Vandaag hebben we ongeveer 30 kilometer gevaren en vijf sluizen gedaan, maar niet eens een vaarfoto gemaakt. Okee, het kanaal was grotendeels rechttoe-rechtaan, maar niet vervelend. De bruggen waren minder mooi dan we gewend waren, er zat geen sjeu aan de betonnen exemplaren, ook niet aan die van ijzer.
Maar de fietsers maakten er wel een showtje van: ze bonjourden en zwaaiden, bleven soms staan kijken en maakten foto's van ons.
We vonden wel dat het Fryke Gea hier aan de bak moet. En snel ook. Want we hadden ons al verbaasd over de wallen van het Canal Latéral à la Marne: aan de fietspadkant damwandplaten van staal met een dikke rand beton erop, aan de andere kant slechts de damwandplaten. Waarvan er heel af en toe eentje wat lager was, zodat het wild uit het water kan klimmen.
Maar die mogelijkheid was er bijna niet voor de beestjes. We bedachten dat reeën die naar de andere kant van het kanaal zouden willen, toch echt moesten gaan zwemmen. Een brug nemen is toch geen optie. Maar hoe weten ze nu waar ze naar toe moeten om weer op de wal te klimmen? Trouwens, aan de kant van het fietspad kunnen ze helemaal niet uit het water komen.
En verdorie, we hebben twee keer vandaag een dood reekalfje zien drijven. Beide lagen nog niet zo heel lang in het water. Zó sneu!
Varend langs het grote circusgebouw (één van de zeven in Frankrijk) en een mooi park bereikten we het centrum van Châlons-en-Champagne. Een stadje dat tot 1977 Châlons-sur-Marne heette. We legden aan, aten heerlijk verse baguette (vanochtend in Pogny gebakken), en fietsten de stad in.
We werden vrolijk van Châlons. Van de bolder, waar ik mijn lijntje om gooide, van de vele beschilderde putdeksels, de mooie gevels, de vele balkonnetjes en van het feit dat het centrum niet zo groot is.
En ook van de felgekleurde glas-in-lood ramen van de Eglise Notre-Dame-en-Vaux. Weer een enorm groot gebouw, met waanzinnig veel bogen. We probeerden ze te tellen maar zijn bij 189 de tel kwijtgeraakt.
Er zal een reden voor zijn, maar ik begrijp niet dat er geen stenen banken in kerken zijn geplaatst. Ja, die zijn hartstikke koud aan je billen, maar daar heb je kussentjes voor. Maar de stoelen (die denk ik niet lekker zitten) vind ik niet zo mooi.
Er waren twee rijen massieve banken, waar een vreemde rugleuning in gemaakt was: je kunt niet tegen elkaar aan zitten, maar misschien wel stiekem een powernap doen.
In deze kerk staat ook weer een beeld van Jeanne d'Arc. Met een brandend kaarsje er naast. En: er lagen briefjes bij haar voeten. We hebben ze stil laten liggen, en weten dus niet of het wensbriefjes of bedankbriefjes zijn.
Via een steegje kwamen we aan de achterkant van een andere kerk, waar huizen echt bijna tegenaan gebouwd zijn. Het was woekeren met ruimte blijkbaar. De Eglise-Saint-Alpin was gesloten, en zag er van buiten wat rommelig uit.
Maar in datzelfde steegje staat een vakwerkhuis die niet glad is. De zijgevel heeft heel veel vakken die allemaal een beetje scheef staan. Het lijkt wel een beetje op een BuurmanEnBuurman-project, haha!
Op weg weer naar de boot fietsten we langs de Cathédrale Saint-Etienne-de-Châlons. Deze had meer tierlantijntjes, misschien komt dat omdat bisschop François Touvet hier "woont". We hebben de beste man niet ontmoet, want zoals bijna altijd hadden we de kerk voor ons alleen.
Dat er bijna nooit iemand tegelijk met ons in de kerk is vinden we wel fijn. Dan kunnen we tenminste bespreken wat we ervaren en wat we zien. En: laatst in Langres bemoeide de dame van de routeplanner op de telefoon zich er mee: haar stem "links aanhouden, daarna rechts afslaan" klonk best luid en galmde flink!
En vandaag hebben we in de Notre Dame een filmpje gemaakt voor de kindjes. Dat kan ook alleen als er niemand in de buurt is.
Nu liggen we weer een paar kilometer verder, in het mini dorpje Condé-sur-Marne. Hier is de afslag naar Canal de l'Aisne à la Marne. Deze hadden we moeten nemen als we naar Reims hadden gewild. Nou, dat willen we ook wel, maar we gaan richting Parijs, want dat willen we nog liever.
We liggen achter een salonboot, uit Nieuwersluis. Dat plaatsje aan de Vecht kennen we. Met Hetty en Derrek is het gezellig kletsen. Hun boot, de Heerlijkheid, was een werkboot, ze hebben er lang geleden al een prachtige salonboot van laten maken.
Ze vertelden dat vanaf hier tot aan Parijs het goed varen moet zijn (wat wier betreft), het Canal d'Ardennes heeft een pittig stukje maar is verder ook goed. Maar de Maas schijnt bar en boos te zijn, tussen Verdun en Toul zelfs gesloten. Maar in Châlons-en-Champagne hoorden we van een Zwitsers stel dat het Canal d'Ardennes hun afgeraden was. Zij hebben vanuit Nederland een heel eind om moeten varen. Maar nu denken we dat dat een Broodje Aap verhaal is geweest. Gerard geeft aan dat het hem goed gaat, op het Canal d'Ardennes. Fijn!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten