woensdag 14 juni 2023

Naar Saint-Jean-de-Losnes, op kilometer 215

Vanochtend vroeg ben ik er nog in geslaagd een sfeervolle foto van Seurre te maken, met zicht op de Saône en heel in de verte onze boot. 



Het leek wel een drukke dag vandaag. We steunden de middenstand van Seurre, babbelden met Jean-Pierre de sluismeester, voeren naar Saint-Jean-de-Losnes op kilometer 215, fietsten langs het Canal de Bourgoigne, wandelden in het dorp, bezochten het een museum, hebben ook de middenstand van Saint-Jean gesteund, en goede daden verricht.

Toch viel het allemaal erg mee hoor. Na ongeveer twintig kilometer gevaren (doordat we middels een kanaal een stuk van de Saône oversloegen scheelde dat zomaar tien kilometer),en een snelle schutting door Jean-Pierre kwamen we rond koffietijd aan in Saint-Jean. Aan weer zo’n tribune-achtige kade.

Apart was het wel: vlak bij de waterkant waren ringetjes met een doorsnede van een centimeter of drie tussen de stenen gemetseld, dus we dachten al dat we met behulp van een harpje onze lijnen moesten vastmaken. Maar twee tribune-treden hoger waren ringen waar wel drie van onze lijnen doorheen konden. En helemaal bovenaan lagen enorm grote ringen. Zou het een kunstproject zijn? Logisch was het niet.

We dronken koffie met een soort Indische cake, uit Seurre. Kostte ruim vijf euro en was het lang niet waard. Droge kost, om te Zeuren dus.


Daarna zijn we via de markt (klein, maar er waren wel matrassen te koop, nog niet eerder gezien) naar het museum geweest. Een museum voor de uitgestorven binnenvaart. Leuk, grappig, kneuterig. 



De drie jonge dames van de Tourist Info konden me niet zoveel vertellen: op mijn vraag of er een wandelroute in het dorp was zei er eentje “dat we inderdaad konden wandelen, maar dat we ook ook een fiets konden huren.” Tja....

Na de lunch fietsten we een stuk langs het Canal de Bourgogne. Dit kanaal hadden we willen nemen met de boot, maar de VNF gaf op de site aan dat dat met onze diepgang niet mogelijk is. Nou, het eerste deel was tamelijk recht, maar we fietsten lekker in de schaduw dus dat was wel lekker. Bij het tweede sluisje namen we een korte pauze. De “tuin” werd heel mooi onderhouden door de bewoonster van het sluishuisje. Zo mooi hadden we het nog niet eerder gezien.

Maar hoe de sluis op gang gebracht zou moeten worden weten we niet. We zagen geen blauwe en rode trekstang. Misschien werd dat uitgelegd bij de eerste sluis, maar daar zijn we niet langs geweest.

Bij de boulanger kochten we nog een brood voor bij de soep van vanavond. Ik vroeg om een flûte, maar kreeg een dun stokbroodje. Hier blijkt een baguette groter te zijn dan een flûte. Dat was bij de vorige bakkers niet zo. Contant betalen (het was slechts 95 cent) moest in een automaat die we vaak bij supermarkten hadden gezien. Handig in Covid-tijd, en de bakker heeft op deze manier geen geld in de winkel.

Vandaag hebben we ook nog een paar boten helpen aanleggen, omdat dat gedoe met die ringetjes toch wel een dingetje was. Veel mensen willen lekker ruim liggen, met een meter of 6 tussen de boten in. Maar aan het eind van de middag moesten ze allemaal toch wat opschuiven, omdat er nog eentje bij wilde. Dat was wel weer een grappig gezicht.

Op het water viel niet veel te beleven: na een uur of vier kwam er niemand meer langs. Bijna saai was het, maar daardoor wel heerlijk rustig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten