Gisteravond, tegen tien uur, zagen we wat flitsen. Dat mondde uit in anderhalf uur flink onweer en veel regen. Af en toe was er zo'n harde donderslag dat we het in ons lijf voelden trillen. Maar we lagen goed en de buien (er waren meerdere buien of we zaten midden in een hele grote, dat weten we niet) gingen over.
Stiekem waren we blij dat we de tunnel van zuid naar noord deden. Want aan het einde, ik denk op de laatste driehonderd meter, hoorden we luid vogelgekrijs. Erg luid! Het kwam uit een luidspreker, en we denken dat het vogels of vleermuizen moet verjagen. Maar stel dat je van de andere kant de tunnel binnenkomt, dan schrik je waarschijnlijk omdat je niet weet dat de rest van de tunnel hartstikke stil is.
Na een uur waren de aan de andere kant van de tunnel. Het was droog, maar er hingen wel wat dreigende wolken. Eerst moesten we nog een lang smal stuk met eenrichtingsverkeer, en daarna lag er een motorjacht op ons te wachten.
Dit was wel relaxed sluizen hoor, zo naar beneden. We voeren naar binnen, legden een lijn om de bolder, drukten op de knop van onze afstandsbediening, zakten langzaam naar beneden en mochten er weer uit. Hidzer hoefde niet de ladder op, en de afstandsbediening deed het. In de laatste sluizen van gisteren, waar aan bakboordskant geen ladder was, moesten we voorin de sluis naar de ladder aan stuurboordskant, en wanneer de lijnen om de bolders waren weer terug naar achterin de sluis, omdat aan bakboordskant de duwstang was. De afstandsbediening deed het niet, vijf meter lager.
Nu ging alles vlot en gemakkelijk.
Op een gegeven moment zagen we aan onze rechterkant een stuwmeer liggen. Duidelijk door de akelig rechte lijn in het landschap. Misschien gaan we morgen even kijken.
Het was hier groener dan aan de andere kant van de berg. Glooiende grasvelden, veel bomen, erg mooi.
Op kilometer 150,2 stond er weer een Poteau Bleu voor ons klaar. Op een mooi rustig plekje, naast een fietspad. Het was even zoeken naar de bolders in de berm, want Jean-Pierre had hier niet gemaaid, maar we vonden ze en liggen nu prima. We deden de oven aan en bakten een paar afbakbroodjes (gekocht toen we anderhalve week geleden in Nederland waren), want het was al na enen.
We stapten op de fiets, gingen langs het water richting Langres. De haven even verderop is drie maal niks. Een kade, weliswaar met water en elektriciteit, maar nauwelijks plaats voor passanten tussen de altijd-liggers.
Het was een flinke klim naar de buitenwijk van Langres, waar we een Intermarche en een bakker troffen. Bij de bakker kocht ik drie Baguettes Traditionelles en kreeg er vier. Bij deze bakkerij houden ze blijkbaar van puntjes: de bakker maakte puntjes aan de uiteinden van de baguettes, de mevrouw in de winkel pakte ze in papier en draaide daar een mooi puntje aan. Leuk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten