zondag 31 juli 2022

Naar een mooie baai op de Prinseneilanden

Oh, weet je wat hier niet mag, in Turkije? Met een jerrycannetje benzine halen voor je bijbootje bij de benzinepomp. Dan moet je eerst een vergunning halen bij de politie. Ze zijn bang voor zelfgemaakte bommen of zo. Alsof je die benzine niet uit je auto kunt halen....... Dus dat wordt een volgende uitdaging. 

Na de koffie zijn we vertrokken. We zeilden langs een groot deel van het Aziatische Istanboel, en daarna richting de Büyükadalar, de Prinseneilanden. Dit zijn negen eilanden, waarvan er vijf worden bewoond, op ongeveer 20 kilometer varen.

We deden rustig aan, dansten om elkaar heen zodat we foto's van elkaar konden maken. Het zeilde heerlijk. Oh, wat is het lekker om met dit warme weer met zo’n mooi windje te zeilen.






We hadden een ankerplek uitgezocht dat 
Çam Limani heet, een baai in het eiland Heybellada. En druk! Er lagen wel 100 boten! Maar iedereen ligt hier nogal dicht op elkaar, tenminste, dichter op elkaar dan we in Nederland zouden doen, dus we voeren op zijn Turks naar een vrij plekje en gingen ankeren.


De baai ligt lekker beschut door hoge bergen. Het strand ziet er niet uit. Overal rommel en troep, maar mensen gaan er gewoon tussen zitten en liggen. Dat is in onze ogen wel apart hoor, die troep. We hebben een heerlijke middag gehad, met zwemmen en luieren.


Hidzer heeft Thomas nog geholpen met zijn rolzeil. Er miste een katrolletje. En nog één. Gelukkig heeft Hidzer een leuke voorraad met van alles, dus het euvel (alles ging zeer stroef) was na een poosje werken en proberen verholpen.



Vanavond, tijdens onze traditionele routebespreking (ahum...) besloten we nog een dag te blijven liggen. Even bijkomen van de Istanboel perikelen, lekker zwemmen, lekker in de zon of schaduw, het voelt als een beloning!
 





zaterdag 30 juli 2022

!@#$%^formaliteiten, achterbakse agent, onwetende functionarissen en aardige mensen

De wekker stond vrijdag op half zes, maar de Azan (oproep tot gebed) wekte ons al voor vijven. Tegen zes uur haalden we het anker op, waar flink wat wier aan zat. Van die lange slierten en van die dunne vellen die wat op krulsla lijken.

Het eerste deel van de Bosporus was pittig, want de golven van de Zwarte Zee denderden naar binnen. We bleven daarom eerst aan de linkerkant varen, zwaaiden nog even naar de Zwarte Zee en nadat een soort konvooi van vrachtschepen (10 stuks) ons tegemoet gekomen was staken we netjes recht over naar de rechterkant.


De Bosporus is bijna 35 kilometer lang en er was van alles te zien. We hadden een flinke stroming mee dus het schoot geweldig op. Af en toe was de rivier breed, zo’n twee kilometer, en af en toe “slechts” 500 meter. Een grote rubberboot van de Border Police voer een stuk voor ons uit, zou die ons begeleiden? We hadden immers onze gele vlag (en Thomas zijn vaatdoekje) nog in, en moesten nog inklaren. Maar nee, opeens gaven de mannen flink gas en verdwenen om de bocht.

Want bochtig is de Bosporus. Dat maakte het varen leuk. We bleven braaf buiten het aangewezen vaargebied voor het vrachtverkeer.



Rood was wel de kleur op de Bosporus. Rood, door de Turkse vlag. Heel veel huizen hadden ergens een vlag hangen. En al was het een bijna onbewoonbaar krot (in onze ogen, door de verrekijker gezien), de vlag leek als nieuw. Hier mag je ook geen grapjes maken met de vlag, en hij moet er ook netjes uit zien, anders wordt Erdogan verdrietig. En dat willen we niet......






Restaurants aan de waterkant? Dat waren er niet veel, maar superveel! En het rare was dat ze er van buiten soms niet uitzagen. Stenen op het dakleer, gammele palen, maar dan wel weer tafels binnen die mooi gedekt leken. Mooie huizen naast krotten, Maar ook een groot paleis of zo waarbij we 7 bewakers telden!


Omdat we zo vroeg waren, was het redelijk rustig op het water. Maar er voeren wel veel pontjes heen en weer. Sommige snel, andere supersnel.





Oh, en hier wordt nauwelijks gejogd, maar wel veel sportief gewandeld. Met ferme pas langs de Bosporus, je kunt een slechtere route kiezen.


We gingen voor anker in het oude veerhaventje van Kumkapi. Eerst waren we iets te ver de haven in, er ging direct een man schreeuwen, dus we zijn verkast naar 20 meter verderop.

Omdat het nog vroeg was, namen we een bakje koffie en daarna zijn Thomas en ik naar de wal gegaan. We wilden ons inklaren. Hidzer bleef aan boord. 

Nou, dat inklaren was een dingetje. Zacht uitgedrukt. We namen een taxi en vroegen ons te brengen naar de wijk Karakoy. Naar de Deniz Ticaret Odasi. Maar de beste man bracht ons naar de Passengers Terminal voor cruiseschepen. Dat was me een groot complex!

Werkelijk, er hebben zich gisteren wel 20 mensen met ons bemoeid. We werden van het kastje naar de muur gestuurd, en veel mensen wilden ons helpen, maar ze wisten niet hoe en konden blijkbaar ook geen collega’s bereiken.



Een aardige bouwvakker die wat Engels sprak liep met ons mee, en uiteindelijk kwamen we bij het Headquarter van de Politie. De wacht had een groot geweer in de hand, en haalde een collega. Maar ja, dat is politie voor auto’s en zo, niet voor boten.

Weer bellen en bellen, en toen werden we naar het Havenkantoor gestuurd.

Nou, daar schoten we ook niets mee op. Ja, er hebben zich mensen lief met ons bemoeid, maar we moesten eerst naar de Deniz Dinges. Dat wisten we wel, maar waar dan? Nou, 2 kilometer terug lopen, ongeveer waar we begonnen maar dan nog even verder.


Okee..... Ik heb gevraagd of ze ’t even voor ons wilden opschrijven, want we moesten nogal wat heen en weer reizen. Eerst naar Deniz Dinges, dan naar de haven Zeyport, dan naar de Atakoy Marina en dan weer naar het Havenkantoor in Karakoy. Wat een gedoe!

Eerst gingen we naar een winkel van Turkcell, om een Turks simkaartje te kopen. Dat ging ook niet supersnel en vloeiend, maar de mannen waren erg aardig en we kregen het voor elkaar. Vijf mannen en een dame die er rondhingen. Drie mannen waren voor ons bezig, en de dame kreeg het niet eens voor elkaar dat we gescheiden konden betalen. Tja....

Toen maar weer aan de wandel. Bij Deniz Dinges troffen we mevrouw Ipek Sapmaz en die vertelde een ander verhaal. Ja, we moesten een Transitlog kopen, en ook betalen voor het werk dat zij deed (gegevens checken en invoeren op een netwerk), en dan naar het Havenkantoor waar we/zij haar moesten bellen, dan naar de  haven Zeyport en dat was het dan.




Nou, dat waren geen eensluidende routes. Maar goed, we kochten zo’n Transitlog, kregen nog een glaasje sterke thee, en nadat alles gecontroleerd was gingen we weer naar  het Havenkantoor. Weer twee kilometer lopen.

En daar werden alle documenten van ons nogmaals gecontroleerd. We vroegen of we per taxi naar Zeyport konden, en eerst mocht dat niet en daarna wel. De meneer die alles in het systeem moest zetten deed het voor het eerst. Dus een andere meneer, die wat Engels sprak maar er eigenlijk niets van wist hielp hem erbij.

En er bemoeiden zich nog drie mannen mee. Of we er iets mee opschoten? Nou, in zoverre dat we een stempel kregen waardoor we later niet nog eens naar dit Havenkantoor hoefden te gaan.

Het was intussen al half drie, dus we gingen eerst wat eten. En toen zochten we een bus naar Zeyport. Studenten van het informatieteam wisten niet zoveel over bussen, maar wel hoe je kaartjes moest kopen en dat we lijn 93 moesten hebben. Maar waar de bus zou staan? Nou, ergens op het busstation.

Dat was een grote chaos, maar nadat ik wel 9 chauffeurs had gevraagd waar bus 93 zou moeten staan vonden we ‘m uiteindelijk. Maar de chauffeur wist niet waar Zeyport was en zette ons te laat uit de bus. Dus met een taxi reden we weer een stukje terug.

De bewaking van de haven (een haven speciaal voor pilots en agents, die aan en af voeren naar de vele grote vrachtschepen die voor anker lagen. Wel 100!) wist niet waar we moesten zijn. Na een minuut of 20 bleek dat we in een gebouw 30 meter verderop moesten zijn.

En daar wilde de functionaris niet meewerken, want we hadden een stempel die we nog niet hadden mogen hebben. En we moesten met de boot komen. Nou, de mannen op het Havenkantoor, die zelfs een briefje hadden geschreven over die stempel (bellen kon niet, ze hadden geen telefoonnummer...) hadden het blijkbaar fout gehad.

Ik belde met Mevrouw Ipek. Die zei dat alles goed kwam. En ze belde terug om te vertellen dat er over ongeveer 20 minuten een agent zou komen. Huh, we hoeven toch geen agent? We kunnen het zelf wel regelen.



Nou, dat bleek dus niet. De agent heeft heel lang zitten bellen, met Ipek en anderen, en uiteindelijk konden we kiezen uit twee opties: óf we gingen transit rechtstreeks door naar Griekenland (en mochten dus niet in Turkije aan de wal), óf we betaalden hem 500 euro (we kregen nog 250 euro korting ook) en dan zou hij het regelen. Want onze Transitlog was waardeloos.

Daar wilden we over nadenken. Oh ja, in de kleine lettertjes van de Transitlog stond dat we eerst naar het buro voor Sanitary moesten voor een stempel, en ook nog eentje voor iets van Kultuur. Dat hadden we moeten lezen zei de agent.

En nog een dingetje: wanneer we met de boot zouden komen hier in Zeyport, dan zou er 20 euro per uur gerekend worden als havengeld. Huh? Dus eigenlijk kost het inklaren 80 euro voor de Transitlog, 750 euro voor de agent, en misschien wel 100 euro voor het wachten op de agent. En uitklaren kost ook weer iets van 750 euro. Stof tot nadenken dus.

Na een beetje slijmen mochten we wel met hem meerijden (hij moest weer naar Istanboel en kwam dus langs onze ankerplek), en ik beloofde hem te bellen de volgende dag.

Hidzer had het ook druk gehad gisteren: hij heeft onze rubberboot klaargemaakt, en moest kinderen, die Thomas’ boot als springplank gebruikten steeds wegsturen. Op een gegeven moment heeft hij twee jongens (brutaaltjes) meegenomen in onze rubberboot en hun met de aanhangmotor een rondje om de boten laten sturen. Dat was een goede zet! De jongens blij, maar mochten van Hidzer niet meer springen in de andere rubberboot. Die had Thomas op slot gedaan, dus Hidzer kon hem ook niet ophalen jammer genoeg.

Maar de jongens waren braaf en stuurden zelfs andere kinderen weg.

Vanochtend zijn Thomas en ik weer op pad gegaan. We wilden eerst naar Deniz, dan naar het Havenkantoor, en duidelijk krijgen waar we moesten zijn voor de stempels. Maar ja, het was zaterdag. Alles was gesloten.

We namen een koffie ergens, en ik belde Ipek op haar vrije dag. En die zei dat we met de boot naar Zeyport moesten, daar werden alle officiële dingen gedaan. Okee dan......

We zijn nog wat  heen en weer gelopen voor de boodschappen die Thomas wilde doen: een anker kopen voor zijn dinghy, en een windvaan voor de Lotus. Dat was leuk hoor, in de kleine winkeltjes sneupen.








Met de bus zijn we weer naar Kumkapi gegaan, daar in het stadje hebben we een supermarktje opgezocht, en daarna haalde Hidzer ons weer naar de boot. Na de lunch vertrokken we naar Zeyport, een kleine 10 kilometer verderop. Daar konden we niet lekker aanleggen, maar het moest wel. Enorme vrachtwagenbanden hingen aan de hoge steiger en het waaide ook nogal, dus het was even lastig.


Maar goed, het lukte. Hidzer bleef aan boord, want de loodsboten raceten af en aan, en Thomas en ik gingen naar de Paspoort Controle, waar we gisteren zolang hebben gewacht.

En tot onze verbazing, ik kan er nog niet over uit, verliep alles heel soepeltjes. Okee, de eerste vraag was of we een agent hadden. Nee dus. Nou, geen probleem, meneer ging aan de slag. Ondertussen sprak ik nog even met een Turkse jongen die in Nederland geboren was en na 20 jaar met zijn familie teruggegaan is. Hij had een goede baan, maar vertelde ook dat het financieel niet zo goed gaat in Turkije.


De meneer van de paspoortcontrole controleerde weer al onze documenten, had trouwens in een hoekje van zijn kantoor een zogende poes met 4 kitten, en nadat onze gezichten gecontroleerd waren met de paspoortfoto’s (door middel van een digitale foto) gingen we nog even met de meneer naar een ander hokje. Daar moest hij uitleggen wat zijn collega moest doen: stempels zetten.


En na iets van anderhalf uur, want zo snel als ik het schrijf ging het natuurlijk niet, kregen we de felbegeerde stempels in onze paspoorten en mochten we vertrekken. En we hoefden geen havengeld te betalen. Heel apart allemaal.

Maar goed, met flinke tegenwind voeren we weer naar onze ankerplek in de oude veerhaven van Kumkapi, namen een Anleger en zijn vanavond lekker uit eten geweest in Kumkapi. Gezellig, met live muziek in een straat met een plein vol met restaurants. Dat  hadden we wel verdiend vonden we!