woensdag 31 augustus 2022

Via Kuşadasi (gauw vergeten) naar Samos

Ergens gisternacht is de wind gaan draaien en veel minder geworden, dus we hebben prima geslapen. We voeren op de motor naar Kuşadasi. Onderweg appten we met Mark, die gisteren zijn Master uitreiking had.

In Turkije was het gisteren een feestdag. Een Feest van de Overwinning. Ze herdenken dat het leger onder aanvoering van Kemal (de latere Ataturk) de eindoverwinning behaalde op de Griekse troepen. In 1922.

Dus niet een dag om gedode soldaten te herdenken, nee, een feestdag omdat je je buurland hebt verslagen. Ja, dat kan dus ook. En het was echt een feestdag, want alle officiële instanties waren gesloten.

Dat wisten we, en voor ons was dat geen probleem: we wilden een nachtje blijven, ‘s middags de stad bekijken en even uitvinden waar we kunnen uitklaren, en dan vanochtend de officiële dingen doen en naar Samos varen.

Kuşadasi is de enige plaats in de buurt waar we kunnen uitklaren. Of 60 mijlen terugvaren, of meer dan 70 verder varen. Nou, daar maken ze in Kuşadasi dan ook lekker misbruik van. En het is ook nog een plek waar vaak en veel grote cruiseschepen komen, dus dan weet je het wel. Toerisme tot en met.



Toen we de grote jachthaven binnenvoeren werd er niet op de marifoon gereageerd. Uiteindelijk wel, maar toen hadden we net besloten om eerst even diesel te tanken, dus de rubberboot van de haven voer met ons mee. Daarna voeren ze voor ons uit naar een centrale steiger, lekker rustig, waar ze ons hielpen aanleggen. Nou, de hulp bestond slechts uit het straktrekken van een mooringlijn, maar dat was wel handig.

Goede herinneringen hebben we niet aan Kuşadasi. We moesten omgerekend ruim 87 euro aan liggeld betalen (exclusief electra en water, exclusief douches), ook ruim 87 euro voor een agent en 20 euro voor Customer Service.

Bij het inschrijven in de marina konden ze als onze thuishaven Sneek niet vinden in het rijtje, dus we hadden opeens Stockholm als Homeport. Stockholm kan wel in Nederland liggen blijkbaar.

Vanochtend wilden we ons zelf uitklaren, maar dat mislukte. Waarschijnlijk hebben we in Istanboel enorm veel geluk gehad, omdat er een stempel mist en we toch de Finale-stempel hebben gekregen. Thomas kon in Çanakkale gratis en zonder agent uitklaren, maar bij ons lukte dat dus niet. Wat een corrupte bende zeg!

We hadden al wat voor elkaar, maar opeens verstaan de mannen dan geen Engels meer. En spreken ze ‘t helemaal niet. Dus uiteindelijk hebben we via de marina wel een agent geregeld. GRRRRR! En ze moesten van alles van ons weten, zelfs of we een dvd-speler aan boord hebben. 


Zoals gezegd, het is hier hartstikke toeristisch, door de Cruiseschepen. We struikelden over de Turkse tapijten (soms wel erg mooie hoor) en allerlei frutsels en fratsen, werden drie keer in goed Nederlands aangesproken, en werden niet vrolijk van alle toeristen.

Ach, leuke dingen waren er natuurlijk ook wel: dezelfde toeristen die in drommen (honderden mensen!) de stad in stroomden, de heerlijke baklava waarvan we weer een doosje kochten bij een kleine bakker (wel zes straatjes van het toerisme verwijderd), het mooie weer, en bij aankomst bij de boot bleken we buren uit Twello te hebben. Die boot heeft Twello nooit gezien, maar dat terzijde. Het was gezellig, we borrelden bij hen aan boord en zijn daarna uit eten geweest. Weliswaar bij een Chinees, maar dat was hun keuze. Het was wel erg lekker. We hebben veel geleerd over Turkije, want Jan en Erica varen hier al jaren. Leuke avond!

En vanmiddag zijn we naar een prachtige baai in het eiland Samos gevaren. Posidónion heet de baai. Helder water, prima ankergrond, een wit kerkje op de berg, verzorgde huizen op de berg, het deed direct niet-Turks aan.

Er lagen nog een stuk of 8 jachten voor anker, de meeste waren Amerikanen en Turken. Maar ook een enorm groot Zwitsers jacht, die was gehuurd inclusief schipper en crew. Zo groot dus....

De mobieltjes hadden wat moeite met het vinden van de juiste provider. Het Turks simkaartje wilde via Griekenland, en de Nederlandse simkaartjes deden er erg lang over om de Griekse provider te vinden. Maar het is gelukt, dus we zijn weer op zijn Nederlands te bereiken.

Trouwens, toen we aan onze afmeerborrel zaten, voelde ik schokjes. Heel kort. Gekke schokjes. Hidzer had niets gemerkt, die was net gaan zitten. Even later kreeg ik een Android bericht over een aardbeving vanmiddag, met een paar naschokken, waaronder eentje om even over vijf. Die had ik dus gevoeld. Het berichtje kan ik niet terugvinden, maar op het internet stond er wel iets over.

Tja, we zitten hier in een gebied met breuklijnen, dus het kan gebeuren. We kunnen er niets aan doen dus we maken ons er maar niet druk over. De Coastguard (sterker nog, er patrouilleert hier een schip van de Küstenwache uit Duitsland) waarschuwt niet, dus het zal wel goedkomen.

maandag 29 augustus 2022

baai Körmen Adasi: wind en vluchtelingen

We hadden weer een Plan A en een Plan B voor vandaag. Plan A was ankeren bij een stadje waarvoor we wat extra mijlen zouden moeten maken. Vandaag iets van 17 mijlen, en morgen 35. Plan B was ankeren in een kleine baai, en dat zou beteken dat we vandaag 31 mijlen zouden varen en morgen 11.

Maar het werd iets anders. We vertrokken met een vaag windje, konden niet volledig zeilen, en kregen na een uurtje vreemde golven. Geen hoge golven, maar ze kwamen overal vandaan. Met nog een deining van zee. We begrepen er niets van. Misschien kwam het door de diepte? We voeren volgens de kaart op 263 meter diepte. Onze dieptemeter kan zover niet meten.

Maar na een poosje konden we lekker zeilen. In de zon, in de warmte, we hadden het prima voor elkaar. We kozen voor plan B, wan we wilden lekker doorzeilen. De wind draaide later steeds meer naar het zuidwesten, dat was niet echt de bedoeling. Want daardoor lagen we minder beschut op ons beoogde ankerplekje. Dus meer dan 80 mijl mijlen zeewind naar ons toe.

We kozen voor een andere baai, Körmen Adasi. Ergens tussen Plan A en Plan B.

Toen we het zeil en de fok binnen hadden gehaald en naar de wal voeren, vielen de flinke golven pas echt op. Daar hadden we met zeer ruime wind geen last van gehad, maar nu slingerden we behoorlijk.

We kwamen zonder problemen de baai in waar al 4 Gulets lagen met gasten. Het ankeren ging weer prima, en we vermaakten ons onder andere met het kijken naar de Gulets. Ze lagen met zijn vieren naast elkaar, elk op hun eigen anker met een lijn naar de wal.

Op elke Gulet werd de barbecue aangestoken. Echt, de mensen eten hier de hele dag door. En de passagiers zwommen soms ver het water in, maar bleven ook veel vlak bij de rotsen. Waar volgens ons Imray-boek warmwaterbronnen waren.

Nou, warm water was blijkbaar niet genoeg, want veel mensen smeerden zand/klei op hun gezicht. Het zag er wat vreemd uit, maar iedereen deed alsof het de normaalste zaak van de wereld was.


De Gulets vertrokken al vroeg, maar we kregen nieuwe buren: twee Amerikaanse en een Oostenrijks zeiljacht. Bij één van de Amerkanen lukte het ankeren niet goed, zij vertrokken al gauw weer. De andere was een “jacht inclusief schipper huren” situatie: een groot jacht, met een Amerikaanse familie van 7 personen aan boord. Plus de schipper natuurlijk.

Wij zijn in de rubberboot gestapt en hebben de warmwaterbronnen verkend. Eerst bij een grot. En daarna bij het strandje. Gek hoor, dat er steeds luchtbelletjes uit de grond komen! En het water is echt veel warmer dan elders, heerlijk. Maar het stonk er wel wat, naar zwavel of zo.






Bij het strandje genoot ook een Turkse familie van het warme water. Eén man, drie vrouwen en zes kinderen. We vonden het een beetje vreemd dat ze met zijn allen in een open motorboot hier waren, want de golven waren toch flink, en ze konden hier niet blijven.

Later begrepen we hoe ’t zat. Een hele consternatie!

De Coastguard kwam er aan met twee boten. Een grote, en een snelle speedboot. Mannen stonden met verrekijkers om zich heen te kijken. En met een megafoon werd iets geroepen. Huh, toch niet van het grote schip naar de speedboot?

Of naar een open motorboot met twee mannen er in? Of toch wel? Want die laatste, een blauwe, sprintte er vandoor, om de rots heen. En de speedboot van de Coastguard ging er achteraan. En het grote schip ook. Nou ja, dat zou dat blauwe bootje toch nooit redden?

Dat hoefde ook niet, want de situatie was heel anders hoorden we later. De Turkse familie was met twee open motorboten gekomen. Ergens was een rubberboot in nood geweest (we weten niet hoe ze dat hoorden of zagen), en twee vaders hebben drie mannen van die boot gered.

Die rubberboot is gezonken, slechts een losse benzinetank is uit het water gevist door de Coastguard. Maar de Turkse mannen hebben die drie opvarenden aan wal gezet, en die zijn direct de bossen in gelopen. Toen is de politie gewaarschuwd, die dus met twee boten van de Coastguard kwam.

En ze zochten nog naar een paar mannen, die vanuit die rubberboot waren gaan zwemmen. En ja, na veel geroep via de megafoon zijn twee mannen vanaf de rots tevoorschijn gekomen, naar Coastguard gezwommen en daar aan boord gegaan.

Door de wind-uit-niet-voorspelde-richting is het oversteken van Turkije naar Samos dus niet gelukt. Of het nou door de wind of door de golven kwam, misschien in combinatie met een slechte rubberboot, dat weten we niet, maar het was weer een migranten-situatie.


De Turkse familie verdeelde zich over hun twee boten en voeren al zwaaiend weg, de Coastguard voer ook weg en de rust keerde terug. Het was om half negen al zo goed als donker, en de golven blijven nog aardig actief. Maar ons anker houdt ons prima, dus we kunnen gerust slapen straks.

zondag 28 augustus 2022

Naar de baai Sarpdere Limani

Vannacht was het weer bladstil, maar we hoorden wel iets geks. Dat bleken springende vissen te zijn. Zo leuk! Waarschijnlijk kwamen ze op ons ankerlicht af, want er zwommen wel honderden om ons heen.

Vanochtend werden we uitgezwaaid door dolfijnen. Een groepje van vijf, dat heel lang met ons mee zwom.  En een Nato Warship, een Duitser, voer ook nog in de buurt, hoe veilig wil je ’t hebben? En tot onze verbazing zagen we een schildpad. Een grote! Te ver weg voor een goede foto, maar met de verrekijkers hebben we ‘m goed kunnen zien.

Wij wilden vandaag naar een baai op 25 zeemijlen afstand. Een grote baai, met een dorpje in de buurt. Het was eerst prachtig weer, met een zonnetje, en verder op zee leek een windje te staan.

Maar het zonnetje verdween wat achter dunne wolken en het werd wat heiig om ons heen. Jammer, daardoor konden we de bergen van zowel het vasteland van Turkije, met onder andere de grote stad Çeşme, en het Griekse eiland Khios niet heel goed zien. Dat hebben we hier al lang, dat het grote delen van de dag heiig is. Foto's worden dan ook grijzig. Maar ach, zo gauw de zon er weer echt door komt ziet alles er weer gekleurder uit.

We merkten dat het hier een stuk toeristischer is dan de vorige dagen. Af en toe kwamen we een zeiljacht tegen, net als wij op de motor varend omdat de wind te flauw was, en dat waren allemaal Turkse jachten. 

Bij de kaap Karaabdullah volgden we het land richting het oosten. Hier waren af en toe strandjes met weer de parasolletjes op een rijtje, dat hadden we wel vaker gezien. Maar hier klonk weer luide muziek. Net als in de buurt van Istanboel. H'm, minder leuk dus. 

En dat bleek ook zo te zijn in de baai van Alaçati, waar we wilden ankeren. We keurden het af en voeren een stukje verder naar de volgende baai, die Mersin Körfezi heet. Maar daar kwamen we met goed fatsoen niet eens binnen. Omdat er heel veel viskweekvijvers dreven. Echt heel veel.

We zouden moeten slalommen tussen die dingen door, maar goed, dat was niet zo erg. Maar in de baai waren ook viskweekvijvers, en dat betekent veel lawaai van pompen en schepen.  Okee, dan plan C....

De baai Sarpdere Limani. De ingang was moeilijk te vinden, maar omdat er een bootje uit voer wisten we waar we moesten zijn. Onze kaart gaf het wel aan, maar de rotsen leken allemaal in elkaar door te lopen. Dat was van een afstand wat verwarrend. 

Maar oh, wat weer een leuke baai! We kozen voor een ankerplek ver de baai in, met helder water op 4,5 meter diepte. We hoorden geen krekels, geen Hassan, geen katten. Weer lekker rustig dus.


Er lagen al een paar jachten, maar de meeste vertrokken weer. Misschien omdat het zondag is, misschien omdat de meeste mensen hier toch naar een haven willen. We bleven met 3 anderen liggen.

De Gloria zagen we ook nog varen. Ze ankerden eerst ook ver de baai in, maar op een winderig stuk, en gingen verkassen naar een inham aan het begin van de baai. Waar de meltemi, die hier vanuit het noordwesten waait, naar toe zou kunnen blazen. 

Dat deed hij later ook, aan 't begin van de avond, maar wij lagen prima beschut. Niet als de wind uit het zuiden zou komen, maar dat deed hij dus niet. 

Gloria zou mogelijk gasten aan boord krijgen, een vader en dochter, en dat zou voor mogelijke zaken een goed idee zijn was ons verteld. Dat is gelukt, want we zagen een extra meneer aan boord. We hebben geen contact met ze gezocht hoor, dat vonden we niet zo gepast.

We belden weer even met Mem, en in Burgum was alles prima. Ze hadden bezoek gehad van Maaike en Wietse met aanhang en Rijkus en Maaike had verteld dat ze in februari een zoontje verwachten. Fantastisch nieuws dus!

Ook belden we met Thomas, die onderweg is naar Piraeus om het beloofde onderdeel voor zijn stuurautomaat in te bouwen. En ja, hij gaat naar Preveza (ons winterdoel), dus niet meer verder naar Slovenië. Dat is gewoon veel te ver.

En hij heeft met Nicole overlegd over het vervolg van zijn reis: in februari wil hij ook wel verder dus met ons mee. Nicole wil in Frankrijk een poosje met hem meevaren. Dus we gaan zoals het nu lijkt weer een stuk samen reizen. We zien wel. We hebben hem niets beloofd, maar samen verder reizen is een leuke optie natuurlijk. 

Ondertussen hebben we de weermannen even bestudeerd: over een week, dus volgend weekend gaat het flink hard waaien. Een paar dagen lang. We besloten om niet langer in Turkije te blijven, hoewel hier nog voldoende te genieten en te zien is. Maar we gaan iets eerder naar Samos. Dat eiland is groot genoeg denken we om meerdere dagen te blijven, en daar zijn we nog nooit geweest. Dus we vertrekken morgen weer, om een stuk verder een baai op te zoeken.

zaterdag 27 augustus 2022

Nog twee dagen in Karaada

Heerlijke vakantiedagen hadden we, in onze baai. De vissers vertrokken vroeg, en kwamen ’s nachts ook nu weer) ankeren.

De Gloria vroeg waar we lagen, en kwamen ook in onze baai. Ze nodigden ons uit om bij hen aan boord te komen eten, dat was het eerste wat ze zeiden, nog terwijl ze met het anker bezig waren. We zijn natuurlijk gegaan, en het was erg gezellig!

Russische gastvrijheid betekent dat er veel lekkers op tafel komt. Ilia bakte heerlijke vis, Katja had een “doe het zelf salade” voorbereid. Met een wijntje erbij, lekker! Thee na, met allerlei gedroogd fruit en koeken van de bakker.

We hebben het erg gezellig gehad, de avond vloog om en in ’t donker roeide Hidzer ons weer naar de boot.

Gister scheen de zon nog aardig, vandaag was het wat bewolkter. Wij hebben lekker geluierd en de route die we in Griekenland willen nemen uitgestippeld. Echt een vakantiegevoel. Met vanochtend de laatste baklava bij de koffie, dat wordt afkicken morgen.

Maar vanavond wel weer heerlijke olijven, geurige tomaten en grappige kleine komkommer door de pastasalade.  We denken nog ongeveer een week in Turkije te zijn, en hopen nog een keer zo’n grote markt te treffen.

De Coastguard kwam ook nog langs vanochtend. Ze vertelden een speedboot dat ze geen lijn naar de wal mochten leggen. Hidzer is later even met de rubberboot gaan vragen aan die mensen waarom dat niet mocht, nou het schijnt een soort beschermd gebied te zijn. Niet te veel lawaai en zorgen voor de natuur. Okee, dat is voor het eerst dat we dit merken in Turkije. De Coastguard voer nog een rondje om ons heen en zwaaide vrolijk.

Thomas vroeg gisteren wanneer wij gingen overwinteren, en wanneer we weer zouden vertrekken. Hij gaat met Nicole overleggen, en volgens ons is de kans groot dat hij met ons van Griekenland tot in Frankrijk gaat varen. We wachten af.

Morgen gaan we verder, ongeveer 27 zeemijlen. Naar een andere baai, voorbij de grote stad Çesme.

donderdag 25 augustus 2022

Vluchtelingen gestrand, wij naar een prachtige baai in Kadaara

De vissers zijn ergens vannacht vertrokken. We hoorden wel motorgeluiden, en ook stemmen, maar we hadden allebei het idee dat als “onze nieuwe” trawler wilde vertrekken dat ze ons wel een seintje zouden geven.

Wel verbaasden we ons over de bazige toon van sommige mannen. Dat klonk niet als aardige vissers. Maar we sliepen er half doorheen.

Vanochtend werden we vroeg wakker en zagen blauw-rode flikkering. Het bleek de Coastguard te zijn, die op de plek van de vissers lag. Zouden ze ons controleren? Nee, dat gebeurde niet.

Wij besloten te vertrekken zodra het goed licht was, en na een poosje hadden we door wat er aan de hand was. Waarschijnlijk. We denken dat de Coastguard een rubberboot van een meter of tien, die nu op de wal lag, onderschept had. Met vluchtelingen. Die, een groep van wel 30 mannen en vrouwen, zaten op de wal en werden bewaakt.

Waarschijnlijk is de Coastguard met de rubberboot tegen “onze vissers” aan gaan liggen, en ging de trawler er aan het eind van de nacht tussenuit. De rubberboot is aan wal getrokken (onder commando van de Coastguard?), en het wachten was op de politie. Die kwam, en nam de groep over. Daarna vertrok de Coastguard en wij even later ook.

Het heeft ons wel heel lang bezig gehouden, die groep vluchtelingen. Waar kwamen ze vandaan? Hoe lang waren ze al onderweg? En nu dan? Hebben ze hun thuisfront gebeld met de mededeling dat ze opgepakt waren? En waar gaan ze nu naar toe? Het is toch wat: hebben we met zijn allen slechts één wereld, en toch is het op veel plekken een raar zootje.



Met af en toe een leuke windje (soms moest de motor erbij aan) voeren we naar ons doel: een baai in het eiland Karaada, redelijk dicht bij de grote stad Çesme. De zon kwam ook vandaag wat laat op, en we zagen soms vreemde donkere wolken, maar door de ervaring van gisteren maakten we ons niet zo veel zorgen.

We zagen heel lang dolfijnen. Zó mooi! Wel een stuk of tien bij elkaar. Ze kwamen af en toe heel dicht bij ons zwemmen, en gingen onder de boot door naar de andere kant. En springen! Hoog! En synchroon, hoe bestaat het toch dat ze dat kunnen. Geweldig.

Soms verdwenen ze even, maar een kwartiertje later waren ze er weer. Wel twee uren lang. Ik probeerde foto’s te maken, maar het werden veel water-foto’s, en slechts een paar met dolfijnen er op.



We kwamen weer vlak langs een Grieks eiland: Oinousses. De telefoon wilde op de Griekse provider overgaan, maar dat hebben we maar even geblokkeerd. Ons Turkcell-simkaartje moet het nog even volhouden tot we Turkije verlaten.

Vlak bij Karaada waren veel viskwekerijen. MarineFarms, staat op onze kaart. We moesten er echt tussendoor varen, zoveel waren het er.

Oh, en toen voeren we onze baai binnen. Super! Er lag één kleine rondvaartboot, met slechts een paar mensen er op en zonder muziek. Het water was  hartstikke helder, er waren bijna rondom bergen en we gingen ankeren op 4 meter diepte. We konden het anker zien liggen.

De zon verjoeg de wolken, er kwamen twee Gulets (eentje met mooie Turkse muziek, de ander was stil), maar ze gingen alledrie al tegen half vier weer weg. Toen lagen we alleen. Alleen in onze baai. Wat een rijkdom!




We hebben heerlijk gezwommen, wat in de rubberboot getoerd, zagen slangen op de bodem en een visarend in de lucht. Tenminste, wij denken dat het een visarend was. Bij ons is iets dat vleugels heeft al gauw een vogel, maar hier waren we aardig zeker van.

Aan wal zagen we drie konijntjes en later een stuk of 30 geiten, in verschillende groepjes. Ze klauterden op de rotsen alsof het vlak land was.



In Nederland is het ook prachtig weer hoorden we, en Thomas gaat waarschijnlijk zijn boot laten overwinteren in Preveza. We hadden hem verteld dat wij daar de wintermaanden wilden doorbrengen.

Tegen kwart voor negen was het donker en gingen we naar binnen, omdat er veel muggetjes kwamen. Er kwam nog een vissersschip aan, een middelgrote, die ankerde vlakbij ons en de beide mannen waren nog een poosje in stilte bezig hun netten te ontwarren en “op te vouwen”. Verder was het rustig. Heerlijk.  

woensdag 24 augustus 2022

Door onweer naar Port Saip

Heel vreemd: de zon kwam niet op vandaag! Het bleef grijzig, alsof we onder één grote wolk voeren. Het waaide maar een klein beetje, dus we moesten wel op de motor. Na ongeveer 2,5 uur hoorden we de soldaten bij Eskifoça weer schieten. Eskifoça was niet eens meer te zien trouwens, maar dat terzijde. Of waren het geen soldaten?

Nee dus, het was onweer. Het donderde wat om ons heen, en af en toe zagen we een lichtflits. We hadden nog een 45 kilometer te gaan. Zonder haventje op de route. H’m. Dan maar een kwartslag naar links, en 3 mijlen naar het zuiden, om het haventje van Port Saip binnen te gaan.

Dat was een goede beslissing. De ingang van het haventje was wat moeilijk te vinden, maar het lukte ons toch. En een geschikte ligplek was ook wat moeilijk te vinden, maar ook dat lukte ons. We bonden ons vast aan een trawler uit Bandirma. Alweer Bandirma? Dat is wel 400 kilometer hier vandaan. Er ligt daar vast geen vissersschip meer, we hebben ze onderweg immers al in meerdere havens zien liggen.


Maar goed, wij lagen prima aan dit schip. Het bleef donderen, soms flink, het flitste behoorlijk, maar we merkten niet veel wind. Wel ging het regenen. De eerste echte regenbui sinds tijden! Wel een uur lang, het was een flinke bui.

We lagen goed, het bleef bijna de hele dag grijs, en we hadden niets nodig. Met de rubberboot zijn we aan wal gegaan, want van de binnenste trawler op de kade stappen was een enorme uitdaging.

Het haventje van Port Saip fungeert als ligplaats voor vele kleine vissersbootjes, een paar speedboten en 5 trawlers uit Bandirma. Er is geen passantenplaats. Het is aan de randen erg ondiep (behalve waar wij lagen). Er staan ongeveer 40 huizen. En een café dat gesloten was. Verder was er niets. Ja, veel Heilige Katten. Die waren er wel. Heel veel. En ook hier werden ze gevoerd, met brokjes en visresten. Ze liepen trouwens ook op de trawlers, en wilden bij ons aan boord springen. Maar verder gebeurde er niets. Eigenlijk was het best saai dus.


We dachten dat de trawlers (die allemaal niet zo mooi in de verf zaten) niet meer zouden varen, maar tegen half vijf kwamen er mannen op “onze” trawler. Ze spraken geen Engels, maar deden niet moeilijk over onze aanwezigheid. Of ze gingen varen en wanneer kwamen we niet te weten. Nou, afwachten dan maar.

Eén van de mannen bracht ons na een uurtje (wij zaten aan onze Anleger: gin-tonic met lekkere olijven erbij) een bekertje koffie. Nou, dat is lief! We bedankten hem uitvoerig natuurlijk. De eerste slok was prima, maar we leerden een variatie op het spreekwoord “een gegeven paard niet in de bek kijken”:  hier gold: “een gekregen bakje koffie niet te diep in het bekertje kijken”.  Want het was een soort oploskoffie dat niet goed opgelost was. Geen echte Turkse drab, maar iets anders.

Gelukkig zaten we in de kuip en hadden de mannen geen zicht op wat ik stiekem deed: de koffie weggooien via de zelflozer.

Tegen acht uur werd ons duidelijk gemaakt dat we over een minuut of 5 moesten verkassen. Naar een andere trawler, die voor ons lag. Prima, dat deden we direct. Er was al iemand op die trawler geklommen om ons te helpen aanleggen.

Maar ze vertrokken nog niet. Wat ze wel deden al die tijd weten we niet. Kletsen en wachten op boodschappen, en vroeg slapen waarschijnlijk.

dinsdag 23 augustus 2022

Twee dagen Eskifoça

De weermannen voorspelden weinig wind voor de hele dag, en ze  kregen gelijk. Maar we zijn toch maar vertrokken. Vroeg.

Naar het stadje Eskifoça, ongeveer 23 mijlen verderop. Dat is ruim 40 kilometer. Verderop, dat betekende naar het zuidwesten, ongeveer de kust van Turkije volgend.

De laatste 4,5 mijlen hadden we  het druk met het kijken naar de rotsen. Zó mooi! En zó verschillend! Geweldig was het. Op het onbewoonde eiland Inçir, waar we moesten afslaan naar Eskifoça, zagen we een enorm grote geit op de resten van het huis van de vuurtorenwachter staan. We twijfelden lang of het een levend beest of een beeld was, maar op een gegeven moment bewoog zijn staart, dus het was echt een levende geit. Maar waar het beest van leeft? Geen idee. Er was nauwelijks gras te zien, en zoet water leek ons al helemaal een uitdaging.






We wilden wel ankeren, maar de beoogde ankerplekken in ons boek waren helemaal veranderd: er lagen veel passagiersschepen en het was afgezet als zwemwater. En in 't midden was overal zo’n 20 meter diep. Ach, dan maar een plekje zoeken aan de kade. Dat was een uitdaging, want alles leek vol. Maar we vonden een plekje, waar we trouwens ook weer weg moesten. Een paar jachten verderop, daar was plek voor ons. Ons anker hoefde niet uit, we moesten met twee lijnen aan de wal en de mooringlijn achter vast maken.

Al manoeuvrerend van het ene plekje naar het andere zagen we een enorm grote blauwe kwal. Echt groot. Echt blauw. Heel mooi. Maar ook best eng. Maar even niet zwemmen hier, eerst maar even opzoeken wat voor beest het is.  Het bleek de Rhizostoma pulmo te zijn, die wel 90 centimeter in doorsnee kan zijn. Hij heeft geen lange tentakels en staat niet bekend als een gevaarlijke bijter. Okee, dat scheelt dan weer. Vandaag zagen we 'm weer, vlak bij de boot!

De militairen, die op de berg achter ons “wonen”, waren de hele middag aan het oefenen. Het donderde en knalde af en toe flink, maar wel zo ver weg dat we er geen last van hadden.

Ik heb voor twee nachten betaald, dat gaf ons tijd om het stadje te bekijken, de boot te poetsen en de was te doen. In een haven liggen betekent voor ons niet direct dat het rustdagen zijn. Maar ach, het water uit de kraan was lekker zoet, dus onze drinkwatertank is weer goed gevuld. En alle was is schoon, en de zoute aanslag op de boot is volgens ons redelijk verdwenen. Dat kan natuurlijk niet in één keer, maar de boel plakt beduidend minder dan het deed.

We hebben de loopplank geïnstalleerd. Voor het eerst, en het werkte prima! We konden luxe, zonder te klimmen, de boegspriet op- en aflopen, en de plank was makkelijk horizontaal te hangen. Niet dat we bang voor inbrekers waren, maar we wilden de katten van boord houden. Want hier zijn me toch veel zwerfkatten! En zwerhonden trouwens ook. En heel apart, er stonden her en der bakjes water voor de beestjes, en brokjes. Dus de mensen geven wel om ze.


Het was warm, dus we hebben tussen het klussen door onze rust genomen in de schaduw. Heerlijk! Mensen liepen hier een rondje, bij ons langs richting het fort en dan langs het haventje voor kleine bootjes naar de restaurantjes en het centrum van de stad. Of andersom....

We lagen bij een politiebureau. Eerst vonden we dat er een groot aantal agenten was (veelal aan tafels zittend buiten), maar we kwamen er op de eerste avond achter dat er werkelijk heel veel mensen aan de wandel waren. Auto’s mochten niet in het centrum komen, ook niet vlak bij ons, dus het lawaai van verkeer bleef uit. Maar oh, wat een mensen. We hebben geen buitenlander gezien, behalve de Gloria en wij waren hier allemaal Turkse toeristen. Erg gezellig hoor, we verstonden ze niet en ze waren allemaal erg aardig.

Want vier jachten verderop ligt de Gloria. We hebben weer gezellig gekletst, zij bij ons, en wij bij hen. Mevrouw Gloria onderzoekt business-mogelijkheden en is voor 3 dagen naar Istanboel. Hun dochter is een maand op een streng dieet gezet door de arts in Izmir, en mag geen frituur, geen vers fruit en verse groente, maar wel groentesoep (zonder zout en peper), brood en pap. Ze brachten ons nog een vers brood en twee vijgen, heerlijk!

Ha, de Hassan hier staat bovenaan op de lijst met leuke Hassans! Deze heeft een mooie stem, melodieus en vriendelijk. We zaten nu echt te wachten op het moment wanneer hij de microfoon weer zou pakken. Want intussen hadden we al geleerd dat hij echt life in de microfoon zijn oproep doet, en dat wat wij als “einde cassettebandje” dachten te horen, is het uitschakelen van de omroepinstallatie.

Oh, en de markt! De weekmarkt! Nu begrijpen we waarom de supermarkten geen ruime keuze hebben in groenten en fruit. Want iedereen koopt (plastic) zakken vol op de markt. Wij dus ook. Beladen met allerlei lekkers, van brood tot olijven, van nootjes tot gember en van kruiden tot ingemaakte abrikozen kwamen we weer aan boord. We kunnen er weer even tegenaan.





Trouwens, tonic is moeilijk te vinden over het algemeen. Wij zijn al een poosje gewend (toen Thomas nog met ons mee voer al), om als Anleger een gin-tonic te nemen. Maar we moeten steeds ons best doen om tonic te vinden. Gelukkig vonden we het weer, nu in de supermarkt Migros.

Ach, die Thomas. Gisteren hebben we hem weer gebeld, en hij zat er weer doorheen. Thuis heeft Nicole het erg zwaar met het alleen zijn, en hij moet gewoon naar huis. En nu dus mijlen maken. Met soms slecht weer. Ondertussen wordt er een stuurautomaat naar Piraéus gestuurd, dus die gaat hij inbouwen, maar dan? Montenegro, waar hij een winterstalling kent, is te ver. Hij weet nog niet wat hij moet doen. Poeh, lastig hoor. 

En verder? Ik ben naar de kapper geweest, en dat mocht ook wel weer na bijna vijf maanden. Ik moest wel aan onze bridge-docente denken, tijdens de behandeling. Zij had zomaar spontaan een nekhernia opgelopen, nou, de twee mannen die mij onder handen namen probeerden mij er eentje “te geven”. Twee mannen, ja, de eerste waste mijn haren, de tweede deed het knipwerk. Beide waren niet zachtzinnig.....

Natuurlijk kochten we bij een klein bakkerijtje weer een doosje met baklava, want dat is nu wel onze dagelijkse traktatie.

En bij de winkel van Turkcell, de telefoonprovider, heb ik voor weer een maand internetGB’s en belminuten voor Europa gekocht. Voor 13 euro hebben we 30 GB aan internet-data en kunnen we 3 uren bellen. De meneer van de winkel vond het vreemd dat ik nu al verlenging wilde, want we konden nog 5 dagen met ons oude tegoed, maar ja, we weten niet waar we dan zijn en willen niet zonder internet zitten. Het weer moeten we goed in de gaten houden immers.

Morgen schijnt het weer windstil te zijn, maar we vertrekken toch. Hier liggen blijven is even duur als een paar uren op de motor. En we willen graag weer voor anker, dus we gaan!