Ruim voor de eerste sluis, de sluis van Griefenstein, werden we ingehaald door een passagierschip uit Malta. Voor en achter ons voeren twee vrachtschepen, die mochten samen in de linkerkamer van de sluis, en het passagierschip moest even op ons wachten in de rechterkamer. We zakten bijna 15 meter, en dat is normaal leuk, maar onze vriend de Maltees had zijn schroef draaien en stonk nogal, dus deze keer was het minder prettig. Maar ach, de Schwimmpoller maakte weer veel goed.
Bij Wenen varen we in de zon langs twee grote witte schepen naast elkaar, dit is het Bundesgymnasium . Leuke locatie!
We zien veel gebouwen waarvan we zeggen “oh ja!”, want we zijn in 2019 hier een aantal dagen geweest en hebben toen heel veel gezien. Daarom varen we nu door. We worden vaak op de foto gezet merken we. Langs de noordelijke kant liggen veel vissersboten, met een net er voor. Een vierkant net. Maar volgens ons zijn ze niet meer in gebruik. En het ziet er ook niet uit alsof ze als vakantie-huisje gebruikt worden. H’m.
Voor de laatste sluis van Oostenrijk, Schleuse Freudenau, moesten we even wachten. Met een Oekraïner duwbak worden we geschut.
We bellen een vriend van onze Donaubus Alex, dat moet een “nice guy” zijn. En dat is hij! We mogen aan zijn rondvaartboot komen liggen in een zijarm van de Donau, bij het stadje Hainburg. Het schip, de Carnuntum, moet nog wel even varen met gasten vanmiddag, maar dat lossen we wel op.
Na de sluis hebben we enorm de stroming mee. We blijven daarom achter de Oekraïner, en varen bijna stationair op 750 toeren tegen de 16 kilometer per uur. Dan verbruikt de motor slechts 1,2 tot 1,3 liter per uur, dat is wel super natuurlijk.
Hier zien we veel huisjes op de wal met die zelfde vierkante visnetten. We hebben even opgezocht wat het is: Daubelfischer. Eigenlijk een hele grote totebel, een kruisnet. Die laten ze in water zakken, hijsen ‘m weer omhoog en dan maar kijken of er een vis in is blijven hangen. Eigenlijk komen ze alleen voor in het gebied van de rivieren Thaya en March, en in het stuk Donau voorbij Wenen.
Na een half uurtje kwam Markus Hainer, de eigenaar van de Carnuntum, aanvaren. Hij zwaaide, maakte een foto en riep dat hij nog een keer ging varen en dat we daarna bij hem langszij konden. Fijn! We zijn niet van boord geweest, want we lagen natuurlijk een beetje illegaal tegen een overheidsschip aan.
Maar met lekker mensenkijken, lezen, wat soppen vloog de tijd om. Het rondvaartschip (van 20 meter) kwam met flinke vaart weer door de stroming naar de inham en legde aan. Toen de gasten van boord waren wenkte hij ons.
Nou, Markus is inderdaad echt “a nice guy”. Hij vertelde honderduit over zijn schip, dat hij ooit in Nederland had gekocht, in Wessem. Van de sloop gered bleek uit zijn verhaal. Hij heeft er veel aan opgeknapt, en het is nu een leuk rondvaartschip.
We kregen tips over de stroming op de Donau, over de betonning, en hij vertelde over een schip dat nu de Donau afgevaren is ivm een schoonwateronderzoek, waarvan hij de schipper goed kent.
Vanavond hebben we nog lekker rondgelopen in het dorp Hainburg. Een vriendelijk dorp, met mooie gekleurde huizen, waar ze in de restanten van de vestingmuur appartementen gaan bouwen, waar de pizzeria zijn terras aan de overkant van de weg heeft en waar aan de Donau weer een soort boulevard is waar gezellig gepicknickt werd.
Het begon te miezeren, en dat doet het nu al de hele avond. Niet erg, we maken het niet laat, en we laten de deur van de stuurhut open vanwege de prima te verdragen warmte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten