Hoewel het op zich een prima plekje is, aan het Kanaal Dessel-Kwaadmechelen, besloten we toch een stukje verder te varen. Eerst nog even fietsen, naar een Carrefour en een bakker. Via het dorpje Balen wilden we naar Mol. Maar nog in Balen zagen we een AH! Dat is lang geleden!
H'm, hebben we iets specifiek Nederlands gemist? Nee, dat niet. Wel missen we de Turkse en Griekse baklava, de Griekse feta, de Italiaanse mozzarella (in allerlei soorten) en de Franse Baguette Tradition, kaasjes en worsten. Maar we keken wel even weer naar de echt Hollandse dingen hoor.
Met een verse Pain de Boulogne (lekker donker) en een "Nederlands stokbrood", een zakje echte borrelnootjes en een doosje drop, en natuurlijk de boodschappen die we gewoon nodig waren gingen we weer naar de boot.
Terugvarend naar het Kanaal Bocholt-Herentals merkten we dat bijna per minuut het water minder helder werd. Op het kanaal was het weer groenig. Jammer.
Drie sluizen deden we vandaag. Ze lagen dicht bij elkaar: binnen 2,3 kilometer hadden we ze alle drie gehad. Steeds 4,30 meter naar boven, dus dat schoot lekker op. Het leuke is dat Lambik (alle drie de Lambiken) naar buiten liep, met een haak aan een lijn. Die liet hij naar beneden glijden waar wij dan de lus van onze lijn om de haak legden, en hij legde de lus om de bolder van de sluis.
Handig, want er waren slechts twee bolders in de muren: eentje heel laag en eentje heel hoog. En de trap was hartstikke smerig.
De sluizen zagen er alle drie bijna hetzelfde uit. Wat oud, wat begroeid, en van de twee sluiskamers werd steeds eentje gebruikt. Die andere, aan de zuidkant, fungeerde als noodsluis. Als er iets stuk zou zijn met de noordsluiskamer, dan zou de andere gebruikt moeten worden.
Maar daar groeiden al veel waterplanten, en er stond geen Lambik-hokje bij, dus waarschijnlijk moesten die dan met de hand bediend worden, bedachten we later. De oude gebouwen zijn monumenten en worden nu gerestaureerd (in oude staat gebracht) terwijl de sluizen gemoderniseerd worden. Een flinke klus!
Lambik van Sluis 1 Lommel vertelde dat het toch redelijk druk was: in drie uren tijd had hij twee vrachtschepen en twee pleziervaartuigen gehad. Hij vertelde ook nog dat het binnen een paar minuten zou gaan regenen. Oh ja, dat bestaat ook nog: regen. We kijken heel zelden naar de weersvoorspellingen, want ach, we varen in beschut binnenwater.
Direct na deze sluis voeren we (volgens plan) het Kanaal naar Beverlo op, een doodlopend kanaal dat op de eerste meters al een aanleg had. Tegenover het terras van Dikke Lowie, een zelfbedieningsterras dat enorm in trek blijkt bij fietsers. Het was er steeds gezellig druk, vanuit de kuip hadden we er goed zicht op, en het was leuk om de afstap-, parkeer- en opstapperikelen te zien.
Lambik had gelijk: we lagen nauwelijks vast of het begon te regenen. Een half uur ongeveer, met meest miezerrregen en een korte heftiger bui. Maar daarna was het weer prachtig weer, volop zon.
Ha, we zijn tijdelijk lid geworden van de Jachtclub Leopoldsbrug. Niet bewust, maar dat staat op het bonnetje dat we van de havenmeesteres kregen. Eigenlijk moeten we 15 euro betalen, want we liggen aan een gammel steigertje waar elektriciteit te krijgen is. Dus dan zouden we een meter of dertig verderop moeten liggen, voor 10 euro per nacht, zonder elektriciteit. Okee, dan zouden we verkassen, want we hebben het niet nodig. Maar toen mochten we blijven liggen, want het was toch niet druk.
Mevrouw kon niet vertellen waarom het Jachthaven Leopoldsbrug heet. In het Kanaal naar Beverlo. Nou, we zochten het even op en het is wel weer een apart verhaal.
België had zich van Nederland losgemaakt rond 1835 maar voelde zich toch nog bedreigd. Haastig werd een legermacht opgezet, en het heidegebied bij Beverlo bleek een mooi terrein om te oefenen. Groot, ruim en dicht bij Nederland.
Er kwamen strohutten en tenten voor de soldaten, paviljoens voor de generaals en een klein paleis voor de koning. Op een gegeven moment waren er 40.000 militairen en 4.000 paarden tegelijkertijd aanwezig, plus nog eens een ziekenhuis en een smalspoorbaan van 115 kilometer over het terrein. Want iedereen moest wel eten en drinken natuurlijk.
Naast de militairen waren er ook burgers werkzaam, en die moesten zich een paar jaar later buiten het Kamp vestigen. Omdat het Kamp van Beverlo een steeds permanenter karakter kreeg en zelfs een eigen kanal had gekregen, het Kanaal naar Beverlo. De burgers moesten wonen in een planmatig ontworpen stad, Bourg-Léopold. In 1932 werd de stad hernoemd tot Leopoldsbrug, maar het kanaal bleef zijn eigen naam houden: Kanaal naar Beverlo. Lekker verwarrend, maar toch: er wonen bij Leopoldsbrug (of 't Kamp zoals het nog steeds genoemd wordt) toch nog 3500 militairen!
Vanavond liepen we een rondje van een kleine twee uren aan de noordkant van het Kanaal Bocholt-Herentals. Hoewel het warm was en de zon nog scheen, leek het wel herfst: we zagen veel paddenstoelen en gevallen eikels.
In de luwte van het gevarieerde bos werd het echt warm, en toen we een bordje zagen met de tekst "Steen der 7 Heerlijkheden" hoopten we een plek om te zitten te vinden, met een steen waarop een leuk kleedje met wat lekkers. Maar nee, het was anders.
Op een klein veldje stond inderdaad een steen. Ze noemen het een oude voogdijgrenssteen, maar we hebben nergens kunnen vinden wat dat nou precies is. Men zegt dat hier zeven Heerlijkheden aan elkaar grensden, zeven grondgebieden waar een Heer de baas was. En vroeger was dit de plek waar de scheiding liep tussen Antwerpen, Limburg en Noord-Brabant.
Geen lekkers dus. Wel vervelende mugjes, die ons achtervolgden tot we bijna weer bij de boot waren. Allebei hebben we flinke jeukende bulten, dus we vergeten deze steen niet gauw! Maar we hadden wel weer geluk gehad met het Hellend Vlak van Ronquières: dat is sinds gisteren weer voor onbepaalde tijd gestremd. Bak 2, waarin wij vervoerd werden op 7 augustus, heeft een defect (zo staat het in het persbericht), terwijl Bak 1 nog niet klaar is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten