dinsdag 6 juli 2021

Naar het NOK

Tegen kwart over acht vertrokken we al weer. Hidzer had het dek nog even gespoeld (het zoute water van gisteren er af), de zon scheen een beetje, er stond wat wind, maar belangrijker: we hadden de stroming lekker mee.

Volgens de regels hier zijn we direkt naar de andere kant van de vaargeul overgestoken, om daar buiten de betonning te gaan varen. De fok erbij op, we hadden weer een prima snelheid.

Ik wilde alvast brooddeeg kneden, maar dat lukte niet. Door het schommelen op de golven raakte de weegschaal van slag: hij gaf steeds een wisselend gewicht aan. Met meel is dat nog niet zo erg, maar het afwegen van zout wordt dan wel een dingetje natuurlijk. Nou, dan later maar, op het kanaal.

Koffie zetten lukte gelukkig wel!

Sommige schepen maakten hele flinke golven, zoals dit schip, de Al Hilal uit Liberia. Hij gaat naar Engeland volgens AIS, zal wel in Hamburg zijn geweest denken we. Met spullen voor de Action of zo waarschijnlijk. Het is ook geen kleintje, deze Al Hilal: 306 meter lang, 40 meter breed en kan 10 meter diep varen.

De sluis gaf wat oponthoud. Er zijn nu drie sluiskamers: twee in de grote (noordelijke) sluis, en eentje in de kleine sluis. Nou klein, het is een knoepert van een sluis. Heel belangrijk, want het is de ingang van het Nord-Ostsee-Kanal. Het Kieler kanaal dus. Of afgekort: het NOK.

Pleziervaart mag eigenlijk slechts door de kleine sluis. Hoe dat later gaat, als de nieuwe sluis die tussen de twee sluizen gebouwd wordt klaar is, weten we nog niet. Het zal nog wel even duren, want ze zijn er al jaaaaren mee bezig.

Maar goed, oponthoud dus. We moesten iets van een half uur wachten voor we naar binnen mochten. En in de sluis lagen we zeker drie kwartier. Eerst was het wachten op een paar zeiljachten, daarna wilden de deuren niet dicht. Al met al kostte het bijna anderhalf uur. Maar ach, we hadden koffie, en toen er een klein buitje kwam stapten we even naar binnen.

Tijdens dat liggen in de sluis heb ik de ingrediënten voor het brood afgewogen. Nu was de weegschaal wel tevreden met de situatie.

Eenmaal op het NOK ging iedereen ons voorbij. Schippers zijn soms net haantjes, ze willen persé voor de vloot uit. Nou, ze doen maar.

Wij hebben het deeg gekneed, geluncht, zaten lekker veel buiten, en constateerden dat veel op het NOK hetzelfde was gebleven. De zwanen waren er nog, de pontjes (die voor ons wachten, zo grappig), de grote meerpalen op een rijtje, soms nog een oude van hout ertussen, de bomen die voor luwte zorgden, de hoge bruggen en vooral de schepen.

Jonge jonge, wat een knoeperts! Op bepaalde plekken is het NOK wat smaller of is een bocht wat krap. Smal en krap is erg relatief natuurlijk. Niet voor ons, wel voor hele grote schepen. Die van categorie 4 of hoger. Erg groot. Op die plaatsen moet de rest van de scheepvaart (wij soms ook) wachten zodat die reus er veilig langs kan. Dat wordt aangegeven met een soort verkeerslichten.

Het brooddeeg was gekneed en gerezen, ik heb er nog wat lekkere zaden doorgedaan en na nog een rijs werd het gebakken in de wonderpan. Op het petroleumstel van Hidzers moeder, waar we lampolie in hebben gedaan.

Het brood is wat licht van kleur, maar het smaakt prima! Voor herhaling vatbaar, maar dan met wat meer zaadjes en pitjes. En misschien volkorenmeel in plaats van wit. H’m, genoeg om te experimenteren.

Vlak bij Rendsburg kwam een zeer dreigende lucht ons achterop. Ver achter ons regende het flink, maar gelukkig verwaaide het weer bij ons. Dat is mazzel hebben hoor. Vlak na Rendsburg zagen we twee hele grote en ongetwijfeld dure jachten in aanbouw. Bijna klaar. Groot en mooi, maar helaas, zo eentje past niet bij ons achter het huis. Jammer nou....

Nu liggen we in een oude arm van het NOK. Vlak voorbij Rendsburg, op kilometer 70 van de 100 die het NOK telt. Het is een prachtig plekje, waar we al vaker hebben geankerd. De zon schijnt, we zijn gelukkig!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten