We
hebben prima geslapen, maar schrokken vanochtend een beetje van weerman Dieter.
Hij waarschuwde voor regenbuien met windvlagen van 8 Beaufort, onweer en
draaiende winden. H’m. We bekeken Buienradar, Buienalarm en Windy, en zagen dat
er een flinke bui tussen tien en elf vanochtend over Norderney zou trekken,
vanaf ZuidZuidWest naar NoordNoordOost. Daarna zag het er “schoon” uit. Een
windje uit West, later wat windstil en aan het eind van de dag een windje uit
Oost.
Na
even overleggen besloten we om de eerste bui af te wachten. We hadden tijd
genoeg om de stroming op de Elbe mee te pikken. Die stroming wil je niet tegen
krijgen, want dan kom je bijna niet vooruit.
Het
was best moeilijk hoor, om de rust te bewaren. De Iron Lady en nog een stuk of
zes anderen gingen de haven uit, dus het begon wel wat te kriebelen. Zijn we
dan te voorzichtig?
Maar
gelukkig voor ons, de bui kwam op tijd. Een donkere lucht, heel veel regen en
heel veel wind. Met een lekkere kop koffie hebben we het ergste van de bui
afgewacht.
En
toen vertrokken we om half elf. Twee uur na HoogWater. Het regende nog een
beetje, maar we hadden een flinke stroming mee, en in ’t begin dus ook flinke
golven. Dat duurde maar een minuut of tien, toen waren we de bocht om en
sjeesden we richting Cuxhaven.
Het was grijs om ons heen. Toen we de tonnenrij bij Norderney voorbij waren zijn we maar even binnen gaan sturen. Waarom nat worden als je ook droog kunt staan? De fok stond mooi, de motor zoefde gezellig, de golven en de wind wilden blijkbaar ook graag dat we op reis gingen.
Af
en toe hoorden we weer (gekke) Nederlanders op de marifoon. De Sommerwind riep
de Spazio op en ze gingen over van kanaal 16 naar kanaal 77. Dat is het
klets-kanaal. Wij luisterden even mee natuurlijk. Mevrouw Sommerwind vroeg aan
de Spazio “Gaan julie ook om de bult heen? Of neem je de binnendoorweg?” Het
antwoord konden we niet verstaan, de marifoon van de Spazio was blijkbaar niet
zo sterk.
We
denken dat ze de ondiepte bij Norderney bedoelde: wij hebben gisteren de
“binnendoorweg” genomen. Blijkbaar wist de andere boot niet waar de ingang van
die binnendoorweg was, want Mevrouw Sommerwind zei “Oh, mijn man zegt dat je
recht op de ton aan vaart. Je moet naar dat zeiljacht koersen. Ja, wij gaan ook
binnendoor.” Huh, een zeiljacht staat niet stil, dat wordt lastig koersen.....
En
even later vroeg er nog een Nederlander op het officiële kanaal aan een ander
of zijn marifoon het weer deed. En hij vertelde nog even dat ze lekker hadden
gegeten: gnocci. Nou ja zeg, lekker belangrijk....
Tegen
13:00 uur kwamen we bij de monding van de Jade en de Weser. Het spannende hier
is dat er grote zeeschepen langskomen, die naar of van Wilhelmshaven,
Bremershaven of Bremen gaan. Op de AIS zagen we van ver al dat we in
botsing-positie zouden komen met de Yasa Golden Marmara, een knoepert van de
Marshall Eilanden. En met de Beate die naar Bremershaven wilde. En dan werd het
ook nog link met de Wilson Ems uit Barbados. Op de digitale kaart heb ik de
afstanden en richtingen wat uitgedokterd, en we besloten om een creatief
bochtje te maken en even wat vaart te minderen. Okee, het kost wat tijd, maar
ja.... Deze grote schepen lijken eerst heel ver weg, maar ze varen ruim 20
kilometer per uur. Dat klinkt niet hard, maar voor je ’t weet zijn ze vlakbij.
Het
is namelijk alsof je hinkelend twee vierbaanswegen moet oversteken.
Vrachtwagens rijden heen en weer, en eentje gaat ook nog van weg wisselen. Het
is even goed uitkijken, want de schepen (vrachtwagens) hebben een lange remweg!
Maar
ach, we hebben gelukkig AIS en de zon scheen, dus het ging allemaal prima.
Vlak
na deze driesprong doorkruisten we een grote parkeerplaats voor de zeeschepen.
We voeren redelijk vlak langs twee, die gelukkig braaf bleven liggen.
Maar
toen zagen we donkere luchten komen. Achter ons. Wisselende donkere en lichte
vlekken, met regen (veel regen), alsof de weermannen ons toch nog een flinke
bui wilden laten meemaken. Het duurde ruim een uur, deze dreiging, maar
gelukkig voor ons losten de wolken bij aankomst op de Elbe op. Eerlijk: we
hebben wel even extra gas gegeven hoor.
Op
de Elbe hadden we de stroming mooi mee. Het was erg rustig qua schepen, en wij
gingen lekker snel. Steeds sneller, doordat de wind wat meedraaide en de fok
vol blies. We gingen op een gegeven moment bijna 9,5 knopen, dat is ongeveer
17,5 kilometer per uur. Supersnel voor onze boot!
En het was nog prima weer ook, we genoten! Het was droog, de zon scheen, we aten soep met brood, en hoewel het ongeveer 3 uren varen is op de Elbe (tot onze overnachtingshaven), ging het best snel. Bij Staubenhoft (waar in de jaren 30 en 40 heel veel Duitsers voor altijd vertrokken naar Amerika en Canada) verlieten we de Elbe.
We voeren de Verenigingshaven in
Cuxhaven binnen en vonden een mooi plekje. Ik heb het havengeld in een envelopje
gedaan (we hebben hier al veel vaker gelegen en weten hoe ’t werkt) en namen
daarna een afmeerborrel, of zoals de Duitsers zeggen: “Ein Anleger”. We
proostten op Poseidon, Rasmussen, Donar, Freija, en alle collega-goden die ons
vandaag zo gunstig gezind waren!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten