donderdag 6 juli 2023

Naar Château-Thierry, op kilometer 50,5

Eergisteravond was het wat regenachtig, en toen we naar bed gingen zagen we in de verte voor ons onweer. Wij kregen wat wind en regen, maar het viel best mee. Maar de temperatuur daalde flink. Geen ontbijtje in de kuip in shirtje en korte broek, nee, we trokken warme vesten aan en ik zelfs een lange broek.

De wind bleef de hele dag flink waaien, maar echt last hadden we er niet van. Ecluse nr 3, Vandières, was op een klein stukje gekanaliseerde Marne, maar dat stukje was maar 500 meter en heeft geen andere naam gekregen. We moesten even wachten op een Nederlandse kruiser maar konden al snel naar binnen. Hier stond weer een drijvende steiger voor ons klaar, waarmee we ruim anderhalve meter naar beneden zakten.


Het lijkt wel wat gek hoor, de kolk van zo'n sluis. De wanden zijn hartstikke schuin. Dus hoe verder we  naar beneden zakten, des te smaller werd het water. De drijvende steiger heeft niet veel aanlegmogelijkheden, maar het ging prima.  Op beide palen (waar de steiger tegenaan leunt) is een klein boldertje, en op de steiger staan slechts een paar beugels. 


Wij pakten met Buurtje, de sluishaak, zo'n beugel vast, bonden de lijn aan de middenbolder en dan stapte ik van boord om twee lijnen door twee beugels te doen. Het schutten op zich ging heel relaxed, we merkten niet eens dat we zakten.



De Marne had weer mooie bochten en af en toe wat rechte stukken, en aan de bomen en wolken was goed te zien dat het flink waaide. Maar niet zo erg als in Nederland, waar de storm Poly flink te keer ging. Maaike stuurde een filmpje en een foto, daar schrokken we wel wat van.



De twee andere sluizen van gisteren stonden al voor ons klaar, dus slechts
 de deuren hoefden te openen. En dat deed de télécommande al op grote afstand. Dit waren sluizen in de rivier zelf, dus niet in een stukje gekanaliseerd. 

De sluizen hadden weer rechte muren, en er naast liep het water over een stuwdam gewoon naar beneden. De borden die aangeven dat je er niet in mocht varen deden wat komisch aan, maar we hebben foto's gezien dat het hier ook wel eens erg hoog water kan zijn. Dan zie je de stuwdam niet eens en lijkt de sluis een obstakel.


In het stadje Château-Thierry wilden we gaan liggen, maar de steiger was vol. De stadssteiger (Halte Fluvial) biedt plaats aan drie boten liggen, that's it. Verderop is een kade, maar daar ligt van alles onder water vertelde de schipper van een toeristenboot, dus we wilden weer een paar honderd meter terugvaren voor een andere kade.

Maar de mevrouw op een Engelse barge, de Ettie, zwaaide en vroeg ons of we bij hen langszij wilden. Graag! We hebben gezellig gekletst, hadden een rustige nacht en vanochtend, toen zij vertrokken, hadden wij een mooi plekje aan de steiger. In bladstil weer. Ongelofelijk! GIsteren heeft het de hele dag best gewaaid, en eergisteravond, toen wij in de verte onweer hoorden en zagen, heeft het hier in Château-Thierry echt hard gewaaid en veel geregend.


Naast ons een mooi beeld, het lijkt wel wat op de Love, die twee hoofden bij het station in Leeuwarden. Maar dit beeld is gemaakt door Nathalie Talec in 2021, ter ere van de 400ste verjaardag van Jean de la Fontaine


Na de koffie stapten we op de fiets. We merkten dat de hele stad iets met Jean de la Fontaine heeft. De beste man is hier geboren, en hartstikke beroemd geworden als schrijver van verhalen en gedichten, maar vooral van zijn fabels. 

We waren een beetje blij dat het museum dat aan hem gewijd is gerenoveerd wordt. En dus gesloten is. Stiekem wilden we er niet naar toe maar eigenlijk ook weer wel. Maar goed, de beslissing is voor ons genomen.

De Eerste Wereldoorlog negeren zal je in Château-Thierry niet lukken. Al van ver zagen we het grote monument op de berg, dat de Verenigde Staten hier in 1933 hebben gebouwd. We zijn er naartoe gefietst vandaag. 

Het was pittig, we hebben ook een paar stukken moeten lopen, zo steil was de weg. We puften en steunden, maar we hielden vol, want wat is nou ons ongemak vergeleken met dat van de soldaten die hier ruim honderd jaar geleden waren?

Nou, het was echt de moeite waard hoor! We hadden geluk dat we de enige bezoekers waren, en konden het imposante monument in alle rust bekijken. Een dubbele zuilengalerij, waanzinnig hoog, met aan de ene kant twee enorme gebeeldhouwde figuren die de Verenigde Staten en Frankrijk voorstellen en aan de andere kant een kaart waarop je kunt zien waar de vele Amerikaanse divisies hebben gevochten.





Oh, het museum, onder het gebouw, was weliswaar niet groot, maar wat een informatie! Heel indrukwekkend. We leerden weer onverwachte dingen, en schrokken van aantallen: van de 310.000 Amerikaanse soldaten die hier vochten hebben 67.000 het niet overleefd. Uit heel Amerika kwamen de mannen, verdeeld over 9 divisies.

De omgeving was (Amerikaans) brandschoon en heel goed onderhouden, en we hadden ook nog eens een mooi uitzicht over het Marne-dal.


We hebben een poging gedaan om naar de begraafplaatsen van de slachtoffers te gaan, maar na een kilometer of zes heuvel-op en heuvel-af geloofden we dat wel. Het klinkt wat oneerbiedig, maar we kunnen ons er wel een voorstelling van maken, hoe zo'n erebegraafplaats er uit ziet. 

En het maakt ons ook triest, het heeft altijd best invloed op ons. Dat mag, dat is goed. We weten dat er een groot verschil is tussen de Amerikaanse en Duitse cimetières: op de Amerikaanse staan helderwitte hoge kruisen, op de Duitse tref je grijzere en gedrongen kruisen. Logisch en vreemd. Duidelijk een verschil tussen slachtoffer en dader, maar het gaat wel om "identieke" levens.

Tijdens onze picknick, heerlijk in de zon, halverwege een heuvel, bleven we er (weer) over praten. Over oorlog, over dat "wij mensen" toch maar heel weinig van onze geschiedenis leren.

Via grappige straatjes, langs mooie en minder mooie gebouwen, stadse winkelstraten en een rotonde met een gouden leeuw kwamen we weer bij de Marne.



We fietsten even door naar de brug, om vanaf de andere kant een foto te kunnen maken, en zagen dat ook deze brug "oorlog ademt". 


Maar nu door de Tweede Wereldoorlog. In WOI was de brug al kapotgeschoten, en later herbouwd, en In juni 1940 is de brug weer kapotgeschoten. En tien jaar later herbouwd. Toen heeft hij de naam "Aspirant de Rougé" gekregen. Waarom? Omdat de jonge (pas 21 jaar)  Charles-Armand de Rougé vrijwillig aanbood om de verdediging van de brug, een strategisch militair punt, te organiseren. Met groot succes. Maar hij werd even later gedood door een sluipschutter.  


Ondanks alle oorlog-indrukken, en onze oorlog-overpeinzingen (de oorlog in de Oekraïne duurt ook al bijna 500 dagen!) hebben we nog wel lekker gelachen. We maakten een filmpje voor Marit, over dit beeld. Want we beseften dat zij zelfs al een fabel van Jean de la Fontaine kent!

Toen wij in juni in Nederland waren, kwam ze met een mooi kunstwerk thuis. Een stripverhaal, geknipt, ingekleurd en geplakt, over de fabel "de haas en de schildpad". Die houden een hardloopwedstrijd, waarbij de haas denkt makkelijk te winnen. Hij doet zelfs een dutje onder een boom. Maar de schildpad, die stug doorliep, had de wedstrijd daardoor gewonnen. Het moraal van dit verhaal is dat je niemand mag onderschatten, en dat de aanhouder wint..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten