maandag 19 juni 2023

door de tunnel en sluis nr 1, naar kilometer 150,2

Gisteravond, tegen tien uur, zagen we wat flitsen. Dat mondde uit in anderhalf uur flink onweer en veel regen. Af en toe was er zo'n harde donderslag dat we het in ons lijf voelden trillen. Maar we lagen goed en de buien (er waren meerdere buien of we zaten midden in een hele grote, dat weten we niet) gingen over.


Vanochtend bleek dat de barometer nog steeds laag staat, dat voorspelt geen mooi weer.


We vertrokken om even voor half tien, toen was het droog. Maar nog geen vijf minuten later regende het, en toen waren we ook al in de buurt van de tunnel. Er is een eenrichtingsverkeerstraject van ongeveer 7 kilometer. De tunnel is 4850 meter lang en 6 meter breed.

Het stoplicht stond op rood, met de vermelding "63 Patiencez - Wait -  Warten". Ha, ze weten dat wij het zijn, want onze afstandsbediening heeft nummer 63. We hebben maar even aangelegd aan een oude spits, die al een poosje geen zorg heeft gehad.


Na een uur kwam ons een Engels motorjacht tegemoet en kregen wij groen licht. We moesten eerst een lang recht stuk richting de tunnel, waarvan we de ingang in de berg zagen liggen. 

Hier ergens is dus de waterscheiding tussen de Middellandse Zee, de Noordzee en de Atlantische Oceaan. Vier stuwmeren, aan de andere kant van de tunnel, zorgen voor de wateraanvoer naar het kanaal. Ze hebben hier niet zoals we op de Donau wel zagen, een bassin waar het water van de sluis uit- en ingepompt wordt. Hier geldt: wat er aan water uitgaat, sjeest langzaamaan naar beneden.

Trouwens, de tunnel loopt onder het dorp van Balesmes door, volgens ons boek op precies 50 meter diepte onder de kerk. 



De tunnel was goed verlicht. Tenminste, de eerste honderd meter. Toen werd het aantal lampen minder, en op een gegeven moment was het zo goed als donker. Hidzer had al twee zaklantaarns klaargelegd, en ik scheen aan bakboordskant op de reling van het looppad en kon zo "meesturen" door te zeggen dat we een tikje naar stuurboord of bakboord moesten.

Leuk was dat niet. Dat zouden hele lange kilometers worden, naar de andere kant van de tunnel. Maar gelukkig, het was vast een detector-foutje, want het licht ging weer aan.   


Nog twee keer hadden we een zonder-licht-gedeelte, maar beide keren duurde dat niet zo lang gelukkig. Ondertussen dacht ik nog wel aan dat dorp boven ons. Stel dat ze een house-party organiseren en allemaal lekker gaan stampen? Ik mocht me niet aanstellen van mezelf, want deze tunnel is al meer dan 100 jaar in gebruik en zal het nog wel een hele poos volhouden. Of niet. Nee, niet aan denken!


Het was wel lang hoor, bijna vijf kilometer in een smalle tunnel. Vooral voor Hidzer, die zichzelf verplichtte om zo stil mogelijk te zitten om zodoende zich goed te kunnen concentreren.  En het ging prima hoor! We hebben de muur of het looppad niet geraakt.

Stiekem waren we blij dat we de tunnel van zuid naar noord deden. Want aan het einde, ik denk op de laatste driehonderd meter, hoorden we luid vogelgekrijs. Erg luid! Het kwam uit een luidspreker, en we denken dat het vogels of vleermuizen moet verjagen. Maar stel dat je van de andere kant de tunnel binnenkomt, dan schrik je waarschijnlijk omdat je niet weet dat de rest van de tunnel hartstikke stil is. 

Na een uur waren de aan de andere kant van de tunnel. Het was droog, maar er hingen wel wat dreigende wolken. Eerst moesten we nog een lang smal stuk met eenrichtingsverkeer, en daarna lag er een motorjacht op ons te wachten. 


Bij de eerste sluis oogde het wat rommelig: een huis van Jean-Pierre met veel prullaria, een kerk, een spoorlijn, een snelweg over een hoge brug en een langzaamverkeersweg vlak na de sluis.

Dit was wel relaxed sluizen hoor, zo naar beneden. We voeren naar binnen, legden een lijn om de bolder, drukten op de knop van onze afstandsbediening, zakten langzaam naar beneden en mochten er weer uit. Hidzer hoefde niet de ladder op, en de afstandsbediening deed het. In de laatste sluizen van gisteren, waar aan bakboordskant geen ladder was, moesten we voorin de sluis naar de ladder aan stuurboordskant, en wanneer de lijnen om de bolders waren weer terug naar achterin de sluis, omdat aan bakboordskant de duwstang was. De afstandsbediening deed het niet, vijf meter lager. 

Nu ging alles vlot en gemakkelijk.

Op een gegeven moment zagen we aan onze rechterkant een stuwmeer liggen. Duidelijk door de akelig rechte lijn in het landschap. Misschien gaan we morgen even kijken.

Het was hier groener dan aan de andere kant van de berg. Glooiende grasvelden, veel bomen, erg mooi.

Op kilometer 150,2 stond er weer een Poteau Bleu voor ons klaar. Op een mooi rustig plekje, naast een fietspad. Het was even zoeken naar de bolders in de berm, want Jean-Pierre had hier niet gemaaid, maar we vonden ze en liggen nu prima. We deden de oven aan en bakten een paar afbakbroodjes (gekocht toen we anderhalve week geleden in Nederland waren), want het was al na enen.



Vanaf de oude gietijzeren brug, achter ons, waar bijna geen verkeer over rijdt, kun je mooi zien hoe leuk we hier liggen.

We stapten op de fiets, gingen langs het water richting Langres. De haven even verderop is drie maal niks. Een kade, weliswaar met water en elektriciteit, maar nauwelijks plaats voor passanten tussen de altijd-liggers.

Het was een flinke klim naar de buitenwijk van Langres, waar we een Intermarche en een bakker troffen. Bij de bakker kocht ik drie Baguettes Traditionelles en kreeg er vier. Bij deze bakkerij houden ze blijkbaar van puntjes: de bakker maakte puntjes aan de uiteinden van de baguettes, de mevrouw in de winkel pakte ze in papier en draaide daar een mooi puntje aan. Leuk!

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten