We wilden op tijd vertrekken, maar het waaide ons te hard.
Dus we bleven vandaag lekker in Çakil. Na ’t ontbijt zijn Hidzer en ik gaan wandelen. Niet zo vreselijk ver: een beetje de berg op naar de vuurtoren, terug langs de begraafplaats en wat slenteren door de steegjes.
Waar we prima aan wennen hier is de temperatuur en dat we met handen en voeten moeten praten. Wat niet went is de rommel. Want oh, wat zagen we weer een rommel. Een complete vuilstort. Op een wandelpad! En echt van alles: schuimrubber, heel veel plastic, kleren, zakken vol pampers, stukken visnet, te veel om op te noemen. Dit land heeft nog even nodig om “opgeruimd” te geraken.
Langs de weg lagen her en der gebundelde takken. We denken om vuur in de kachel of oven mee aan te maken. En grappig: de witte wegmarkering is kortgeleden opnieuw aangebracht, gewoon daar waar hij zijn moest. Of er nou een struikje, een stuk touw of een stuk karton lag maakte niet uit. Die zijn nu ook wit.
Terug aan boord was het tijd voor koffie. En daarna voor allerlei klusjes. Ik heb gewassen, Hidzer heeft een afdichting gemaakt voor het oude kluisgat van het anker, we hebben Thomas twee maal in zijn mast gehesen omdat zijn marifoon het nog steeds niet goed doet, en met het opgevangen douchewater en overgebleven waswater hebben we de boot wat schoongemaakt. Alles plakte van het zout en nu voelt het weer een stuk beter. Ach, zo gauw we gaan varen is het weer een zout gedoe natuurlijk, maar nu is het even schoon geweest.
Onze visservrienden (die heel vrolijk van ver al naar ons zwaaiden) hesen hun netten naar binnen. Niet te tellen hoeveel vierkante meters dat zijn. Dit zal wel zo’n schip zijn die er van wordt beschuldigd dat de hele oceaan wordt leeggevist. Dat kan haast niet anders.
We hebben een lekkere productieve dag gehad, maar Thomas heeft zijn marifoon nog niet kunnen testen. Hij riep op kanaal 16 de Coastguard op, maar er reageerde niemand. Gek is dat!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten