijd voor een afmeerborrel, het was al half zeven geweest!
Daarna zijn we samen gaan douchen. Er was één badkamer, m et een niet goed aflopend putje en een groot douchegordijn met een vrolijke papegaai. Maar het water was lekker warm!
Het bleef de hele avond miezeren en regenen, de mobiel liet met de ringtoon “Beppe, telefohoon” weten dat er gebeld werd, en we hebben het niet zo laat gemaakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten