Maar de motor moest dus een poosje aan. Niet zo lang gelukkig, al gauw hadden we een mooi windje. Zo mooi dat we een reef in’t zeil zetten omdat we te veel op Thomas uit liepen. Dat deden we met de reef trouwens ook, dus veel hielp dat niet.
Op een gegeven moment leek onze diepte meter stuk. Hij gaf iets van 8 meter diepte aan, met de tekst: LAST. Wat bleek? We voeren over het diepste gedeelte van de Zee van Marmaris, meer dan een kilometer diep, en dat was voor de dieptemeter even te veel van het goede.
Nog geen vijf minuten later belde Thomas, dat zijn dieptemeter het niet goed deed. Die gaf anderhalve meter aan. Dat kan helemaal niet natuurlijk! Gelukkig deden beide meters het na een paar uur weer helemaal goed, toen we beneden de 100 meter grens kwamen.
We kregen steeds meer wind en golven, zelfs nadat we achter een berg de bocht om gingen. Nou, dan maar niet ankeren, volgens ons was het een flinke vijf Beaufort. We zijn de vissershaven van Armutlu ingevaren en hebben aangelegd achter een visser aan een kale kade.
Toen ik Thomas belde (zijn marifoon doet het nog niet goed) om te vertellen dat we in de haven lagen, kreunde hij over wind, dus ook hij vond het een prima beslissing.
Hij kwam aanvaren en riep meteen dat hij een koelwaterprobleem had. En zijn rubberboot lag ondersteboven. Een half uurtje voor hij de haven in voer waren beide problemen ontstaan. Een D-ring van de rubberboot was losgescheurd en de harde wind (hij had 24 knopen gemeten, een dikke windkracht zes) had de rubberboot ondersteboven geblazen. Was dat te veel geweest voor de motor? Dat kan toch niet?
De motor stoomde zelfs wat, zo heet was hij. Omdat er geen water in het wierfilter zat, en onze trekveer niet helemaal naar beneden te duwen was ging Hidzer in ’t water om te kijken of er een plastic zak of zo in de pijp zat.
Maar dat was niet zo. Er zat een roestvrijstalen schelp voor, zo’n ding dat er voor zorgt dat er juist geen rare dingen naar binnen gezogen worden. Thomas was zo druk en moe en gefrustreerd dat hij dat niet meer helemaal helder had.
Okee, wat dan? Zijn wierfilter stond boven de waterlijn, onder de kuip, en de impeller moet elke keer bij het starten van de motor water aanzuigen. Niet het mooiste systeem, maar het werkt. Na overleg onder ’t genot van een Anleger besloten de mannen de impeller te bekijken. Thomas dook de machinekamer in, Hidzer gaf het gereedschap aan, ik maakte een pastasalade voor ons allemaal.
Nou ja, we aten pas na negen uur, bespraken de dag en de route voor morgen en gingen vlot daarna naar bed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten