We
hoorden aan onze buurvogel dat er wind stond: de kruiser in de box heeft een
lange, wat flexibele paal naast zijn boot geplaatst, en daaraan hangt een
plastic roofvogel. Dat ding vliegt wat heen en weer. Hoe meer wind, des te
onrustiger hij is.
Het
zal bedoeld zijn om andere vogels weg te jagen, en dat werkte bij hem. Maar
zijn overbuurman had pech: daar zat gistermiddag steeds een zeemeeuw op het
dak. Een lekker poepplekje....
Het
was grijs vanochtend. Niet koud, wel droog. We hebben in de kuip gedoucht, en
onder ’t ontbijt bekeken we de voorspellingen van de weermannen. Misschien
Vordingborg vandaag? Niet dat we nou zo graag daar naar toe willen, maar je
ligt er gauw beschut voor allerlei winden. Maar vandaag was het weer de vraag
of we zo ver zouden komen.
Ten eerste stond er niet zo veel wind, ten tweede zouden we ’t ook nog pal voor de wind hebben, en ten derde wilden we niet zo vroeg vertrekken. Ik stapte op de fiets om weer van die lekkere walnotenbrood te kopen, Hidzer ging even stofzuigen en daarna de boot afspoelen en water tanken.
Na
een eerste bakje koffie zijn we vertrokken. In korte broek en
zeiljas/windstopper. Ik trok al gauw een lange broek en schoenen aan, want het
was niet echt warm.
En
zoals de weermannen hadden bedacht: er stond een aardig windje, maar niet echt
veel en ook nog pal in de rug. H’m. We besloten wat voor de wind te gaan
laveren, en stelden ons plan bij. Niks Vordingborg, maar Karrebӕksminde. Dat scheelt een kilometer of vijfentwintig.
Ha,
we startten met een aandewindse koers, daarna halfwinds, en we hebben als
melkmeisje gezeild en voor de wind gelaveerd. Een beetje van alles wat dus. Het
ging lekker hoor, met in ’t begin wat boten in de buurt, later nauwelijks meer.
De
vorige keer dat we hier in Karrebӕksminde waren (ik geloof in
2014), hebben we voorbij de brug geankerd. En een jaar later hebben we even in
“onze” haven aangelegd, na een nacht op het grote water geankerd, om
boodschappen te doen. In onze beleving was het toen hartstikke rustig. Maar nu was de haven al weer zo goed als vol.
We
waren misschien wat laat, tegen vijven, en we zagen wel een vrije box, maar je
moet hier naar breedte van je boot
betalen. Die vrije box was vijf meter breed en kostte 320 Deense Kronen, dat is
meer dan 40 euro. Niet normaal toch?
Wij
zijn aan de kopse kant van een steiger naast een solo-zeiler gaan liggen.
Meneer vertelde dat we eigenlijk illegaal hier liggen, want het is een
benzinepomp plaats. Maar die pomp staat wel 20 meter ver weg....
En
Meneer vertelde ook nog dat een (grote) speedboot die nu door 3 boten
ingesloten wordt, om zes uur morgenochtend wil vertrekken. Nou, geen probleem.
We hebben een wekker.
Na
’t eten kwam er een Deens gezin naast ons liggen, die konden verder geen plek
meer vinden. Zij waren ook verbaasd door de drukte. In Kopenhagen en aan de
noordkant van Sjӕlland was het heerlijk
rustig geweest. H’m, hebben wij weer....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten