woensdag 15 juni 2022

Twee dagen Riedenburg

En weer hadden we een lekkere nacht aan de sluis. We hebben 2 schepen gehoord, maar misschien zijn er wel meer langsgekomen. We vertrokken vroeg, in de zon, kwamen onder verschillende bruggen door. Verschillend qua uiterlijk en constructie. Van eentje dachten we dat –ie ondersteboven hing, dat was grappig.

Ha, en de beide sluizen schutten weer speciaal voor ons. Van ver zagen we de lichten al op groen staan dus we voeren met een flinke vaart naar binnen. Vlak na de eerste sluis kwam de rivier Altmühl erbij. Die slingerde nogal, dan weer links, dan weer rechts. Wij maakten ook wel bochtjes maar het bleef toch wel echt een kanaal. Maar: het was wel weer prachtig hier! Bergen, bossen, rotsen, een oud sluisje (heel smal!), we hadden weer van alles te zien.

Links, rechts, maar ook achter ons. Er gebeurde niets op het MDK maar we hadden het druk met kijken. Ha, ook naar de hectometerpaaltjes. Daaromheen wordt altijd mooi gemaaid, maar de maaier hier in de buurt heeft wel enorm zijn best gedaan! 

Om elf uur hadden we aangelegd in Riedenburg. Op zich wat vroeg, maar ach, we hadden er al weer bijna vijf uren opzitten, en wilden de omgeving bekijken. Aan de lange kade van het dorpje stonden we even te twijfelen. Er was in ’t midden een stuk waar we volgens de borden mochten aanleggen, voor de rest mocht het dus niet. Maar daar in ’t midden leek het voor een rondvaartboot ingericht.

We zijn aan het eind van de kade gaan liggen. Breed water, dus dat moest kunnen. Diep genoeg, ruim 3 meter. Vandaag bleek dat dat een goed plan was, want aan het eind van de middag, toen we aan boord kwamen, lag er een rondvaartboot.

Het was heerlijk warm. Te warm om te fietsen, maar wel mooi om een wasje te laten drogen.

We hadden wel bekijks op dit plekje. Doordat we bij een prachtige speeltuin lagen, doordat het een gezellig dorp was, waar veel fietsers door gingen, en waarschijnlijk is er een camping vlakbij, en ook omdat mensen even over het balustrade hek konden leunen en kijken.

Soms grappige gesprekken: een mevrouw die nu n Bremen woont maar uit Musselkanaal komt, een jongetje dat vroeg of we een motor hadden en of we ook een bed hadden, een man die “met kennis van zaken opmerkte dat dit toch een zeilboot was”, een Duits echtpaar dat zei dat de Middellandse Zee niet leuk was. Oh? Ja, de afstanden waren erg groot, je kon soms een haven niet in, en als het waaide zat je opgesloten. Ach, en ze hadden pech gehad met bemanning. Ik begreep het niet en vroeg of we het over dezelfde Middellandse zee hadden. Jazeker. Maar toen kwam de aap uit de mouw:

Ze hebben een paar keer een zeiljacht gehuurd voor twee weken. Eén keer een jacht dat 3,5 meter diep stak. En toen hadden ze een dag gevaren en konden ze een mini-haventje niet in. Te ondiep. Kwestie van voorbereiding misschien?

En hij wilde een bemanningslid mee, want Mevrouw was niet zo fit. Met die man heeft hij een proeftocht gemaakt bij Rügen. Met windkracht zes naar buiten, de havenmeester had nog gevraagd of hij echt naar buiten wilde, windkracht zes werd zeven en acht, en het  aspirant-bemanningslid vond het maar niks. Tja....

Oh ja, en Meneer  was er ook nog trots op dat hij in 2 weken 190 zeemijlen gevaren had. Ruim 1000 kilometer. In 14 dagen. Tja, dat kan, maar wij vinden het wel erg veel.

We werden ook wel op de foto gezet, een één meneer deed het erg opvallend en van dichtbij. Hij vertelde dat hij een foto zou posten op Fleetmon.de , dat is een soort MarineTraffic.com. En ja, vandaag stond de foto er op.

Aan het eind van de middag stapten we op de fiets om naar Slot Prunn te gaan. Dat was niet zo ver, ruim 5 kilometer. Maar waar we geen rekening mee gehouden hadden is dat het slot in de bergen stond. Dus we moesten klimmen. Op de terugweg pas zagen we dat de weg anderhalve kilometer lang 14% daalde. Dus op de heenweg steeg.

Nou, we hebben lang niet alles gefietst hoor, dat was niet te doen voor ons. Maar we hebben het gered. Het slot viel tegen. Een hoog Monnickendam gehalte, dus weinig info en oubollig. We zijn niet naar binnen geweest, dat moest met een gids en daar hadden we geen zin in. Wel genoten we van het uitzicht op het MDK.

Weer aan boord zaten we nog heerlijk in de zon, keken naar mensen en werden bekeken, we verveelden ons niet.

Vanochtend stapten we al vroeg op de fiets. Op de brug maakten we nog even een foto van de boot.

Het is toch wel een feestje, om om kwart over acht te fietsen langs het water, in je rokje en vestje. En ’t vestje ging al gauw uit, zo warm was het. 

We gingen naar Kelheim. En vandaar namen we met de fiets een wandeltocht. Langs de Befreiungshalle. Dat was even flink klimmen, zo’n 135 meter. Het pad was soms geasfalteerd, soms fietsten we over grind, maar nergens was het zwaar klauteren. Ja, wel om omhoog te komen. Dat lukte niet altijd op de fiets, dus we hebben ook moeten lopen.

Maar we werden beloond met een mooi uitzicht over Kelheim en de Donau, en we zagen natuurlijk de Befreiungshalle. Koning Lodewijk I van Beieren wilde een monument om de gewonnen veldslagen tegen Napoleon te gedenken. Het moest groot en opvallend, en dat is gelukt. 

We hebben een rondje gelopen over het uitkijkterras, en stonden versteld van de mooie pilaren. En beelden. Te veel om op te noemen. We zijn niet naar binnen gegaan, want we  hadden beelden genoeg gezien, geen zin om eerst nog een kilometer te lopen naar de kassa en ook geen zin om in de rij te staan. 

Daarna gingen we bergaf naar de Donau, waar we met een gierpont overstaken. Naar een abdij, Kloster Weltenburg. 

Van buiten groot en imposant, op het binnenplein akelig toeristisch, maar oh, de kerk! Niet te fotograferen, zo mooi! Overdadig!

Het plafond, dit is toch niet te geloven?

Het deed wat overdreven aan, bij een redelijk sober klooster dat aan de oever van de Donau staat, en waarom het zo barok, zo overdadig is begrijpen we niet. Want het begin voor dit klooster stamt al uit de 7de eeuw, dus de kerk is veel later gebouwd. Maar goed, we hebben (bijna) met open mond staan kijken.

Voor we terug fietsten hebben we eerst lekker gepicknickt aan de Donau. 

Weer namen we een wandelpad. En weer moesten we klimmen. We hoopten dat we langs de oever van de Donau zouden fietsen, maar nee, we gingen via wat landerijen het bos in. Dat was niet erg, want het was een prachtige route.

Maar eerlijk, toen we tegen vier uur thuis (aan boord) kwamen, voelden we de kilometers wel. Acht uren onderweg geweest, tegen de zes uren gefietst, waarbij we ook nog moesten klimmen, dat hakte er even in. 

En warempel, op de site Fleetmon staat een foto van de Nocht!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten