donderdag 31 augustus 2023

naar Utrecht

Het was gisteren een stuk frisser, zomaar. Zestien graden, dat zijn we al een tijdje niet meer gewend. En toen we vertrokken begon het ook nog te miezeren. Dat was niet erg, maar het begon steeds meer op serieus regen te lijken. We hebben de weer-apps toch maar even bekeken, en ja: de hele ochtend zou het nat blijven.

We gingen het Maas-Waal-Kanaal op. Een ruim dertien kilometer lange verbinding tussen (hoe kan het anders) de Maas en de Waal. Aan beide uiteinden van dit kanaal staan sluizen, en we dachten die gewoon actief zouden zijn, zo op de grens van een rivier en dit kanaal. 

Maar nee, de eerste sluis, Heumen, stond open. Die staat in de regel open, tenzij het water op de Maas zó laag is dat het kanaal zou leeglopen. Vandaag was er dus niets aan de hand, beide "vaarstroken" hadden hun eigen sluis waarvan beide deuren open stonden.

Intussen was het behoorlijk aan het plenzen, het zicht werd wat minder, dus we besloten de buien af te wachten. Aan de wachtsteiger voor de sluis. We hebben koffie gedronken, en na een uurtje vonden we het genoeg opgeklaard om verder te varen. 

Bij Sluis Weurt, vlak voor de Waal, werden we geschut met twee vrachtschepen en een Belgische speedboat. Toen we tegen één uur de Waal opvoeren, bleek dat we mooi met de Gerja mee op konden varen. Gerja, door ons al direct Gerja-Mienjong genoemd omdat het een Groninger was, ging dezelfde kant op en met een beetje extra gas van ons hielden we 'm mooi bij.

Handig, want het was hartstikke druk! Zo rustig als het gisteren was, toen we in Nijmegen lunchtten, zo druk was het nu. In de bochten werd vaak de Blauwe Vlag gevoerd, dus we moesten elkaar dan stuurboord-stuurboord passeren. Geen probleem voor ons want op de Donau waren we dat slingeren wel gewend.

Op een gegeven moment voeren we zelfs met vier schepen naast elkaar. Wij werden van achteren ingehaald door een sneller varend vrachtschip, rechts kwam ons een Blauwe Vlag voerend schip tegemoet, en links voer een schip dat gewoon zijn eigen kant hield.

Maar alles verliep prima. Het was een kwestie van goed uitkijken en lekker hobbelen op de golven. En grappig: we kwamen de Nocht uit Drachten tegen. Er heten meer hondjes Fikkie dan er schepen Nocht heten, dus we hebben vrolijk naar elkaar gezwaaid.


Af en toe was er nog een spettertje, maar zoals beloofd door de weermannen bleef het verder droog. We gingen na twee uren op de Waal achter Gerja-Mienjong het Amsterdam-Rijnkanaal op, en direct de PrinsBernhard sluis in. Daarna deden wij het weer een tikje rustiger aan.

We kregen nog een complimentje van een Belgisch vrachtschip dat vanuit de industriehaven van Tiel ook het Amsterdam-Rijnkanaal op wilde. Gerja-Mienjong reageerde niet op zijn marifoon-oproep, wij wel. Hij zei dat onze collega weliswaar groter was maar niet luisterde. Nou Gerja-Mienjong, daar kun je het maar mee doen!

Het werd zowaar nog een prachtige zonnige avond. Tegen acht uur voeren we de Vecht op, tussen Oud Zuilen en Maarssen in. De wijk heet Op Buuren, dat klinkt wel grappig. Officieel is het hier misschien geen echte aanlegplaats, maar ach, er staat niet dat het niet mag, en we zijn nog steeds toerist.

Tegen kwart over elf werden we wakker door vuurwerkknallen (vreemde tijd), maar verder was het heerlijk rustig. 

Vanochtend, toen we keken op Vaarweginformatie.nl of er nog stremmingen zijn, stond er niets meer over de Spieringbrug bij Muiden. Vreemd! De hele zomer zou deze brug gestremd zijn. Is de zomer alweer voorbij dan?

Ik heb de brugwachter gebeld en ja: de brug draait weer als vanouds. Mooi! Daarna belde ik de werf van De Bruyn Watersportservice in Weesp, en kon een afspraak maken voor donderdag 7 september. Dan wordt de mast weer rechtop gezet. Joepie!

De naaste bewoners hier zijn best nieuwsgierig, dus we hebben best wat vragen beantwoord over de boot, de mast, de naam, onze bestemming, en zelfs "of we het leuk vinden, varen op een boot". Grappig!

Ik ben er in geslaagd een afspraak te maken voor vanmiddag bij een kapper. Het was even fietsen maar wel door een mooie omgeving. Jolanda is een pittige leuke vrouw, en vooral een mentaal sterke vrouw. We hebben lekker gekletst en ik zie er (volgens Hidzer) weer uit als mezelf. 

Vanavond hebben we het heel gezellig gehad met Neef Mark. Eerst borrelden we bij ons aan boord, en daarna fietsten we naar het centrum van Utrecht waar we aan de gracht heel gezellig zaten en aten bij Kartoffel. Op de rekening stond onderaan: Wenn du trinkst, stirbst du. Wenn du nicht trinkst, stirbst du auch. Also trinkst du. Ja, dat past wel bij studenten!

Na nog een bliksembezoek aan Marks kamer fietsten we door donker Utrecht weer naar huis. Op sommige stukken waren de lantaarnpalen uit of verdwenen (dat konden we niet eens zien), maar gelukkig had ik nog een klein zaklantaarntje in mijn zadeltasje, en Hidzer een achterlichtje, dus we zijn veilig thuisgekomen.

dinsdag 29 augustus 2023

Mookerplas

Na een heerlijke douche op de jachthaven (sinds lange tijd niet zó lekker gedoucht, dat is geloven we bij Anneke thuis geweest, in juni), hebben we weer buiten ontbeten en zijn op de fiets gestapt voor een paar boodschappen.

We vertrokken in de zon, de Maas slingerde lekker, Maaike beeldbelde met Welmoed, de gierpontjes gierden voor en achter ons heen en weer, we zagen best veel bomen die aangevreten waren door bevers, en het werd wat bewolkter.


Ons doel was het stadshaventje van Cuijk. Klein, maar misschien zou er een plekje voor ons zijn. Nou, er was een soort van uitstulping en er lag een kruiser. Een kruiser uit Roermond. Die had bloembakken op de wal, dus waarschijnlijk was het zijn zomerverblijf. We voeren heel voorzichtig het haventje in, maar het werd ons te ondiep. Jammer Cuijk, we gingen verder.

Twee kilometer verderop was een stadshaventje van Mook. Daar lag (voor eeuwig waarschijnlijk) een sleper maar verder was het een haveloze boel. Okee, jammer Mook, het werd Plan C.

We voeren een vaartje in dat naar de Mookerplas leidde. Daar was het even dubben: ankeren of in een haven? Ankeren is lekker maar we wilden eigenlijk ook fietsen vandaag. Het is maar de vraag of we hier ooit nog eens komen, dus..... Het werd de haven. 

Het bleef droog, maar er waaiden wel veel dreigende wolken over ons heen. Maar op het journaal hoorden we dat het in Beieren en omstreken bar en boos geweest is. Heel veel regen, wind, onweer en hagelstenen, met enorm veel schade en ook nog tientallen gewonden tot gevolg. In het dorpje Bad Bayersoien zijn 80 procent van de huizen beschadigd, tuinen verwoest, bomen ontworteld en alle auto's die buiten stonden zien er ook niet meer uit. Poeh, dan hebben wij weer veel geluk gehad hoor.


Vanmorgen zag het er niet zonnig uit, maar het was wel lekker warm. Lekker om te fietsen.


We hadden een route van bijna vijftig kilometer uitgestippeld. Het begin was direct al pittig, want bij de Mookerhei gingen we al steil omhoog. En wij maar denken dat heide altijd op vlak gebied (en laag) lag, nou, dus mooi niet!

Maar ach, het fietste lekker (toch wel), het was rustig, we kwamen langs grote huizen aan een zandpad. Mensen wilden blijkbaar geen asfalt, maar hebben wel een "eigen" boskappelletje. Dat is wel weer een leuk verhaal. 

Bisschop Lemmens ging halverwege de vorige eeuw op rondreis, met het eeuwenoude beeld Onze Lieve Vrouw Sterre Der Zee. Met als doel om de Mariaverering nieuwe impulsen te geven. De Bisschop en Sterre kwamen ook in het buurtje Biesselt. Maar ja, daar was geen kerk. Sterre werd daarom even een paar uren in een houten constructie bekleed met dennentakken gestald. 

Maar nu, sinds 2014, staat er dus een klein kappelletje. Met een nieuw Mariabeeld, een paar kaarsjes, bloemen, foto's van overleden mensen en zelfs een kussentje op een bankje. 


De havenmeester had gisteren verteld dat er waarschijnlijk een sterke stroming stond op de Waal. Sterker dan normaal, vanwege de regenval verderop in Europa. Wij hadden niet verwacht dat dat al zo snel een effect zou hebben, ruim 200 kilometer verderop, maar ja, water blijft maar stromen natuurlijk.

Toen we in Nijmegen aan de Waal lunchten, zagen we het: de scheepvaart ging erg langzaam de Waal op, en supersnel de Waal af. H'm. Toch moeten we hier kiezen: de Waal af, naar Tiel, en dan via Utrecht naar de Vecht, of de Waal op (20 kilometer), en dan over de IJssel naar Zwolle en zo richting het IJsselmeer. 

We hebben de schepen zien varen, ook pleziervaart, en besloten om niet via de IJssel te gaan. "Gewoon" via het Amsterdam-Rijn-Kanaal dus.


Tevreden met deze beslissing stapten we weer op de fiets. Een prachtige route langs een stukje Waal, over dijken, met mooie uitzichten en af en toe een bankje om stil zittend te genieten.




We bleken zomaar op de Zevenheuvelenweg te fietsen. Dat was te merken! De elektrische-fietsers en de wielrenners gingen ons voorbij, wij zwoegden iets langzamer. Een echte kuitenbijter, deze weg. Men zegt dat het slechts zes heuvels zijn, maar wij hebben er echt zeven van gemaakt omdat we ergens verkeerd reden. Ha, Is er niet eens zoveel te zien, missen we toch nog een bordje. Nou, na onderzoek bleek er een bordje te missen!

Vlak bij Groesbeek kwamen we langs de Canadian War Cemetery. Hier liggen 2617 geallieerde militairen begraven, allen gestorven in de Tweede Wereldoorlog. De meeste kwamen uit Canada, maar er liggen zelfs een Nederlander, een Rus en een Joegoslaaf. We hebben ze niet opgezocht, want het is werkelijk een heel groot terrein. 

Die er weer heel anders uitziet dan andere militaire begraafplaatsen, door de vele bloeiende planten tussen de grafmonumenten. Is dit een soort van Nederlandse Gezelligheid misschien? Het doet volgens ons wel gezelliger aan. Alles is weer prima onderhouden, dat voelt goed.

Vlak bij de ingang staat een enorme namenwand. We dachten eerst dat het de namen van de begraven militairen waren maar nee, dat zijn nog eens 1047 vermisten!


In Groesbeek laafden we ons aan lekkere cappuccino en een stuk appeltaart met slagroom. Waarschijnlijk komen hier vaker fietsers en wandelaars die zich met wat lekkers belonen, want we kregen toch een groot stuk taart! Jammer genoeg niet met echte slagroom, deze grote klodder spuitbusslagroom verdween bijna in het niets terwijl we nog aten. Anneke belde en vroeg of we over tweeënhalve week op de kindjes willen passen, nou, wij zeiden al JAJA voor we de datum wisten! En trouwens, het voelt niet als oppassen, we hebben weer een feestje in 't verschiet! 

De appeltaart had ons weer een boel energie gegeven, dus de laatste kilometers langs de Mookerhei gingen lekker snel.

zondag 27 augustus 2023

naar Venlo

Met een code-geel voorspelling zijn we vertrokken. Er zou veel regen en veel onweer komen, maar gelukkig hebben we vandaag wel duidelijke donders gehoord maar slechts af en toe wat miezerregen.

Het was weer leuk varen, langs hoge stenen wallen bij dorpjes, langs kerken, lekker slingerend soms, met vaak mooie uitzichten, en de twee gierponten bleven 


De (grote) sluis van Belfeld stond al voor ons open, en we hadden 'm helemaal voor ons alleen. Het went nog niet, dat er weer ruim 7000 kubieke meter water "verspild" wordt, maar met de verwachting voor slecht weer de Alpen is het misschien niet zo erg. 

Venlo, de stadshaven, daar wilden we gaan liggen. Maar dat hebben we afgekeurd. Het zag er niet leuk uit, met een hoge muur aan de ene kant, veel struiken daartegenover (zodat je de Maas niet kunt zien), en ook nog een voetgangersbrug bijna boven de boxen.

Dan maar even door, en nu liggen we in een jachthaven. Ankeren mag hier niet, dus we moeten wel. Nu is dat niet zo heel vervelend hoor, want het is een grote maar rustige jachthaven. Met geweldig internet, dus we hebben de Formule1 race in Zandvoort zonder haperingen kunnen zien. Om de overwinning van Max te vieren zijn we uit eten geweest in het restaurant bij de haven. Dat zou heel goed zijn. Ja, het uitzicht, op onze boot, dat was goed. Verder was het matig. Maar ja, smaken verschillen.


zaterdag 26 augustus 2023

Naar Hanssum

De sluizen van Panheel, waar we dus voor lagen, liggen naast elkaar en worden Oude Sluis en Nieuwe Sluis genoemd. De oude is bijna honderd jaar en 145 bij 7,5 meter. De nieuwe is ruim dertig jaar oud en groter (150 bij 12,60 meter), dus geschikter voor modernere vrachtschepen. 

Maar de oude is uniek in Nederland. We hadden de techniek al vaker gezien tijdens onze reis, maar in Nederland wordt deze dure methode niet vaak gebouwd.

De normale manier van het schutten gaat door het sluiten van de deuren, water van het hoogst gelegen deel van het kanaal in de sluiskom te laten lopen tot het waterniveau gelijk is en de deuren te openen zodat schepen er uit kunnen. Dat vol laten lopen van de sluiskom duurt ongeveer zes minuten en in die tijd gaat er ongeveer 9500 m3 "verloren".

Maar hier kunnen ze bij de Oude Sluis ook gebruik maken van waterbekkens (spaarkommen), en dat doen ze in tijden van droogte. Er zijn vier van die spaarkommen, twee aan weerszijden van de sluis en twee wat verstopt in de muren. Eerst worden die spaarkommen die in de muren zitten geleegd, daarna de andere. En tussendoor wachten ze een paar minuten, want het water raakt enorm in beroering. Al met al duurt deze schutting 18 minuten. 

Op deze manier "kost" het schutten ongeveer 6500 m3 water, dus dat scheelt toch behoorlijk wat! Vanochtend hadden wij een snelle schutting, dus ze maakten zich nog niet zo druk over de hoeveelheid water in het kanaal.


We gingen naar het haventje van Hanssum, vlakbij Neer. Ach, we hadden wel verder kunnen varen, maar we hadden wel zin om hier ook weer een eind te fietsen. 

Toen we vorig jaar hier langs voeren, verwonderden we ons over de hoge dijken van de Maas. Ja, we wisten wel dat het water ook 's zomers zomaar heel snel kan stijgen, wanneer het in België en Frankrijk veel en lang regent, maar die hoge dijken lijken zo onwerkelijk. 

Maar we hadden wel een prachtig uitzicht vanaf het fietspad over de Maas richting het oosten, naar Kerkveld en Rijkel.


Het waaide flink, we hadden eerst lekker de wind in de rug. En grappig, zonder dat we het zo bedoeld hadden, kwamen we langs een aantal kastelen. Het kasteel in Kessel zal wel heel luxe zijn van binnen, maar we vonden dat het niet mooi gerestaureerd was. Misschien is restaureren niet het goede woord, want het is gewoon veranderd in een modern gebouw. Met een lelijk dak. 

In Baarlo, iets van zeven kilometer verderop, staan zomaar 4 kastelen. De eerste die we zagen is kasteel d'Erp, privébezit. Niet zo groot, niet zo uitbundig, maar wel leuk om in te wonen denken we.

Kasteel de Raay, dat er niet eens uitziet als een kasteel, is nu een hotel. Een vierkant wit gebouw, het doet ons denken aan een groot Zwitsers huis. 

Maar Kasteel de Berckt, ooit kasteel, later klooster en nu een feestlocatie en groepsaccomodatie, nou, daar zouden we wel willen wonen. In een klein deel dan, want het is wel groot hoor.


De laatste hebben we gemist, maar die schijnt ook niet zo mooi te zijn vertelde een mevrouw onderweg. We picknickten bij een silhouet van een kerk. Leuk gedaan! Het blijkt het silhouet te zijn van de Heilige Familiekapel, die hier vlak in de buurt stond. Nu houdt het de herinnering levend aan meerdere in de Tweede Wereldoorlog verwoeste gebouwen.


De route naar de boot was mooi: bossen, dijken, langs een oud kanaaltje, en het was nog hartstikke rustig ook. 

Het ligt prima in het haventje. De havenmeester vertelde dat in juli 2021 het dikke watertegenhoudende schot echt nodig was geweest. De vereniging was eerst niet zo blij toen de gemeente een hoge muur bouwde, maar ze willen 'm nu niet mee kwijt!

vrijdag 25 augustus 2023

code geel bij Panheel

In een lekker warm zonnetje liepen we naar het centrum van Weert. Bij de Bruna haalden we een stadswandeling, die weliswaar handig klein opgevouwen was en veel info gaf, maar toch onhandig bleek omdat je 'm steeds moest omdraaien om de info te lezen of juist om de plattegrond te bekijken.  

Tegenover de Bruna staat de Sint Martinuskerk. De grote deur stond open dus we liepen even naar binnen. De binnendeur (na het halletje zeg maar) ging automatisch open, maar toen bleek er een dienst aan de gang te zijn. Er zaten een stuk of 10 oudere mensen in de banken, en de priester vertelde over het goede en het kwade. We hebben slechts even geluisterd en zijn toen vertrokken, in de hoop dat de kerk na deze dienst nog open zou zijn.

De route voerde ons langs de McDonalds, dat vroeger Het Vlaaihuis heette. Volgens de folder vanwege het speciale patroon van de dakpannen, die op een raster van een vlaai lijken. Volgens de site van Weert op het internet omdat er sinds 1945 een bakker in zat die vlaaien bakte. Tja.....

We liepen een rondje om de kerk (waar aan de achterkant twee bouwvakkers die met de buitenmuur bezig waren gedwongen pauze hadden vanwege de dienst) en kwamen in de winkelstraat, waar we bij een pand een vreemd gat bij de deur zagen. Dat is een schoenschraper, die werd gebruikt om de kluiten klei van de schoenen te schrapen. Handig!


Er zijn hier een stuk of vijftien religieuze orden geweest, waarvan de Zusters Ursulinen en de Zusters Birgittinessen de grootste en (misschien) de belangrijkste zijn. 

Die Ursulinen zijn "ontstaan", als je dat zo mag zeggen, in Italië, waar ene Angela van Brescia rond 1500 een groepje meisjes om zich heen verzamelde om allerlei Goede Werken te doen, zoals het helpen van zieken en armen en stervenden, maar vooral om "de vrouwelijke jeugd in christelijke zin op te voeden". Als patroonheilige werd de Heilige Ursula gekozen. Dat schijnt een Britse koningsdochter te zijn geweest, die in de vijfde eeuw als maagd en martelares het leven liet in Keulen.

Na 1600 leefden ze niet alleen in Italië, maar ook in veel landen daarbuiten, en ze probeerden zelfs de inheemse bewoners van Canada te bekeren. Omdat in 1872 een wetje in Duitsland werd bedacht, dat kloosters daar zich binnen vier jaar moesten opheffen, zocht het Ursulinenklooster met school en pensionaat uit Dorsten een nieuwe plek. Dat werd Weert. Ze kochten een aantal panden en maakten er een klooster, een kerk, een internaat en een school. Tot 1969, toen vertrokken de Zusters Ursulinen.

Maar de Zusters Birgittenessen zijn al even langer in Weert. Deze groep dames zijn volgelingen van de Heilige Brigitte uit Zweden. Dat was een moeder van acht kinderen die in de 14de eeuw visioenen en openbaringen kreeg, over het lijden van Jezus en de verlossing. De Zusters waren altijd nog op zichzelf, in de kloosters, maar tegenwoordig niet meer. In Weert runnen ze een B&B, een restaurant, een afhaalrestaurant, en je kunt hun zaal boeken voor familiereünie of doopfeest.

Een beroemde dame uit Weert was Antje vanne Staasie. Dat is dialect voor Antje van het station. In het begin van de twintigste eeuw liep ze, met haar haren in een knot, in een lange rok en op hoge schoenen, met een blad vol vlaaitjes over het perron en verkocht ze aan de reizigers. 

Wij wilden koffie met een echte Weerter vlaai, naar het idee van deze Antje. Maar de bakker was nog niet zo vroeg bij het restaurant geweest, dus het werd appeltaart. Met uitzicht op de 72 meter hoge toren van de kerk (die later gesloten bleek) bleek de appeltaart minstens zo lekker als de vlaai zou zijn geweest.


Toen we even later vertrokken met de boot, voeren we nog een kleine vijf kilometer op de Zuid-Willemsvaart. Bij een splitsing bleek dat we als we linksaf zouden gaan op de Zuid-Willemsvaart zouden blijven. Wij gingen echter rechtsaf en daar heette het Kanaal Wessem-Nederweert. Het werd minder zonnig, en toen we de weersverwachtingen bekeken bleek er code geel te zijn uitgegeven voor dit gebied. Oh. Onweer en regen. Oh.


We hoorden af en toe al gedonder, en toen we voor de sluis van Panheel (na 13 kilometer) een lange aanlegplaats zagen was de beslissing gauw gemaakt. Aanleggen! Mooi op tijd, want het begon al snel te regenen en te bliksemen.

Niet zo veel als we verwachtten, maar ja, dat weet je vantevoren niet. Het bleef grijs en nat maar dat was alles. We lazen dat de Dardanellen is afgesloten voor scheepvaart, in verband met een enorme bosbrand bij Canakalle. Het brandt al bijna een maand in de provincie, maar omdat het nu woekert richting de Dardanellen hebben ze deze drastische maatregel genomen.

En in 19 departementen in Zuid-Frankrijk geldt Code Rood vanwege een hittegolf. De Rhône en Saône liggen in dit gebied. Poeh, we hebben toch wel veel geluk gehad met het weer hoor, tijdens onze reis.

Vandaag wilden we wel een stukje verder, maar tot een uur of drie hadden we miezerregen, soms een buitje, en veel bliksem en donder. Nou, dan maar lekker blijven liggen. Tegen een uur of drie was het droog en kwam de zon. 


We pakten de fietsen en deden een rondje van een kilometer of vijftien, langs de Polderplas, de Boschmolenplas en de Lange Vlieter. Gelukkig bleef het droog, en we kregen ook nog eens een mooie zonsondergang.


En over geluk hebben met het weer gesproken: het ging rondom ons flink te keer, met afgezette wegen, problemen met treinen, ondergelopen kelders, omgewaaide bomen en veel wateroverlast tot gevolg. Hemelsbreed nog geen vier kilometer verder, in Maasbracht, stonden straten blank. 

We hebben ook maar even geproost op de goden van de regen en onweer, Thor en Zeus, en alle andere weersgoden (die we niet bij naam kennen) maar die het tot nu toe gelukkig goed met ons voor hebben!

woensdag 23 augustus 2023

naar Weert, in Nederland!

Voor we vanmiddag zouden vertrekken wilden we de foto-expositie bekijken. In Pelt. En op weg daarnaartoe wilden we langs de militaire begraafplaats fietsen. Nou, dat bleek een uitdaging. Dat wat wij aanzagen voor een militaire begraafplaats, heette Gemeentelijke Begraafplaats Neerpelt. 

Op het internet zag het er toch echt uit zoals wij denken dat het er uit zou moeten zien. 


Wij fietsten er naar toe en hadden het idee dat het toch anders zat. Er kwam een mevrouw aangelopen, en toen heb ik het maar gevraagd. En inderdaad, dit is een begraafplaats voor inwoners van de gemeente. En dat alle kruizen hetzelfde zijn, met zelfs naamplaatjes in dezelfde vorm? "Omdat iedereen voor de wet gelijk is" zei ze. 

Ook het hoekje met urnen, ook de cirkel met de grafjes van kinderen. H'm, dat heeft wel wat. 

De oude begraafplaats, veel dichter bij de boot, is kleiner en knusser door de bomen die er staan. Hier liggen twee Engelse soldaten en een Canadese. En een oorlogsmonument, om alle slachtoffers van de twee Wereldoorlogen te eren. 

Heel bijzonder vonden we, dat er genoemd werd of het in 1914-1918 een gesneuvelde betrof of een terecht gestelde, en in 1940-1945 een gesneuvelde of een politieke gevangene.


Toen was het tijd voor wat vrolijks: meer dan 1000 foto's in de straten van Pelt, met als thema "Lens op de mens", en als subthema Humor. Eerlijk, we hebben ze niet alle 1000 gezien, maar wel erg veel. 



Op het Kanaal Bocholt-Herentals was het vanmiddag wat saai: een recht kanaal, met af en toe een brug, een fietser, een bunker of een stelletje ganzen. Maar ach, de zon scheen en we hadden het prima naar de zin. 


Na een kilometer of twaalf sloegen we linksaf de Zuid-Willemsvaart op. Direct was er een sluis, en toen ik ons meldde vroeg Lambik op welke naam de vergunning stond, wie de aanvrager was en waar we vandaan kwamen. Toen ik zei dat we vanaf het Kanaal Bocholt-Herentals kwamen was dat een fout antwoord, hij moest een plaatsnaam hebben. 

Het was de één na laatste sluis in België, en eindelijk werden we gecontroleerd. Ja, bij de eerste ook, door de vriendelijke Lambik die zelf nog probeerde het voor elkaar te krijgen, maar verder hadden de Lambikken er geen zin in waarschijnlijk. 

Ergens in de buurt van de grens hadden we een kilometerdingetje. Het Kanaal bleef Zuid-Willemskanaal heten, maar de kilometeraanduiding sprong van 43,8 naar 48,0 . Zou daar nou geen ambtenaar ooit over hebben nagedacht?

Ongeveer bij die oude grensovergang was een dieselpomp, zowel voor wegverkeer als vaarverkeer. Wij hebben daar maar weer eens de tank volgegooid, voor €1,699 per liter. Dat viel ons niet tegen. 

Zo, en nu in Nederland aangekomen kan de verplichte peddel weer opgeborgen worden. Hier moesten we een peddel paraat hebben voor als de motor uit zou vallen. Eh, een boot van 18 ton? Ja, toch was dat verplicht. En een toeter. En als die uit zou vallen moet je lawaai kunnen maken met iets anders, bijvoorbeeld twee deksels. En we moesten minstens één lijn van 10 meter en eentje van 30 meter bij ons hebben. En een anker. En een marifoon. Nou, dat hadden we standaard allemaal aan boord natuurlijk, maar die peddel? We komen niet eens bij het wateroppervlak vanaf het dek, laat staan dat je de boot vooruit krijgt.......

In Weert moesten we wachten op de brug. We kwamen net voor half vijf aan en de brug zou pas om half zes weer draaien. We legden aan en liepen even naar het haventje aan de andere kant van de brug. Die is gratis, maar voor boten korter dan 10 meter. Nou, de boxen bleken breed genoeg, maar het was erg ondiep. 

We besloten om op onze "wachtplaats voor de brug" te blijven liggen. Vlakbij een leuk beeld van Studio Job: "on the shoulders of Giants".

Hier stond heel lang het gebouw van de Coöperatie Landbouwbelang Limburg, met een kraanconstructie voor het laden en lossen van schepen. De originele cabine is omwikkeld met rozen en wordt gedragen door vier herkenbare figuren van Weert: de arbeider, Prins Carnaval, de Franciscaner monnik en Philips de Montmorency (de graaf van Horne). 

De klok die er op staat loopt terug maar toch vooruit in de tijd: de wijzers en de cijfers lopen achterwaarts maar geven de juiste tijd in het nu aan, in omgekeerde vorm. Zó leuk!

Erbij staat dat dit beeld een ode brengt aan de inspanningen uit het industriële verleden die bijdragen aan het Weert van nu. 



Nou, hier kunnen we het wel een nachtje volhouden!

dinsdag 22 augustus 2023

Pelt en omstreken

Het was een prima plek om te liggen, dit Kanaal naar Beverlo. Tot onze verbazing kwam er, toen we koffie dronken, een binnenvaartschip langsvaren. Hij paste nauwelijks onder de brug, en voer zo rustig dat we er niets van merkten. En even later nog eentje! Werd het toch nog druk op ons kanaal, haha!


Bij het vertrekken drukten ons we af van de wal, want we lagen wat in de blubber. Op het Kanaal Bocholt-Herentals was het hartstikke rustig, we zagen slechts een paar fietsers en één vrachtschip. 

Wel een paar bunkers. Die zijn gebouwd om de Duitsers tegen te houden. Ooit stonden hier aan de kanalen 44 van deze (kleine) bunkers, maar er zijn er een stel vernield in de oorlog, en nu zijn er een paar bunkers ingericht als slaapplaats voor vleermuizen. 


Al gauw kwamen we in Pelt terecht, nou, aan de kade van Neerpelt. Het hoort bij Pelt maar dat ligt een paar kilometer verderop. Een meneer vroeg hoe we de mast omhoog doen, en of we ballast aan boord hebben. En ander kwam er bij en vroeg of we op de boot slapen. Wij probeerden niet vreemd te kijken, maar begrepen gelukkig snel dat slapen hier wonen betekent.

We fietsten naar de Tourist Info in Pelt. Dat heet hier niet zo, en veel info gaf mevrouw ook niet. De VVV, of Tourist Info, zoals we veel gewend zijn en waren, zit in deze streek in het stadhuis.

In Herentals heette het Dienst Cultuur en Toerisme, en die wilden op maandag geen toerist helpen, en stuurden ons op een woensdag op pad met een saaie wandelroute. Met gesloten gebouwen. 

In Geel vonden we de Dienst Toerisme en Stadsanimatie in een gebouw zonder franje, want de vlaggen "waaien telkens om en de meeste mensen kennen onze openingstijden". De brochure kostte 3 euro maar was het niet waard. Geel was een bezoek wel waard.

En hier, in Pelt, moesten we zijn bij de Vrijetijdsbalie. Mevrouw had geen wandelroute voor ons, want "hier zijn geen interessante oude gebouwen". Maar potverdorie, bij de ingang vonden we een handig stadsplattegrond en een leuke folder over de jaarlijkse en vooral grote foto-expositie. En ook nog een heus boek over allerlei activiteiten in de omgeving. H'm, mevrouw is duidelijk niet trots op haar stad en niet geschikt voor haar functie. 

Op weg terug naar de boot zagen we allemaal "Nederlandse" winkels: Jumbo, AH, Gamma, Kruidvat, Hema, en nog een stel andere. Alsof we al bijna thuis zijn......

We liggen niet aan één van de vingersteigers (zes ligplaatsen) maar aan de kade, vlak bij de campers. Een prima plek. Vrachtschepen houden zelfs in, dat hebben we nog niet vaak meegemaakt! We moeten hier 6 euro per nacht betalen, dat is inclusief elektriciteit. Okee, het lastige is dat je naar de bakker moet om een muntje te halen (wanneer je een stukje van je ticket af scheurt) voor de afvalcontainer. Zowel campers als boten mogen hier twee dagen liggen, dat schijnt goed gecontroleerd te worden ook. 

Vandaag zijn we gaan fietsen. Met behulp van dat ene boek en de site over knooppunten hebben we weer een flinke en vooral mooie route gevonden. Tegen de zestig kilometer, maar dat merkten we niet eens. 

Eén van de bossen bleek een naaldbos te zijn, waarvan de bomen tientallen jaren geleden waren aangeplant voor de productie van mijnhout. Maar doordat de mijnen sloten zijn deze bomen nooit gekapt. Nu is er een bosbeheerplan dat er voor zorgt dat kleine inheemse bomen ook genoeg licht krijgen om te kunnen groeien. Maar ook fietsten we door een "laat de natuur zijn gang maar gaan" bos, wat lekker rommelig aandoet.


Het hoogtepunt was ook weer letterlijk een hoogtepunt: er is een fietspad van 700 meter lang, waarbij je in twee cirkels tot op meer dan 10 meter hoogte komt. Dus tussen de toppen van de bomen. Hartstikke leuk! Het heet "Fietsen door de bomen", en dat gevoel krijg je er ook van.



Even verderop (nou, een flink aantal kilometers) kwamen we weer langs een kunstwerk van de Nederlander Will Beckers. Eerder zagen we al een project van hem dat nog niet klaar is, House of Nature, en nu troffen we "de boom in", gevlochten van heel veel wilgentakken. Al in 2011! Je blijft er naar kijken, zó knap en mooi gedaan!


Heel veel banken of picknickplekken waren er niet onderweg, maar bij het hoge fietspad was een creatief bouwsel van gestapelde boomstammen waar we lunchten. En vanmiddag, precies toen we er aan toe waren, zagen we een bordje dat er een ijshoeve was. Daar hebben we lekker gezeten en gesmuld. Trouwens, tussen Hidzers bolletje speculoos en mijn bolletje praliné zat niet zoveel verschil in smaak, maar beide waren erg lekker.

Voldaan kwamen we weer thuis, aan boord. Weer maakten we het niet laat buiten, vanwege de muggetjes. Dat is een beetje jammer. Volgens de camperaars komt het door het water, volgens ons door de bossen......

zondag 20 augustus 2023

naar Nederland, naar de Sahara en weer naar de boot

De zon scheen al vroeg, en het was direct lekker warm. Dit zouden we elk jaar wel willen, van 1 april tot 1 oktober bijvoorbeeld. Bij Dikke Lowie was het tegen tien uur al gezellig druk met koffiedrinkers (met vlaai waarschijnlijk) en wij hadden heerlijke Geelse Hartjes. We proefden duidelijk de marsepein en abrikozenjam tussen de koekjes. Daar kan geen vlaai tegenop! 



Via de site fietsnet.be hebben we een route uitgestippeld. Van bijna 50 kilometer. Het was heerlijk fietsen, en het was tot onze grote verbazing niet druk. Misschien hadden we te bochtige paden gekozen, dat is voor wielrenners en elektrische-fiets-racers en ook voor groepen niet zo leuk waarschijnlijk. 

Maar wij genoten van de prachtige omgeving. Een stukje langs de kanalen, veel door bossen, door het stille Lommel (het was zondag....) en veel door mooie heidegebieden. Soms moet er binnenkort wel even een herder met zijn kudde langs, want wij vonden dat er veel boompjes groeiden, maar ach, we hebben er geen verstand van.

Ergens bij Lommel, waar we volgens onze route linksaf moesten slaan, zagen we rechts een groot Jezusbeeld. We fietsten er even naar toe en zagen ook nog een Lourdes-grot. Een aardige mevrouw, die hier in de buurt woont, vertelde dat dit een heus Bedevaartsoord geweest is, en voor sommige mensen nog steeds.

We hebben een rondje gefietst (dat is niet zo als het hoort waarschijnlijk maar we waren de enige bezoekers) en weten intussen meer over dit park. Hier, in het gehucht Lommel-Werkplaatsen, werd in 1911, dus nog niet zo lang geleden, een kerk gebouwd. Het was een hulpkerk van Lommel, dus mocht er niet getrouwd of begraven worden, maar wel gedoopt. 

In 1925 kwamen de paters Kapucijnen hier. Ze bouwden een klooster en een school, en bij de kerk lieten ze een grot ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes bouwen. (zo heet dat, dus niet zoals ik het wat afgekort zeg). De klooster en de school zijn intussen verdwenen.

Toen de grot klaar was, en er ook nog een Heilig-Hartbeeld gekomen was (zo heet het Jezusbeeld), werden ze beide gewijd en was de eerste bedevaart naar Lommel-Werkplaatsen een feit.

Om de bedevaartplaats aantrekkelijker te maken (er was nu niet zo heel veel te zien natuurlijk), liet Pater Gatejaan (die in het echt Michaël heet) achter de grot zeven kapellen bouwen. En veertien beelden, die de martelgang van Jezus laten zien, en zelfs een kerststal. En rotsen, die lijken op rotsen waar Koning Albert I vanaf gevallen is.  Wat die er mee te maken heeft is ons niet duidelijk. Geen enkel gebouwtje is gelijk, heel grappig.

Onze pater verzorgde tot in 1965 elke maand een bedevaart, nu is dat slechts één keer per jaar. De mevrouw die ons veel vertelde vond dat het allemaal wel wat verwaarloosd werd nu, dat is erg jammer. Zelfs het Jezusbeeld heeft een heus struikje tussen zijn tenen. 




We kwamen langs een paar van de 288 grenspalen tussen België en Nederland. Deze, nummer 191, staat op het hoogste punt van Noord-Brabant en heeft een witte dennenappel op de punt, de anderen een zwarte.


Trouwens, het was heel duidelijk wanneer we in België waren of in Nederland. De fietspaden in België zijn veel beter: lekker breed, en zonder hobbels en gaten. En de bordjes van de knooppunten zijn blauw, die in Nederland zijn groen. Maar in Nederland staan er bij elk knooppunt informatieborden, dat hebben de Belgen dan weer niet.


Ook fietsten we natuurlijk door de Sahara. De Lommelse Sahara, een zand- en duinlandschap. In het midden van het 193 hectare groot gebied, ligt een groot meer. Dat ontstond tussen 1920 en 1925 vanwege zandwinning. Door uitwaseming van de zinkfabriek in Lommel-Werkplaatsen verdwenen alles wat groen was en werd het een enorm groot dor gebied met wit zand.

Om verdere verzanding te voorkomen zijn er naaldbossen aangelegd en is het nu een mooi natuurgebied. Met, als trekpleister voor ons: sinds 2015 een hoge uitkijktoren. Dertig meter hoog, 144 treden, dus het is even klimmen, maar dan heb je een prachtig uitzicht!



De touwen langs de toren (meer dan 3500 meter), doen volgens de architecten denken aan de glooiingen van de zandduinen. Wij vonden het erg leuk, en hadden weer geluk dat we als enige op de toren stonden. 


Thomas belde: hij is intussen door de straat van Messias, op een klein eilandje en gaat morgen naar Palermo. Daar wacht hij op goed weer om naar Sardinië te gaan. Hij maakte nog een grapje, dat hij Hidzers hoofdwond wilde overtreffen. Ergens onderweg, aan het begin van Italië, is hij waarschijnlijk gestoken en reageerde daar heel fel op. De linkerkant van zijn gezicht is dik en puisterig, het ziet er niet uit. In Crotone heeft hij medicijnen moeten halen. Rust nemen in de hitte en met zijn allergie doet hij niet, hij is het zat en wil naar huis. Hij vroeg nog of Hidzer misschien met hem mee wilde zeilen van Corsica naar Marseille. Hidzer heeft vriendelijk voor de eer bedankt. Ach, hij heeft toch wel veel pech hoor!

Maar we hebben nog even gekeken naar de afstanden: of je nu de kust van Italië volgt zoals wij hebben gedaan, of de route die Thomas wil doen via Sardinië en Corsica, het aantal kilometers maakt niet eens zoveel uit.

zaterdag 19 augustus 2023

naar Kanaal naar Beverlo

Hoewel het op zich een prima plekje is, aan het Kanaal Dessel-Kwaadmechelen, besloten we toch een stukje verder te varen. Eerst nog even fietsen, naar een Carrefour en een bakker. Via het dorpje Balen wilden we naar Mol. Maar nog in Balen zagen we een AH! Dat is lang geleden!

H'm, hebben we iets specifiek Nederlands gemist? Nee, dat niet. Wel missen we de Turkse en Griekse baklava, de Griekse feta, de Italiaanse mozzarella (in allerlei soorten) en de Franse Baguette Tradition, kaasjes en worsten.  Maar we keken wel even weer naar de echt Hollandse dingen hoor.

Met een verse Pain de Boulogne (lekker donker) en een "Nederlands stokbrood", een zakje echte borrelnootjes en een doosje drop, en natuurlijk de boodschappen die we gewoon nodig waren gingen we weer naar de boot.

Terugvarend naar het Kanaal Bocholt-Herentals merkten we dat bijna per minuut het water minder helder werd. Op het kanaal was het weer groenig. Jammer.

Drie sluizen deden we vandaag. Ze lagen dicht bij elkaar: binnen 2,3 kilometer hadden we ze alle drie gehad. Steeds 4,30 meter naar boven, dus dat schoot lekker op. Het leuke is dat Lambik (alle drie de Lambiken) naar buiten liep, met een haak aan een lijn. Die liet hij naar beneden glijden waar wij dan de lus van onze lijn om de haak legden, en hij legde de lus om de bolder van de sluis.

Handig, want er waren slechts twee bolders in de muren: eentje heel laag en eentje heel hoog. En de trap was hartstikke smerig. 


De sluizen zagen er alle drie bijna hetzelfde uit. Wat oud, wat begroeid, en van de twee sluiskamers werd steeds eentje gebruikt. Die andere, aan de zuidkant, fungeerde als noodsluis. Als er iets stuk zou zijn met de noordsluiskamer, dan zou de andere gebruikt moeten worden. 

Maar daar groeiden al veel waterplanten, en er stond geen Lambik-hokje bij, dus waarschijnlijk moesten die dan met de hand bediend worden, bedachten we later. De oude gebouwen zijn monumenten en worden nu gerestaureerd (in oude staat gebracht) terwijl de sluizen gemoderniseerd worden. Een flinke klus!



Lambik van Sluis 1 Lommel vertelde dat het toch redelijk druk was: in drie uren tijd had hij twee vrachtschepen en twee pleziervaartuigen gehad. Hij vertelde ook nog dat het binnen een paar minuten zou gaan regenen. Oh ja, dat bestaat ook nog: regen. We kijken heel zelden naar de weersvoorspellingen, want ach, we varen in beschut binnenwater. 


Direct na deze sluis voeren we (volgens plan) het Kanaal naar Beverlo op, een doodlopend kanaal dat op de eerste meters al een aanleg had. Tegenover het terras van Dikke Lowie, een zelfbedieningsterras dat enorm in trek blijkt bij fietsers. Het was er steeds gezellig druk, vanuit de kuip hadden we er goed zicht op, en het was leuk om de afstap-, parkeer- en opstapperikelen te zien.  

Lambik had gelijk: we lagen nauwelijks vast of het begon te regenen. Een half uur ongeveer, met meest miezerrregen en een korte heftiger bui. Maar daarna was het weer prachtig weer, volop zon.


Ha, we zijn tijdelijk lid geworden van de Jachtclub Leopoldsbrug. Niet bewust, maar dat staat op het bonnetje dat we van de havenmeesteres kregen. Eigenlijk moeten we 15 euro betalen, want we liggen aan een gammel steigertje waar elektriciteit te krijgen is. Dus dan zouden we een meter of dertig verderop moeten liggen, voor 10 euro per nacht, zonder elektriciteit. Okee, dan zouden we verkassen, want we hebben het niet nodig. Maar toen mochten we blijven liggen, want het was toch niet druk. 

Mevrouw kon niet vertellen waarom het Jachthaven Leopoldsbrug heet. In het Kanaal naar Beverlo. Nou, we zochten het even op en het is wel weer een apart verhaal. 

België had zich van Nederland losgemaakt rond 1835 maar voelde zich toch nog bedreigd. Haastig werd een legermacht opgezet, en het heidegebied bij Beverlo bleek een mooi terrein om te oefenen. Groot, ruim en dicht bij Nederland.

Er kwamen strohutten en tenten voor de soldaten, paviljoens voor de generaals en een klein paleis voor de koning. Op een gegeven moment waren er 40.000 militairen en 4.000 paarden tegelijkertijd aanwezig, plus nog eens een ziekenhuis en een smalspoorbaan van 115 kilometer over het terrein. Want iedereen moest wel eten en drinken natuurlijk.

Naast de militairen waren er ook burgers werkzaam, en die moesten zich een paar jaar later  buiten het Kamp vestigen. Omdat het Kamp van Beverlo een steeds permanenter karakter kreeg en zelfs een eigen kanal had gekregen, het Kanaal naar Beverlo. De burgers moesten wonen in een planmatig ontworpen stad, Bourg-Léopold. In 1932 werd de stad  hernoemd tot Leopoldsbrug, maar het kanaal bleef zijn eigen naam houden: Kanaal naar Beverlo. Lekker verwarrend, maar toch: er wonen bij Leopoldsbrug (of 't Kamp zoals het nog steeds genoemd wordt) toch nog 3500 militairen!

Vanavond liepen we een rondje van een kleine twee uren aan de noordkant van het Kanaal Bocholt-Herentals. Hoewel het warm was en de zon nog scheen, leek het wel herfst: we zagen veel paddenstoelen en gevallen eikels.


In de luwte van het gevarieerde bos werd het echt warm, en toen we een bordje zagen met de tekst "Steen der 7 Heerlijkheden" hoopten we een plek om te zitten te vinden, met een steen waarop een leuk kleedje met wat lekkers. Maar nee, het was anders.

Op een klein veldje stond inderdaad een steen. Ze noemen het een oude voogdijgrenssteen, maar we hebben nergens kunnen vinden wat dat nou precies is. Men zegt dat hier zeven Heerlijkheden aan elkaar grensden, zeven grondgebieden waar een Heer de baas was. En vroeger was dit de plek waar de scheiding liep tussen Antwerpen, Limburg en Noord-Brabant.


Geen lekkers dus. Wel vervelende mugjes, die ons achtervolgden tot we bijna weer bij de boot waren. Allebei hebben we flinke jeukende bulten, dus we vergeten deze steen niet gauw!

Maar we hadden wel weer geluk gehad met het Hellend Vlak van Ronquières: dat is sinds gisteren weer voor onbepaalde tijd gestremd. Bak 2, waarin wij vervoerd werden op 7 augustus, heeft een defect (zo staat het in het persbericht), terwijl Bak 1 nog niet klaar is.