Tegen kwart over acht vertrokken we al weer. Hidzer had het dek nog even gespoeld (het zoute water van gisteren er af), de zon scheen een beetje, er stond wat wind, maar belangrijker: we hadden de stroming lekker mee.
Volgens
de regels hier zijn we direkt naar de andere kant van de vaargeul overgestoken,
om daar buiten de betonning te gaan varen. De fok erbij op, we hadden weer een
prima snelheid.
Ik
wilde alvast brooddeeg kneden, maar dat lukte niet. Door het schommelen op de
golven raakte de weegschaal van slag: hij gaf steeds een wisselend gewicht aan.
Met meel is dat nog niet zo erg, maar het afwegen van zout wordt dan wel een
dingetje natuurlijk. Nou, dan later maar, op het kanaal.
Koffie
zetten lukte gelukkig wel!
Sommige
schepen maakten hele flinke golven, zoals dit schip, de Al Hilal uit Liberia.
Hij gaat naar Engeland volgens AIS, zal wel in Hamburg zijn geweest denken we.
Met spullen voor de Action of zo waarschijnlijk. Het is ook geen kleintje, deze
Al Hilal: 306 meter lang, 40 meter breed en kan 10 meter diep varen.
De
sluis gaf wat oponthoud. Er zijn nu drie sluiskamers: twee in de grote
(noordelijke) sluis, en eentje in de kleine sluis. Nou klein, het is een
knoepert van een sluis. Heel belangrijk, want het is de ingang van het
Nord-Ostsee-Kanal. Het Kieler kanaal dus. Of afgekort: het NOK.
Pleziervaart
mag eigenlijk slechts door de kleine sluis. Hoe dat later gaat, als de nieuwe
sluis die tussen de twee sluizen gebouwd wordt klaar is, weten we nog niet. Het
zal nog wel even duren, want ze zijn er al jaaaaren mee bezig.
Maar
goed, oponthoud dus. We moesten iets van een half uur wachten voor we naar
binnen mochten. En in de sluis lagen we zeker drie kwartier. Eerst was het
wachten op een paar zeiljachten, daarna wilden de deuren niet dicht. Al met al
kostte het bijna anderhalf uur. Maar ach, we hadden koffie, en toen er een
klein buitje kwam stapten we even naar binnen.
Tijdens
dat liggen in de sluis heb ik de ingrediënten voor het brood afgewogen. Nu was
de weegschaal wel tevreden met de situatie.
Eenmaal
op het NOK ging iedereen ons voorbij. Schippers zijn soms net haantjes, ze willen
persé voor de vloot uit. Nou, ze doen maar.
Wij
hebben het deeg gekneed, geluncht, zaten lekker veel buiten, en constateerden
dat veel op het NOK hetzelfde was gebleven. De zwanen waren er nog, de pontjes
(die voor ons wachten, zo grappig), de grote meerpalen op een rijtje, soms nog
een oude van hout ertussen, de bomen die voor luwte zorgden, de hoge bruggen en
vooral de schepen.
Jonge
jonge, wat een knoeperts! Op bepaalde plekken is het NOK wat smaller of is een
bocht wat krap. Smal en krap is erg relatief natuurlijk. Niet voor ons, wel voor
hele grote schepen. Die van categorie 4 of hoger. Erg groot. Op die plaatsen
moet de rest van de scheepvaart (wij soms ook) wachten zodat die reus er veilig
langs kan. Dat wordt aangegeven met een soort verkeerslichten.
Het
brooddeeg was gekneed en gerezen, ik heb er nog wat lekkere zaden doorgedaan en
na nog een rijs werd het gebakken in de wonderpan. Op het petroleumstel van
Hidzers moeder, waar we lampolie in hebben gedaan.
Het
brood is wat licht van kleur, maar het smaakt prima! Voor herhaling vatbaar,
maar dan met wat meer zaadjes en pitjes. En misschien volkorenmeel in plaats
van wit. H’m, genoeg om te experimenteren.
Vlak
bij Rendsburg kwam een zeer dreigende lucht ons achterop. Ver achter ons
regende het flink, maar gelukkig verwaaide het weer bij ons. Dat is mazzel
hebben hoor. Vlak na Rendsburg zagen we twee hele grote en ongetwijfeld dure
jachten in aanbouw. Bijna klaar. Groot en mooi, maar helaas, zo eentje past niet
bij ons achter het huis. Jammer nou....
Nu
liggen we in een oude arm van het NOK. Vlak voorbij Rendsburg, op kilometer 70
van de 100 die het NOK telt. Het is een prachtig plekje, waar we al vaker
hebben geankerd. De zon schijnt, we zijn gelukkig!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten