donderdag 3 augustus 2023

naar Mons, aan de Grand Large

De eerste en enige sluis van vandaag, de Ecluse Maubray-Peronnes, was eh..... Belgisch. Letterlijk en figuurlijk. Er was een drijvende bolder, dus dat belooft veel voor de volgende Belgische sluizen. 

Ik had Lambik opgeroepen, en een dame (Sidonia?) vertelde dat de sluis klaar stond voor ons. Inderdaad, de deuren gingen heel vlot open. Wij gingen aanleggen, aan die drijvende bolder en zagen dat de trap ook een soort bolders had. Handig!

De sluisdeuren achter ons gingen dicht. Op de marifoon hoorde ik Sidonia in gesprek met een schipper, ik begreep dat er een schip net als wij "montant" wilde, dus naar boven geschut. Onze deuren gingen weer open, maar we zagen nog geen boot aankomen. We lagen midden in de sluis en gingen alvast maar verder voorin liggen.


Maar de deuren gingen ook weer dicht, waarna het schutten begon. We hoopten dat Sidonia niet te veel op knopjes ging drukken, want we moesten wel ruim 12 meter stijgen. Maar alles ging goed, Sidonia kreeg op de marifoon nog een opmerking die we niet verstonden waarop ze reageerde met een soort "jahaaa", boven lag een pleziervaartuig te wachten dat naar beneden wilde. Dus Sidonia was wat in de war geweest waarschijnlijk.

De baguette die ik vanochtend bij de Intermarché had gekocht, was groter én goedkoper dan de Franse, maar lang niet zo lekker. Baguette Tradition kenden ze niet. Jammer!

We voeren de Grand Large bij Mons op. Een kunstmatig meertje van ongeveer 40 hectare, hadden we gelezen. Vlakbij het stadje Mons, dat in het Nederlands Bergen heet. Hidzer had dit uitgezocht als "brengplaats" voor de kindjes, omdat het goed te bereiken is per auto, er een groot zwembad bij is, en een Imagipark (met ballenbak 3.0), en een restaurant.

De havenmeester, een zeer vriendelijke mevrouw, gaf ons een plekje pal voor het restaurant. Dat wilden we stiekem ook, omdat we dan lekker centraal lagen en makkelijk op de fiets konden. Maar wat we niet zagen op het internet, en nu wel in real life, is dat het een beetje vergane glorie is. Mevrouw vertelde dat het ruim tien jaar geleden echt heel lelijk was hier: rond het meer geen leuk bos maar "oud groen", met kiezels, en het pad richting de stad was een homo-ontmoetingsplaats.

Maar omdat Mons in 2015 Culturele Hoofdstad van Europa was, heeft het gemeentebestuur de boel wat opgekrikt. Vandaar het zwembad, de haven, dat Imagipark met kartbaan en een goede weg plus fietspad naar het stadje. Okee, het imago is verbeterd, maar een echte toeristische trekpleister is het niet. De boel is mooi en ruim en groots opgezet, maar na 2015 is er niets meer aan gedaan. 

We zijn tussen de buien door naar de stad gefietst, iets van twee kilometer. En we begrijpen nu waarom het Bergen heet. Flinke heuvels en straatjes met kasseien. We hobbelden zwoegend omhoog en we hobbelden weer naar beneden. Maar er waren ook kasseien-straten met een soort fietspaadje van tegels erin, dat was weer lekker fietsen.

Mons lijkt ons erg leuk, we gaan morgen de boel beter bekijken. De oude huizen, grote kerktorens en de expositie van Plensa maken ons nieuwsgierig.




Het hek naar de haven was gesloten, we deden wat moeilijk om de fietsen door het voetgangerspoortje te krijgen. Later zagen we dat we door de struiken om de slagboom van de auto-parkeerplaats hadden kunnen lopen, dat was iets gemakkelijker geweest.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten