We hadden een wat onrustige nacht. Niet door de wind, maar door Hidzers rechterknie. Die deed enorm pijn door jicht. Een pilletje, even slapen, weer wakker, nog een pilletje, en uiteindelijk werd het toch een pijnstille nacht. Gelukkig maar.
Op deze grijze morgen zijn we weer met een dip in het water gestart. Heerlijk! We hadden gisteren bedacht dat we naar het westen zouden varen, om na weer een ankernacht met zuidwestenwind naar een haven te gaan, daarna een andere (iets noordelijker), om daar de storm van vrijdag/zaterdag af te wachten.
Maar vannacht bedachten we dat we met die zuidwestelijke wind misschien wel naar Rügen konden varen. Dus vandaag vertrokken we met een oostenwind, en we konden zeilen tot de brug van de Guldborgsund. Heerlijk! Gestart in een lange broek, maar die kon al redelijk gauw uit. De wind draaide lekker met ons mee, dat was een enorme meevaller.
De brug draait op het hele en het halve uur. Dat valt natuurlijk wat slecht te mikken als zeilboot, dus we moesten een minuut of tien wachten. Voor ons ging een kruiser met een sleepje door de brug, maar het gekke was dat de brug slechts half open ging! Apart toch? Als –ie nou helemaal open was gegaan, dan hadden wij tegelijk met het tegenverkeer (3 jachten) door de brug gekund. Ach, het geeft ons niets, maar de auto’s moesten wel langer wachten.
We voeren op de Sund achter een Duits jacht aan. Lekker makkelijk voor ons, want dan hoefden we niet zo op de tonnen te letten. Gewoon het jacht volgen, was het devies.
Het was lekker warm, maar we kregen ook een paar spetters. Dan liepen we even naar binnen om te sturen, dat is en blijft luxe hoor.
Via een app kregen we een waarschuwing voor onweersbuien, bij Kiel en Rostock. Flinke langdurige buien met heel veel regen en harde wind. H’m, dat klinkt niet best. Als het morgen maar voorbijgewaaid is....
Het was even na vijven, dus best een lange dag, dat we aanlegden in de haven van Gedser. De zuidelijkste haven van Denemarken. Het is een leuke haven, groter dan we dachten, ook gezelliger dan we dachten, maar het stadje is niet zo geweldig. Wat saai, qua structuur en huizen. Geen sjeu. Een echt veerboot-stadje, waarbij het lijkt of de wereld hierna begint, of hierna eindigt.
We konden nog even meegenieten van een conference-call van onze achterbuurman. We lagen met de konten bijna tegen elkaar. Het was jammer dat we ’t het gesprek konden volgen, want het was een Duitse meneer. Tenenkrommend, hoe ze meerdere volzinnen gebruiken om iets heel simpels te vertellen. Alsof ze een wedstrijdje deden in “Lekker belangrijk doen”.
Het was nog net geen negen uur toen we naar bed gingen, we waren rozig en moe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten