Het bevalt ons wel, slapen bij een sluis. Dat komt voornamelijk omdat het zo rustig is. Gisteren hoorden we de kikkers, vanochtend vogels, en vannacht één of twee schepen. We zijn er niet bewust wakker van geworden en kunnen niet vertellen hoeveel het er waren.
We zijn vroeg vertrokken. Lekker in de zon. Eerst voeren we langs een aantal baggerschepen en aanverwant spul. Dat hadden we op de marifoon gehoord, dat er Bauarbeiten zouden zijn. Maar of ze waren niet zo vroeg als wij, of ze hadden een lang weekend genomen, want ze waren (nog) niet aan het werk.
Dat vonden we niet erg, want het eerste uurtje was even wennen: er lagen veel kribben in het water dus we moesten nogal slingeren. En lang niet overal zijn tonnen geplaatst. En als ze al zijn, betekent het niet dat je er vlak langs moet varen. Nee, houd maar wat afstand, dan weet je zeker dat het diep genoeg is.
Want de diepte varieerde vandaag nogal. Af en toe was het 2,10 meter diep, maar in een bocht maten we ook zomaar 10,20. Dat is nogal een verschil!
Dus in het begin moesten we even samen flink opletten. De digitale kaart liet mooi zien waar we waren en toonde de ideale vaarroute, en “De Belg” gaf veel info. We stuurden binnen, zodat we de digitale kaart goed konden zien en ook de dieptemeter. Eigenlijk was ’t niet nodig, maar het voelde goed zo.
Af en toe zagen we “bekenden”, die stil aan de wal lagen. Bekenden in de zin van: we hebben deze vrachtschepen al eens gezien op onze reis. Waar precies weten we soms niet meer, maar dat geeft niet. Ergens bij een sluis of zo....
Even buiten het dorp Deggendorf kwam het riviertje Isar op de Donau uit. En daardoor nam de stroming toe: zonder veel gas te geven zaten we 15 tot 17 kilometer per uur. Dat schoot lekker op. Maar na een poos werd de Donau weer breder en ging het weer iets langzamer, maar we zaten toch steeds op ruim 11 kilometer per uur terwijl de motor niet veel toeren maakte.
Op de oevers werd het steeds gezelliger, door kampeerders. Gezinnen, vriendenploegen, noem maar op, met tenten, campers, caravans, partytenten, en natuurlijk de onontbeerlijke tafel met stoelen en barbecue.
De Donau was soms bochtig, voerde ons door vlak land en langs bergen, en bracht ons tegen twee uur in haven van MYC Passau. We liggen aan een passantensteiger buiten de haven, lekker in de Donau, met in de verte zicht op de sluis. Voor ons liggen een paar vrachtschepen en een rivercruiser.
Het is een leuke haven. Niet groot, maar prima sanitair, een zwembad voor kinderen, een speeltuintje, en voor de verenigingsmensen een leuk onderkomen met terras. De barbecue rookt nu, ze vieren Feierabend.
Vanmiddag zijn we op de fiets naar Passau gegaan. Het is ruim 5 kilometer fietsen, we hebben de heenweg door wat woonwijken gecrossed en terug langs de Donauradweg. Het Dreiflüsseeck wilden we even zien, maar viel ons wat tegen. De Donau, de Inn en de Ilz komen bij elkaar, en inderdaad was het leuk te zien dat het water van elke rivier een andere kleur heeft.
De Ilz heet ook wel “zwarte parel van het Beierse Woud”. Deels om de donkere kleur, die ontstaat doordat het door moerasgebieden stroomt, en deels omdat er zeldzame beekparelmossels in de Ilz voorkomen.
De Inn ontstaat in Zwitserland en heeft zijn groene kleur te danken aan het smeltwater van de gletsjers in de Alpen.
En waarom de Donau blauw genoemd wordt? Geen idee. Waarschijnlijk omdat het zo lekker rijmt.
Goedemorgen. Weer even de week doorgelezen. Op naar Oostenrijk.. lekker genieten. Groeten Irma
BeantwoordenVerwijderen