maandag 5 juli 2021

Naar Cuxhaven

Gisteravond tegen 21:00 uur kwam de Iron Lady uit Bunschoten naast ons liggen. Zij waren tegen acht uur vanochtend uit Vlieland vertrokken, en hadden flinke regenbuien gehad, en evenals ons ook draaiende winden en windstiltes. Ze vroegen waar wij naartoe gingen, maar dat weten we nog steeds niet. Misschien Rügen, misschien Polen, misschien Zweden, misschien Denemarken. De wind zal het voor ons beslissen.

We hebben prima geslapen, maar schrokken vanochtend een beetje van weerman Dieter. Hij waarschuwde voor regenbuien met windvlagen van 8 Beaufort, onweer en draaiende winden. H’m. We bekeken Buienradar, Buienalarm en Windy, en zagen dat er een flinke bui tussen tien en elf vanochtend over Norderney zou trekken, vanaf ZuidZuidWest naar NoordNoordOost. Daarna zag het er “schoon” uit. Een windje uit West, later wat windstil en aan het eind van de dag een windje uit Oost.

Na even overleggen besloten we om de eerste bui af te wachten. We hadden tijd genoeg om de stroming op de Elbe mee te pikken. Die stroming wil je niet tegen krijgen, want dan kom je bijna niet vooruit.

Het was best moeilijk hoor, om de rust te bewaren. De Iron Lady en nog een stuk of zes anderen gingen de haven uit, dus het begon wel wat te kriebelen. Zijn we dan te voorzichtig?

Maar gelukkig voor ons, de bui kwam op tijd. Een donkere lucht, heel veel regen en heel veel wind. Met een lekkere kop koffie hebben we het ergste van de bui afgewacht.

En toen vertrokken we om half elf. Twee uur na HoogWater. Het regende nog een beetje, maar we hadden een flinke stroming mee, en in ’t begin dus ook flinke golven. Dat duurde maar een minuut of tien, toen waren we de bocht om en sjeesden we richting Cuxhaven.

Het was grijs om ons heen. Toen we de tonnenrij bij Norderney voorbij waren zijn we maar even binnen gaan sturen. Waarom nat worden als je ook droog kunt staan? De fok stond mooi, de motor zoefde gezellig, de golven en de wind wilden blijkbaar ook graag dat we op reis gingen.

Af en toe hoorden we weer (gekke) Nederlanders op de marifoon. De Sommerwind riep de Spazio op en ze gingen over van kanaal 16 naar kanaal 77. Dat is het klets-kanaal. Wij luisterden even mee natuurlijk. Mevrouw Sommerwind vroeg aan de Spazio “Gaan julie ook om de bult heen? Of neem je de binnendoorweg?” Het antwoord konden we niet verstaan, de marifoon van de Spazio was blijkbaar niet zo sterk.

We denken dat ze de ondiepte bij Norderney bedoelde: wij hebben gisteren de “binnendoorweg” genomen. Blijkbaar wist de andere boot niet waar de ingang van die binnendoorweg was, want Mevrouw Sommerwind zei “Oh, mijn man zegt dat je recht op de ton aan vaart. Je moet naar dat zeiljacht koersen. Ja, wij gaan ook binnendoor.” Huh, een zeiljacht staat niet stil, dat wordt lastig koersen.....

En even later vroeg er nog een Nederlander op het officiële kanaal aan een ander of zijn marifoon het weer deed. En hij vertelde nog even dat ze lekker hadden gegeten: gnocci. Nou ja zeg, lekker belangrijk....

Tegen 13:00 uur kwamen we bij de monding van de Jade en de Weser. Het spannende hier is dat er grote zeeschepen langskomen, die naar of van Wilhelmshaven, Bremershaven of Bremen gaan. Op de AIS zagen we van ver al dat we in botsing-positie zouden komen met de Yasa Golden Marmara, een knoepert van de Marshall Eilanden. En met de Beate die naar Bremershaven wilde. En dan werd het ook nog link met de Wilson Ems uit Barbados. Op de digitale kaart heb ik de afstanden en richtingen wat uitgedokterd, en we besloten om een creatief bochtje te maken en even wat vaart te minderen. Okee, het kost wat tijd, maar ja.... Deze grote schepen lijken eerst heel ver weg, maar ze varen ruim 20 kilometer per uur. Dat klinkt niet hard, maar voor je ’t weet zijn ze vlakbij.

Het is namelijk alsof je hinkelend twee vierbaanswegen moet oversteken. Vrachtwagens rijden heen en weer, en eentje gaat ook nog van weg wisselen. Het is even goed uitkijken, want de schepen (vrachtwagens) hebben een lange remweg!

Maar ach, we hebben gelukkig AIS en de zon scheen, dus het ging allemaal prima.

Vlak na deze driesprong doorkruisten we een grote parkeerplaats voor de zeeschepen. We voeren redelijk vlak langs twee, die gelukkig braaf bleven liggen.

Maar toen zagen we donkere luchten komen. Achter ons. Wisselende donkere en lichte vlekken, met regen (veel regen), alsof de weermannen ons toch nog een flinke bui wilden laten meemaken. Het duurde ruim een uur, deze dreiging, maar gelukkig voor ons losten de wolken bij aankomst op de Elbe op. Eerlijk: we hebben wel even extra gas gegeven hoor.

Op de Elbe hadden we de stroming mooi mee. Het was erg rustig qua schepen, en wij gingen lekker snel. Steeds sneller, doordat de wind wat meedraaide en de fok vol blies. We gingen op een gegeven moment bijna 9,5 knopen, dat is ongeveer 17,5 kilometer per uur. Supersnel voor onze boot!

En het was nog prima weer ook, we genoten! Het was droog, de zon scheen, we aten soep met brood, en hoewel het ongeveer 3 uren varen is op de Elbe (tot onze overnachtingshaven), ging het best snel. Bij Staubenhoft (waar in de jaren 30 en 40 heel veel Duitsers voor altijd vertrokken naar Amerika en Canada) verlieten we de Elbe.

We voeren de Verenigingshaven in Cuxhaven binnen en vonden een mooi plekje. Ik heb het havengeld in een envelopje gedaan (we hebben hier al veel vaker gelegen en weten hoe ’t werkt) en namen daarna een afmeerborrel, of zoals de Duitsers zeggen: “Ein Anleger”. We proostten op Poseidon, Rasmussen, Donar, Freija, en alle collega-goden die ons vandaag zo gunstig gezind waren!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten