We hadden een rustige nacht. Toen wij naar bed gingen, tegen half elf, was het al erg stil in de haven. En dat bleef het ook. Geen geklets, geen gelal, nee, lekker stil. En wind? Welnee. Het was de hele nacht bladstil. Pas tegen kwart over acht hoorden de wind blazen. Er waren al een paar jachten de haven uit gegaan, dus wij maakten ons ook klaar. Dat kunnen we erg snel (ontbijten kan onderweg ook wel immers), maar voor we ruimte hadden gekregen duurde wel even. Maar het lukte, ondanks dat onze buurman nog een lijn om onze rubberboot gooide (de handigerd....), en tegen half negen voeren we de haven uit.
Er stond een heerlijk windje, dus met een reef in het zeil sjeesden we naar het noorden. Toen we boven Langeland kwamen stond daar een knobbelig zeetje. De golven gingen alle kanten op, waarschijnlijk door wind tegen stroming. Het leek wel of we in een kermisattractie zaten.
De wind werkte ook al niet altijd mee, dus ons tempo was soms lekker hoog, en soms erg laag. We twijfelden al een beetje aan de weermannen, en hadden besloten om tussen de eilanden Omø en Ægersø door te varen om dan te bepalen waar we naar toe zouden gaan. Want tja, de wind beslist. Toch wel.
Nou, de stroming besliste vandaag. We werden enorm weggezet, en besloten dat we om het noordelijkste eiland, Ægersø, te gaan zeilen, dan konden we daar wel voor anker. Want af en toe stond er niet zo veel wind.
De koers die we voeren was ongeveer 13 graden, maar in ’t echt voeren we rond de 43 graden. Zo werkte de stroming. Dus we voeren anders dan we koersten. En soms schoot het niet op, want de wind had niet zoveel zin.
Maar verdorie, toen we uiteindelijk bij het eiland kwamen, stond er een flink windje. En het ankerplekje was niet echt in de luwte. Wat nu? Het was al bijna half twee, dus naar Vordingborg, wat onze wens was, werd het niet meer. Dat zou nog meer dan 50 km varen zijn.
Nou, plan B was Skӕlskør, vlak bij. We vonden het wel genoeg. We voeren een klein riviertje in, met een betonde vaargeul. Een geconcentreerde actie, want soms was het aan beide kanten van de vaargeul slechts 30 cm diep.
Hij gaf ons nog wat tips over de constructie, en kwam na het afscheid nemen weer terug om te laten zien hoe een bepaalde elleboogwartel die hij adviseerde er uit zag op de boot van zijn zwager. Ha, we waren het al, maar zijn nu helemaal blij met ons anker!
Daarna zijn we nog ruim een anderhalf uur gaan fietsen. Door een kersenboomgaard, naar de zee, door het bos en door de stad weer terug. Ook langs de ondiepe plek naast de vaargeul. Het is duidelijk dat het hier niet diep is.
De weermannen zeggen nu dat het vannacht meer gaat waaien dan vanochtend voorspeld was, en dat merken we nu al. Geeft niet, we liggen goed vast.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten