dinsdag 9 augustus 2022

Naar Çanakkale en afscheid van Thomas

We vertrokken weer op tijd, om de harde wind te vermijden. Het waaide al een flinke windkracht 4, maar het voelt een beetje alsof we op een grote rivier varen. Dat is niet zo, de Dardanellen is een heuse zeestraat van 70 kilometer lang, en scheidt evenals de Bosporus het Europese gedeelte van het Aziatische gedeelte van Turkije.

Het stroomde flink, richting Griekenland, dus dat kwam ons mooi van pas. Om de bocht kregen we direct flinke golven, maar na een poosje werden die wat minder. We hoorden vreemde vogelachtige geluiden, maar konden niet thuisbrengen waar aan boord er iets mis was. Ha, het bleek de brug te zijn!



In de zon voeren we de 17 zeemijlen naar Çanakkale lekker snel, op de fok. Bijna recht voor de wind, dus af en toe slingerden we wat. We staken de “verkeersweg” over naar de stuurboordskant, ten eerste omdat daar iets meer ruimte tussen de verkeersweg en de wal was, en ten tweede omdat de stroming daar iets sterker was. Het was niet erg druk wat scheepvaart betreft, maar wat er voer (slepers, Schepen Van Oorlog, vrachtschepen), voer wel snel. Uitkijken dus.

Tegen twaalf uur kwamen we in Çanakkale aan. Nou, dat aanleggen was even apart zeg! Wij voeren voorop (as usual), en er kwam een enorme rubberboot naar ons toe. Of we met de boeg of met de kont naar de wal wilden. Met de kont. Hij gaf me een lijn met lus, die moest ik om de bakboordsvoorbolder doen. Terwijl Hidzer een halve cirkel draaide, om in het rijtje met de andere boten te komen, stonden er al 3 mannen op de wal. Nou, even later maar één, want één man was op het laatste zeiljacht gestapt en gaf me vanaf daar een mooringlijn aan.

Dat is een niet-drijvende lijn, die achter aan de wal verbonden is, en voor aan een anker in de grond. De bedoeling is dat je die lijn flink strak trekt en hem op je boot belegd, zodat de kop van de boot mooi stil blijft liggen en je niet naar achteren “drijft”.

Okee, dat was niet zo gek. Maar Hidzer schrok van een andere man, die zomaar bij ons aan boord sprong. Hidzer had een lijn naar de wal moeten gooien van hem, en hij kwam ‘m terug brengen. Met een flinke sprong! Hij belegde de lijn wel op zijn Turks, dus het was een klus om hem weer los te krijgen, maar goed, we lagen. Okee, wij lagen.


Nu Thomas. Die had een dieselpomp zien staan en riep dat hij wilde tanken. “No problem” werd gezegd. Dus hij wilde langszij op de wal gaan liggen. Maar de rubberboot-man, die intussen bij hem al een lijntje had belegd, was dat niet van plan. Hij sleepte Thomas de bocht om. En ook daar was zomaar een man aan boord gesprongen. Nou, Thomas was even helemaal van ’t padje, het duurde even voordat hij weer rustig was. Ik heb twee keer moeten roepen “Thomas!”, met een handgebaar van “hou je nou even heel gauw stil!”.

Maar goed, ook hij kwam zonder kleerscheuren mooi in het rijtje te liggen, moest wel via ons de wal op maar dat was geen probleem.



We gingen naar de havenmeester met de Transitlogs, ik moest ruim 40 euro betalen, maar goed, het was onze laatste avond samen, dat moest dan maar.

Daarna konden we diesel tanken. Er kwam speciaal een tank-meneer langs, die vanaf de pomp een dikke lange slang naar de boot sleepte. Hij moest de naam van de boot intoetsen, maar daarna duurde het even voor hij de boel aan de praat had. Toen het gelukt was, en ik moest afrekenen, bleek dat we nog geen €1,35 per liter betaalden, dat was geen straf.


Hidzer is driehonderd meter gaan lopen voor een tankje benzine voor de rubberboot. Hier mag je weer zomaar benzine tanken in jerrycans, dat mocht in Istanboel immers niet.

We hebben de boot wat afgespoeld (tegen beter weten in, want morgen wordt het toch weer zout), en deden even rustig aan. Er kwamen nog drie boten aan, waaronder een catamaran, en de vier mannen van de haven volgden steeds dezelfde procedure: rubberboot, mooringlijn, aan boord springen. Nu je weet hoe het werkt (en het werkt prima) was het grappig om te zien dat iedereen wat verbaasd reageerde.

Al vroeg begon het flink te waaien. Niks om 15:00 uur, nee, al om 13:00 uur! Windkracht zes met vlagen van zeven. We bewogen wel wat maar lagen prima.

In de middag zijn we de stad in gelopen. We kochten kleine Turkse gebakjes omdat neef Mark morgen jarig is (goede reden toch?), een Beschermend en Gelukbrengend Oog voor Thomas op zijn verdere reis, maar we vonden weer geen zonnehoedje voor de heren.

En we zagen het Paard van Troje. Nou ja, dit is het geval dat in 2004 in een film met Brad Pitt is gebruikt, en Troje ligt hier ook nog eens 25 kilometer vandaan, maar ja, je moet wat doen om toeristen te lokken.....


Trouwens, over de gehele lengte van de Dardanellen wordt veel aandacht besteed aan de Eerste Wereldoorlog. Hier is enorm gevochten (wij wisten daar niets van moeten we eerlijk bekennen) tussen onder andere de Engelsen en de Turken. 



Çanakkale is een echte stad, doet wat toeristisch aan, vooral aan de waterkant. Veel leuke straatjes en steegjes, gezellig, en we voelden ons er veilig als waren we in Sneek.




Aan het eind van de middag namen we een Anleger, Thomas wilde graag zijn route met ons bespreken maar daar hadden wij nog niets van bestudeerd, dus hij nam ons Imray boek over de Griekse wateren even mee aan boord om te bekijken.

Vanavond na ’t eten dronken we een afscheidsborrel, en hij was best emotioneel toen hij het Oog van ons kreeg. Hij ziet er volgens ons best tegenop om weer alleen te reizen, want hij benoemde Hidzers technische hulp, het feit dat we de route uitstippelden en dat we hem altijd in de haven op op ankerplaatsen opvingen, dat ik hem “uit de gevangenis” heb gehouden bij het inklaren in Istanboel, en dat we zo gezellig ervaringen van de dag uitwisselden.

Hij had van ons het Imray-boek over Kroatië en Montenegro gekregen, en de India-vlag (dat je een solo-zeiler bent) kreeg hij ook kado. Daar was hij blij mee!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten