Na de koffie zijn we Geel en omstreken gaan bekijken. De stad wordt ook wel Barmhartige Stede genoemd, en heeft een heuse beschermheilige, namelijk de Heilige Dimpna.
Dat is wel weer een bijzonder verhaal. Dimpna leefde ergens in zesde eeuw, maar wanneer precies is niet duidelijk. Ze had een christelijke mooie vrouw als moeder, en haar vader was een heidense Ierse koning. Haar moeder liet haar dopen door haar biechtvader Gerebemus. Een Ierse priester.
Toen Dimpna 14 jaar was, stierf haar moeder. De Koning werd gek van verdriet en niemand kon hem troosten. Zijn hovelingen gaven hem de raad om een nieuwe vrouw te zoeken, die minstens even mooi was als de moeder van Dimpna. Er werd gezocht en gezocht, maar die vrouw bestond niet.
De Koning merkte op dat zijn dochter heel veel op zijn vrouw leek, en wilde met haar trouwen. Dimpna wilde niet, de Koning werd steeds agressiever en daarom vluchtte Dimpna met haar biechtvader Gerebemus naar het vaste land van Europa.
Ze kwamen terecht in de Kempen (waar wij nu zijn, de streek in het noordoosten van België en in een deel van Noord-Brabant), waar ze in de bossen bij Geel een hut bouwden, als kluizenaars leefden en zorgden voor armen en behoeftigen.
Maar ja, de Koning vond ze, vroeg Dimpna nogmaals om met hem te trouwen, en toen ze weer weigerde liet de Koning Gerebemus doden en onthoofdde eigenhandig zijn eigen dochter.
De lichamen van de martelaars (zo werden ze direct al gezien), bleken (wonder oh wonder) in mysterieuze witte sarcofagen te liggen, en werden begraven in Geel. Er deden zich daar wat genezingen voor en dat bracht pelgrims, vooral geesteszieken, op bedevaart naar Geel. Dimpna werd vereerd als Heilige tegen krankzinnigheid, omdat ze door de marteldood de duivel overwonnen had.
Dat niet alleen, het zorgde er indirect voor dat er een heel nieuwe vorm van verzorging ontstond, de gezinsverpleging. Dat is uniek in de hele wereld.
Want in de Middeleeuwen werden psychische stoornissen beschouwd als de straf van God voor het zich inlaten met de duivel. Men dacht dat door veel bidden en het volgen van een ritueel (dat negen dagen duurde en plaats vond in de Sint-Dimpna kerk) mensen konden genezen. Maar er kwamen heel veel bedevaartgangers, dus de kerk bleek te klein. En vaak ook te duur.
En toen bedacht iemand dat de pelgrims tegen betaling of het uitvoeren van klusjes bij de burgers die rond de kerk woonden konden logeren. Dat gebeurde meer en meer. De Gelenaren deden dat vooral omdat ze een pauselijke aflaat konden ontvangen en een extra werkkracht in huis hadden.
Maar goed, het had een goede invloed op zowel het welzijn van de pelgrims/geesteszieken als op de Geelse economie. In wezen is dit een voorloper van de arbeidstherapie. Al in de Middeleeuwen bedacht, knap toch?
Nog altijd worden deze mensen in Geel opgevangen door heel gewone gezinnen zonder psychologische scholing, maar met ondersteuning van het OPZ, het Openbaar Psychisch Zorgcentrum. Zo staat het in de brochure van de Dienst Tourisme en Stadsanimatie.
De stadswandeling, die we weer op de fiets deden, liet blijken dat heel Geel Dimpna ademt. Er is een plein naar haar genoemd, een koekje, een feestmenu, en op het etiket van een biertje staat haar onthoofding. Ze is te zien als een modern beeld op de gevel van het Sint-Dimpnacollege. Oh, en het Smaterskapelleke, dat trouwens niet mooi is, blijkt toegewijd aan Sint-Martinus, maar er schijnt een beeld van Dimpna in te staan.
En ook boven de deur van het oude ziekenhuis staat ze.
En in een nis van een muur, bijna op een kruispunt, zie je de onthoofding van de arme dame. Helemaal vanuit Ierland hiernaartoe gevlucht, en dan nog niet veilig voor de vader. Dit plekje is "volgens overlevering de exacte plaats" waar het is gebeurd.
De Dimpna-Kerk was pas om twee uur open, dat was eigenlijk wel jammer. Maar we fietsen tegen die tijd al een eind buiten Geel. Het stadse hadden we (vonden we) genoeg bekeken, nu was het platteland aan de beurt. Via mooie paden en rustige weggetjes hebben we een rondje Geel gedaan. Iets van bijna veertig kilometer, en erg mooi!
Nou, vanmiddag kregen we toch een leuke verrassing! Een langswandelende mevrouw vroeg vanochtend wat de naam Nocht betekende, en ook hoe we gereisd hadden. Ze was erg enthousiast over onze belevenissen.
Vanmiddag kwam Nicole, zo heet ze, weer langs en gaf ons Geelse Hartjes. Lief! De koekjes zijn het symbool voor de barmhartigheid van de stad. Dat wordt smullen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten