maandag 31 juli 2023

via Canal de la Sensée naar L'Escaut Canalisée, kilometer 12,2

Het was een aparte dag vandaag. We hadden veel regen, maar in de sluizen was het droog. Dat is beter dan andersom natuurlijk. Bij het aanleggen was het toevallig ook droog. 

En we voeren op drie kanalen. Eerst vierhonderd meter op het Canal du Nord, daarna vijftien kilometer op het Canal de la Sensée en nu liggen we op L'Escaut Canalisée. Ze noemen het ook wel de Gekanaliseerde Schelde, maar als we dat zeggen klinkt het alsof we bijna thuis zijn, en dat willen we stiekem nog niet. Wij houden het dus bij L'Escaut Canalisée.

De kilometeraanduiding is wat verwarrend hier. Dat Canal de la Sensée (door Napoléon bedacht) begint een stukje verderop te tellen bij 0, en stopt richting zee bij de stad Douai op kilometer 23,5. Dan stroomt het water door maar onder een andere naam. Nou, zelfs zes namen voordat het water in zee stroomt. 

Wij gingen naar het oosten en kwamen bij Hordain in de buurt op L'Escaut Canalisée. Die vanuit het zuiden aan komt stromen, maar bij de stad Cambrai pas deze naam krijgt. En kilometeraanduiding 0. Bij de Belgische grens wordt dit kanaal weer anders genoemd, maar dat is voor later.

Vandaag deden we twee sluizen, beide 144 bij 12 meter, met een verval van respectievelijk 4,32 en 4,84 meter. Ook wat apart, dat ze het verval op de centimeter nauwkeurig aangeven. Of het waar is weten we niet, want we kunnen het niet meten.

Nou, ja, we sluisden samen met binnenvaartschip Priscilla, beide sluizen hadden drijvende bolders en in de tweede kwam een eekhoorntje bij ons kijken. Op een meter of vijf afstand. Zó leuk!

Ergens onderweg hingen mannen in een enorme bak onder de brug. Zonder waarschuwing, zonder knipperlicht, zonder roodwit lint of zo. Door het miezeren en in de schaduw van de brug waren ze maar slecht te zien vonden we.


Na 27 kilometer en twee sluizen stopten we na vier uren varen. Niet op een mooi plekje, achter een vrachtschip dat ligt te wachten op vracht, bij een scheepssloper, maar we liggen veilig en wel mooi op tijd, want het ging na tien minuten plenzen.

We maakten nog een gek filmpje met alle vlaggen die we gevoerd hebben. Dat zijn er best veel. Aftellen tot zaterdag deden we niet, want morgen is voor het Wad code Geel uitgegeven, dus waarschijnlijk blijven de kindjes op Terschelling.

Dagje Arleux

Namirda wilde graag om acht uur vertrekken vanochtend, had Karlheinz gisteren verteld. Nou, wij waren al lang klaar, dus ze vertrokken al om kwart voor acht. Wanneer we elkaar weer zien gaan we borrelen. Wij gingen op hun plekje liggen, aan de wal. 



Bij de koffie smulden we van de bijzondere bonbons die we van Per en Kirsten hadden gekregen. Hun dochter in Portland maakt ze. Het zijn bonbons van hele donkere chocolade, met bijzondere vullingen. Niet zoet, maar hartig. Heerlijk!
 


Het waaide hard, regende af en toe, maar het was totaal niet koud. We hebben een wandeling door Arleux gemaakt, en werden er niet vrolijk van. Ook hier missen we het beige-geel van de zuidelijker dorpen. Grappig hier is dat veel huizen met de zijgevel naar de straat staan. Huizen van één verdieping, met zolder, dus rechthoekige gebouwen. De zijgevel is blind, dat maakt het straatbeeld niet zo leuk. Hoge hekken bij de ingang versterken dat.

De “nieuwbouwwijk” heeft huizen op grotere percelen, maar zowel de huizen als de tuinen zien er saai en kaal uit. Terwijl er twee bloemisten in het dorp zijn. Maar misschien voornamelijk voor de graven.  Niet zoals bij ons in de vensterbank of in de tuinen.

Trouwens, er was wel een begraafplaats. En natuurlijk ook een kerk, een bakker, een pizzeria in een veredelde garagebox, een pizza-automaat, een ambulance-post in een veredelde garagebox, en buiten het dorp schijnt ook nog een Carrefour te zijn.  Maar die begraafplaats, met het bordje Commonwealth Wargraves, dat was een trieste bedoening. Oude graven, groot, hoog, imposant, met een bordje van de burgemeester erbij dat het graf geruimd gaat worden. Tenzij de nabestaanden reageren.

Bij een paar graven was het bordje verwijderd, dus die blijven waarschijnlijk. Maar de oude, die soms inderdaad verzakt of vervallen waren, zullen op termijn geruimd worden denken we.

Toen we met Anneke belden, die met twee reven in het zeil van Vlieland naar Terschelling is “gevlogen”, kwam de ijscoman langs, met een vrolijk muziekje. Dat was zelfs op Terschelling te horen, zo luid! Waarschijnlijk komen de kindjes zaterdag. Eigenlijk was zondag de bedoeling, want ze dachten dat ze langer moesten rijden naar ons toe. Maar ze willen zaterdag op tijd vertrekken, dus we zeiden dat ze net zo goed (nou, veel beter en gezelliger!) bij ons konden logeren dan in een B&B. We wachten af....

Vanavond hebben we nog beeldgebeld, en dat was weer geweldig. Marit vertelde over het museum waar ze was geweest en wil morgen (na één nachtje, nou twee dan, nou drie dan....) bij ons komen, en Hidde wilde ook steeds iets vertellen. Dat ze een bakfiets gehuurd hebben en dat papa een ijsje heeft gehad, en mama, en Marit, en Hidde. 

Morgen gaan we weer aftelfilmpjes maken, hebben we beloofd!

zaterdag 29 juli 2023

Naar Arleux, op kilometer 0,4

We zaten nog te ontbijten toen de Namirda langsvoer. Ze waren gisteren voor de tunnel blijven liggen, ook een mooi plekje trouwens, en zijn vanochtend dus al vroeg door de tunnel gegaan. Hij toeterde even, wij zwaaiden naar elkaar.

Daarna stapten we op de fiets om baguettes en fruit te halen in Hermies, Hidzer wilde op de kade nog even naar de kapper, we zwaaiden naar Veridis Quo en vertrokken tegen tienen. We hadden een waarschuwing op de app: code geel voor onweer in deze omgeving. Okee.....

Maar we hebben er niets van gemerkt, de hele dag niet. Wel hebben we nogal wat regen gehad, maar wonderlijk genoeg in de (zeven) sluizen niet. Ha, dat was wel grappig, dat sluizen. Weer ongeveer zes meter naar beneden steeds, dus we zijn weer aardig gezakt vandaag.

Voor de eerste sluis van vandaag moesten we even wachten. Er ging juist een vrachtschip uit, en er kwam van de andere kant nog eentje die voorrang kreeg. Geen probleem, we gingen even aan de wal liggen. Er kwam nog een groot motorjacht (typer speedboat) bij ons liggen, uit Denemarken, die ging voor ons de sluis in. En er kwam nog een Belgisch modern motorscheepje, daar hebben we nog even op gewacht. Met zin drieën in de sluis ging prima, want de sluizen hier zijn 91 bij 5,75 meter groot.

Maar toen we naar de tweede sluis voeren, mooi in colonne, lag Fussel, zo heette de Belg, bijna op onze bumper. Meneer kwam zijn stuurhut uit en riep boos dat we sneller moesten varen. Met woeste armbewegingen riep –ie nog wat, maar dat verstonden we niet. Hidzer riep dat hij wel voorbij kon, maar dat wilde hij niet.

 

In de tweede sluis vertelden we dat aan de Deen, die er smakelijk om moest lachen. We voeren toch in een mooi tempo? Vonden wij ook. Die Deen vroeg ons de snelst route door Nederland, want hij had niet zoveel tijd meer om in Denemarken te komen.

Elke anderhalve kilometer hadden we een sluis vandaag, behalve tussen de laatste en één na laatste. Daartussen zit een kilometer of vier. Maar Fussel, de Belg, haalde ons al voor de derde sluis in, met 11,7 kilometer per uur, maar bleef wel achter de Deen.

En dat bleef zo, tot bij de laatste sluis. De laatste voor ons vandaag. We zagen op AIS dat Fussel al in de sluis, die om een bochtje lag, was, en wij waren er nog zo’n 500 meter vandaan. Ik riep Jean-Pierre op (wij waren de enige die steeds de sluis opriep trouwens), en vroeg of we bij de twee andere boten in konden. Hij vroeg hoe lang we waren, en ik vertelde dat we vandaag in de andere sluizen ook steeds met hen gesluisd waren. Oh, prima, hij zou wel even wachten.

Fussel had intussen de Deen ingehaald, en lag zich waarschijnlijk te verbijten, maar de Deen zwaaide vrolijk. En wij vonden het stiekem hartstikke leuk dat Fussel op ons moest wachten.

Maar al met al bleken we toch ongemerkt lange wachttijden te hebben gehad. Over de 22,4 kilometer van vandaag, met de zeven sluizen, hadden we ongeveer 7,5 uur gedaan. Dat is een gemiddelde van zo’n 3 kilometer per uur. Maar het laatste half uur, voor we aanlegden, voeren we heel langzaam in Arleux. Aan beide kanten van het Canal du Nord, ongeveer 600 meter lang, kon je aanleggen. Maar er lagen allemaal vrachtschepen. Zeker 30 stuks, waarvan enkele in koppelverband, en sommige lagen zelfs dubbel. Wij zagen aan het eind van het kanaal, vlakbij de driesprong met Canal de la Sensée, een plekje aan de wal, maar dat was vreselijk ondiep. Ik belde Namirda op en vroeg Karlheinz of we met hen in Päkchen mochten liggen. Tuurlijk! Dus nu liggen we tussen de grote ongeladen schepen, bij het plaatsje Arleux.

Het was weliswaar regenachtig vandaag, met twee keer een flinke bui, maar sinds we stilliggen is het droog en zitten we lekker buiten. Het waait wel, dat zien we aan de bomen, maar wij liggen in de luwte. Hidzer heeft de stepjes even onder handen genomen met WD40, dus de wieltjes draaien weer alsof ze nieuw zijn. Beide stepjes kunnen heel mooi ingeklapt worden en liggen nu onder de kuip.


Ha, en wie kwam langs? De Freya uit Staveren. Weer Staveren. Wij kennen de Freya niet, maar Sierou (en meneer Freya) deden mee aan de serie “Vrouwen die varen”, en daar hebben we een paar afleveringen van gezien. Meneer Freya stapte uit de stuurhut en zwaaide en riep “Goeie”. Ik riep terug dat ze het leuk gedaan hadden op tv, en hij riep “Dankewol” terug. Grappig!

vrijdag 28 juli 2023

Bij Hermies, op kilometer 22,6

De stadswandeling op de fiets werd heel kort. Toen we de fietsten van boord tilden bleek mijn achterband al wat leeg, en hoewel we 'm oppompten was -ie na een half uur of zo al weer leeg. Lek dus.

Maar we hadden een paar leuke kasseien-steegjes gedaan en kwamen uit bij "Les Hardines", aan de rivier de Somme. In de moerasachtige gebieden aan de oevers werden al in de vijftiende eeuw drijvende eilanden gecultiveerd tot land- en tuinbouwgebieden. De professionele tuinders werden Hardiniers genoemd. Tegenwoordig zijn voormalige eilandjes veranderd in parken en percelen met volkstuintjes. Heel veel volkstuintjes zagen we, met identieke huisjes er op die erg veel lijken op badhuisjes.


Via een Oorlogsmonument en het stadhuis (dat een museum heeft maar 's ochtends gesloten is) liep ik met mijn lekke band naar de boot, en Hidzer maakte een omweggetje naar de Boulanger, voor stokbrood. Gemaakt van Blé Locale, dat vinden de Fransen erg belangrijk. Alles wat in eigen land verbouwd is wordt met naam en toenaam genoemd. Nou, volgens ons wordt de Baguette Tradition altijd van (zo lokaal mogelijk) meel gebakken, maar het stokbrood hier is witter en zachter. Bij de broden van beide bakkers hier in Péronne merkten we dat. Lokale voorkeur waarschijnlijk.

De doorgaande weg richting de boot ziet er wat triest uit vinden we. Er waren een paar panden te koop, maar we zijn niet geïnteresseerd. Brievenbussen hangen hier aan de straatkant van de huizen. Wanneer je op het trottoir loopt moet je echt uitkijken, anders stoot je je hoofd of schouders. Op de meeste staat een stickertje met "pas de pub". Dat betekent niet dat ze van de Blauwe Knoop zijn, nee, ze willen geen folders en dergelijke  in hun brievenbus.


Na een kilometer varen kwamen we weer op het Canal du Nord. En drie kilometer verderop lag de eerste van de vijf sluizen van vandaag. De meeste hadden knalgroene randen en knalrode bolders en trapleuningen (als die er al waren, want vaak zijn ze verdwenen), een wat schreeuwerige kleurencombinatie.



In totaal stegen we vandaag ruim 32 meter, en we vroegen ons af waarom er eigenlijk een tunnel zou komen. We gingen immers als een malle omhoog, binnen zesenhalve kilometer.

Maar die tunnel, Souterrain de Ruyaulcourt, was er echt. Iets van 4300 meter lang, met halverwege een lange en brede passeerstrook voor als je tegenliggers tegenkomt. Maar wij hadden dat niet, onze lichten bleven op groen staan. Het was wel weer een lange tocht ondergronds, maar dit was de best verlichtte tunnel van onze reis.

Aan een een oude kade bij het dorpje Hermies legden we aan. Een rustig plekje bij een oude brug waar heel af en toe iets overheen rijdt. We besloten even te fietsen. Heuvel op, naar het dorpje Hermies. 

We kwamen langs een begraafplaats, waar de mensen met de voeten naar het centrale pad liggen. Aan de noordkant waren hele oude graven, het ene bouwsel nog indrukwekkender dan het andere. Veel afbeeldingen van Jezus overal, en bij de nieuwere graven aan de zuidkant opvallend veel verse bloemen.

Hermies is een klein dorpje, en deed wat slaperig aan. Maar we misten zomaar de beige-gele gestucte huizen. Hier waren de meeste huizen van rode baksteen, en het deed ons wat Duits aan. Maar: Hermies heeft twee bakkers, en zelfs een Carrefour supermarkt. Nog groot ook!

En natuurlijk een kerk, die binnen wel beige-geel gestuct was, opvallend groot, en veel beelden aan de wanden. Vele hadden een houten lijst. Grappig.


Tegenover de kerk was een Oorlogsmonument. Ook hier werden alle slachtoffers van de beide grote oorlogen, afkomstig uit dit dorp, met naam genoemd. 


De stropakken op de landerijen zijn ook anders dan we de vorige dagen/weken zagen. Geen opgerolde stropakken, nee, grote rechthoekige. En ze waren steeds opgestapeld, wel 9 stuks, tot een soort poppen.


Het was erg rustig op het water. Maar wie kwam er langs? De Ste Thérèse uit Starum. Niet dat we beste man, S. de Haan, kennen, maar hij stapte uit zijn stuurhut en riep "Dit is bêst genôch!". Ja, dat vinden wij ook!


Van de dames kregen we nog leuke foto's, van een gezamenlijk etentje in Elahuizen, en vanaf Vlieland.


donderdag 27 juli 2023

Péronne, nog twee dagen

Het is echt lekker hoor, dat de bedieningstijden van de sluizen beperkt zijn. Nou, beperkt, van 06:30 tot 20:30 uur. De hele avond en nacht vaart er dus niets bij je langs. We hebben dus weer twee heerlijk rustige nachten gehad aan onze kade.

Gisterochtend, toen ik de haven belde om te vragen of het hek open mocht, heb ik de aardige monsieur gevraagd of we nog een nacht mochten blijven liggen. Tuurlijk! (volgens mij mag hij het niet eens weigeren, maar dat weet ik niet zeker). En ik vroeg of het mogelijk en makkelijker was dat wij de sleutel zouden lenen, dan..... Ik hoefde mijn zin niet eens af te maken, hij pakte de sleutel al van zijn sleutelbos. Wanneer we vertrekken doen we het hek gewoon op slot en laten het sleuteltje in het kabelslot. Of we de boel 's avonds wel willen afsluiten vroeg hij. Natuurlijk!

Met de fiets zijn we op pad gegaan. Even langs het haventje, waar een soort maaimachine met de waterplanten bezig was. Een enorme bult lag er al op de wal, en hij was nog maar net begonnen en nog lang niet klaar. 


Het museum heet Historial de la Grande Guerre. Gaat dus helemaal over de Eerste Wereldoorlog. In het oude kasteel van Péronne, dat er al vanaf het begin van de dertiende eeuw staat. Nou, niet alles natuurlijk, er is in de tijd veel verwoest (ook door de oorlogen), maar een deel is er nog. Daarin, en in een moderne uitbouw die je vanaf de straatkant niet kunt zien, is het museum.

We waren erg onder de indruk van het museum. Okee, het begin was niet zo goed verlicht, en de route was wat onduidelijk, maar oh, wat een informatie! De situatie in de wereld voor la Grande Guerre, de hele aanloop er naar toe, over Péronne en omgeving, over de nasleep ervan, en dat alles in Frans, Duits, Brits (en dus ook Australisch) perspectief.

De omgeving zag er na de zoveelste slag heel vreemd uit. Als een verwoest maanlandschap. Er hing een foto van een dorpje hier 12 kilometer vandaan, echt heel bizar.


Heel veel Australiërs en Nieuw-Zeelanders traden vrijwillig in het leger, en velen van hen overleefden de oorlog niet. Alle soldaten worden herdacht op Anzac Day (25 april) en op Remembrance Day (11 november). Anzac staat voor Australian and New Zealand Army Corps.

Ook is er een dorpje Péronne in Australië, en in veel legerbasissen kun je Mont St. Quentin straten vinden. Wij wisten niet dat er zo vreselijk veel mannen in het ANZAC hier, en ook in Turkije op het schiereiland Gallipoli hadden gevochten. Tegen de 500.000 mannen in totaal, waarvan er ongeveer 100.000 omkwamen.

Thomas wilde graag met ons het Helles Memorial in de Dardanellen bezoeken destijds. Wij hadden daar niet zoveel zin in, maar met de verworven kennis van nu hadden we 'm toch wel graag willen zien, de meer dan 30 meter hoge obelisk op het puntje van het schiereiland Gallipoli. Hier worden 20.956 militairen herdacht die zonder bekend graf zijn omgekomen tijdens de strijd hier in 1915-1916.


Echt heel bijzonder vonden we de vele affiches, voorwerpen, uniformen, geschreven postkaarten, foto's en films. Niet alleen omdat ze er waren, (en zo veel!), maar vooral omdat het Franse, Britse en ook Duitse spullen waren. 

Het draait in dit museum om zowel de burgers als de soldaten, hun levensomstandigheden, hun motivatie, echt heel compleet. 

In de collectie over de situatie voor 1914 lag zelfs een bordspel uit Nederland, het Boer en Rooinekspel. 


En er stond een Frans diorama die de Russisch-Japanse oorlog uitbeeldde. Met lopende poppetjes, huizen, boten en bloeiende struiken, explosies en dode poppetjes, van lood gemaakt. 



Een heleboel etsen (vijftig geloof ik) hingen en lagen in een aparte zaal. Gemaakt door Otto Dix. We hadden nog nooit van deze man gehoord. Hij leefde van 1891 tot 1969. was vrijwilliger en werd naar het front in Frankrijk, Vlaanderen en Rusland gestuurd. 

In zijn werken draait het om het verschrikkelijke, het onmenselijke, de horror en de absurditeit van een oorlog. Heel indrukwekkend. Dix, later docent aan de kunstacademie, werd in 1933 ontslagen omdat hij te veel anti-militarisme was, te veel werken maakte waaruit zijn afschuw van de oorlog bleek. 

Moe van de indrukken maar toch heel tevreden over ons bezoek aan dit museum, fietsten we weer naar de boot. De doorgaande weg is een drukke weg, met vrachtwagens en tractoren. Maar iedereen is erg voorzichtig met fietsers. Ja, er is wel een stuk fietspad, maar die is soms stoep-op-stoep-af en het asfalt is aan vervanging toe.

Aan de kade is een Duitse Sturdy 430 gaan liggen, de Namirda. Karlheinz en Ulrike Vogt uit Ravensburg, (er staat Stuttgart op de boot), hebben dezelfde route als wij gevaren. Als sinds 2016 zijn ze op pad, varen elk jaar ongeveer zes maanden en gaan dan weer naar huis. Dit jaar zijn ze gestart in Port Saint Louis en willen naar Maasbracht.

Vandaag was een regendag. Ons plan was om te blijven liggen, en dat kwam dus goed uit. Maar we zijn niet zoveel buiten geweest. Ja, vanmorgen even naar de bakker, vanmiddag even naar de supermarkt. Ha, we zijn vanmorgen ook even bij de Resourcerie langs gegaan. Dat gebouw staat bij de brug en blijkt een tweedehandswinkel te zijn. Een wijnglas was ons doel (er is eentje gesneuveld onderweg), en dat is gelukt. Maar we hebben ook een prachtige stoere kinderfiets gekocht, twee steps, een zak knikkers en Unicorn-rolschaatsen. 

De app gaf aan dat er mogelijk hinder zou komen door regen en overstroming, maar zo erg was het gelukkig niet. De vrachtvaart ging gewoon door, en we noteerden de leuke namen die sommige koppelverbanden hadden: Aloha en Tahiti, Pitbull en Rottweiler, Mexico en Mexicali, Canot en Tilbury, Why Me en Why Not, Blackout en Burnout. 

Morgen willen we de twee stadswandelingen in Péronne fietsen en dan gaan we weer verder.

dinsdag 25 juli 2023

Naar Péronne, op Canal de la Somme, kilometer 47,8

Op reis, en op vakantie, kun je veel obstakels tegenkomen. Niet alleen te harde wind, maar ook te weinig water, te veel waterplanten, en gedoe met bruggen en sluizen. We hadden gelezen dat een schip tegen de brug van Humbeek-Sas, in het Zeekanaal Brussel-Schelde is gevaren. Het wegdek is stuk en inmiddels weggehaald, dus voor schepen is er niets meer aan de hand maar voor auto's en zo des te meer.

Het Hellend Vlak van Ronquières, een scheepslift in België, was ongeveer anderhalve maand gestremd nadat een kabel was gebroken. Sinds 14 juli kunnen schepen weer heen en weer over het Kanaal Charlerois-Brussel.

Maandag 17 juli is in Roermond een schip tegen de middelste deuren van de sluis gevaren, en overmorgen wordt de stremming opgeheven. De deuren worden er uit getild, en de sluis is dan "gewoon" en grote sluis en niet meer te verkleinen.

En verdorie, gisteravond lazen we toevallig dat de Spieringbrug op de Vecht, vlakbij Muiden, gestremd is. Er is een cilinder stuk, en aangezien de brug als kunstwerk is gebouwd is er niets standaard. Dus de cilinder moet speciaal gemaakt worden. Men hoopt dat het begin september klaar is. Nou, wij hopen dat ook, want ons Plan A is dat we in Weesp de mast rechtop laten zetten. Ach, en anders verzinnen we wel een Plan B.

Vandaag hebben we lekker gevaren, ongeveer 4,5 uur. We zijn met behulp van drie sluizen bijna veertien meter gezakt, dat ging weer lekker.  Af en toe voeren we hoger dan onze omgeving, dus we keken dan bijna op de daken van huizen. Dat blijft apart hoor.


Ook apart is dat we op kilometer 65,4 overgingen van Canal du Nord naar Canal de la Somme. De kilometertelling bleef gewoon doorgaan. Over ongeveer twintig kilometer gaan we dan weer over naar het Canal du Nord.

Hoe dan ook, het vaart leuk op de kanalen. We hadden van iemand onderweg (Jan Goedhart) gehoord dat het saai is, dat je eigenlijk vol gas er door heen moet. Maar wij zagen van alles onderweg: een baggerschip met bak die vlak voor een sluis aanelkaar  gekoppeld werden, een schip dat achterwaarts de sluis in ging (omdat -ie vanwege dat baggerschip daar niet kon draaien bij een fabriek), drie kleine waterhoentjes die met ons mee naar beneden zakten in de sluis, een brede maar ondiepe Somme naast ons waar je volgens ons heel leuk kunt kanoën en schattige dorpjes die niets met water te maken (willen) hebben.
 

Tegen drie uur kwamen we in Péronne aan. Bijna weer op het Canal du Nord, maar dat is nog drie kilometer verder. Aan de kade lag al een kruiser, en we twijfelden even of we het haventje van Péronne in zouden gaan, want volgens Google was de kade afgesloten. Maar het haventje leek erg ondiep. Dus maar aan de kade.

Achter de Serena van Pir en Kirsten, die Amerikaans zijn met Deense roots. We raakten al gauw met ze in gesprek, want we wilden even weten hoe het zat met dat hek. Nou, die is normaal gesproken afgesloten, maar waarschijnlijk een beetje illegaal. De camping annex haven heeft last gehad van vandalisme/inbraken via deze kade. Sinds ze het hek met een simpel kabelslot afsluiten is er niets meer aan de hand.

Maar Pir en Kirsten hebben pech. Voor hen zijn de waterplanten een obstakel geworden. Na het vertrekken uit de haven vanochtend kreeg de motor geen koelwater meer. Dus ze zijn noodgedwongen direct aan de kade gaan liggen. Ze hebben contact gehad met een monteur (en diens buurman of vriend of zo), dus hulp zal komen maar wanneer is onzeker. 

En daarbij hebben ze twee dode accu's. Lichtaccu's. Waarschijnlijk waren die al wat oud, dat weten ze niet precies want ze hebben de boot nog niet zo lang. In de tunnel van Ruyaulcourt, waar wij over een paar dagen doorheen varen, hebben ze de hele tijd de schijnwerper gebruikt. Bijna een uur lang. Dat heeft de accu's doen leeglopen en toen gaven die de geest. Dat was de reden dat ze in de haven waren gegaan. Qua diepte ging dat wel, maar qua planten dus niet.
 

Hidzer probeerde met onze home-made-tools hun aanvoerpijp schoon te krijgen, maar dat lukte niet. Toen heeft hij aangeboden om vanuit het water, vanaf onderen, de pijp leeg proberen te maken. Nou, dat wilden Pir en Kirsten eerst niet, want zelf gingen ze voor geen goud in het water en dan zou Hidzer dat wel doen? We kenden elkaar niet eens. 


Maar je raadt het al: Hidzer trok zijn zwembroek aan, zette zijn duikbril op, we trokken een lange lijn van ons onder hun boot door, pakten de reddingsband erbij en toen ging hij in het water. Gewapend met ons broodmes, om te kunnen zagen in de planten, en de onderwaterzaklamp.

Na vijf keer onder water, eerst met dat mes en later met een haak die Pir en Kirsten van een degelijke kleerhanger hadden gemaakt, was de pijp schoon. Joepie!

We (vooral Hidzer) hebben twee mensen heel erg blij gemaakt, Pir was vanochtend bijna in staat om de boot te verkopen! Als dank wilden ze ons mee uit eten nemen vanavond. Nou, erg leuk!

Maar eerst een Anleger bij ons aan boord, want hun koelkast had de boel nog niet op temperatuur. We kregen ook nog een doosje bijzondere bonbons, die hun dochter in Portland maakt. 

We aten in Péronne, bij Bistro d'Antoine. Heerlijk en erg gezellig! Ik kan niet zeggen wat het meest lekker was, de wijn of mijn salade of het dessert, het was allemaal prima.



Op weg terug naar de boten, ongeveer anderhalve kilometer wandelen, namen we  nog een foto vanaf de brug naar de kade. 

maandag 24 juli 2023

Canal du Nord, op kilometer 75

Zowel gisteren als vandaag was het regenachtig. Waarom we vandaag zijn vertrokken weten we eigenlijk niet zo goed, want we lagen prima, en moesten onderweg de regenpakken aan in de sluis. Wat een verschil met de hitte elders in Europa, waar nu niet alleen bosbranden zijn op Rhodos maar ook op Kerkyra.

Ach, de regen is ook niet zo erg hoor. Gisteren heeft het vooral 's middags geregend, en dat was meer miezeren dan regen. We hebben gebeeldbeld met Anneke, die plannen aan het maken zijn om een soort vakantie te houden in Frankrijk. Dus misschien komen ze eerder dan 7 augustus! Dat zou leuk zijn!

Hidzer is aan 't zoeken geweest voor leuke dingen voor de kids: in Mons kunnen we liggen in een haventje waar een speelparadijs en een zwemparadijs zijn, en daarna zouden we met hen spectaculaire sluizen kunnen bevaren. We wachten hun plannen af, ze belt nog wel.

We hebben even wat onderhoudsdingen in de machinekamer gedaan, dat heeft ons bijna twee uren bezig gehouden. Dat is weer het voordeel van druilerig weer, je gaat dingen zoeken om je bezig te houden. Of beter gezegd: de dingen doen die we wat voor ons uit geschoven hadden.

Een kruiser uit Lekkerkerk kwam voor ons liggen, ze vertelden dat ze één meter diep steken en op de route van Charlerois naar hier, over Sambre en Canal de la Sambre à l'Oise, vaak over de grond hebben geschuurd. Terwijl het volgens de kaart bij normaal peil minstens1,8 meter diep is.  

Vanochtend kregen we nog even een Oostenrijker langszij, die het plan had om in november in Venetië te zijn. Of wij wisten of dat kon, met zijn 1,4 meter door de Franse kanalen. We hebben hem wat berichten laten lezen, hij leek niet zo goed geïnformeerd te zijn over waterstanden. Zijn mast lag op twee bokken, daar wilde hij ook nog wat aan doen (een derde bijzetten), en hij wilde geen stadjes bezoeken want hij wilde Venetië bereiken. 

Daarna zijn we vertrokken. Drie écluses brachten ons in totaal 17,40 meter omhoog. We lagen er weer in ons eentje in. Maar deze keer was het niet echt waterverspilling, want naast de sluizen lag een bassin waar het water uit- en ingepompt wordt. We voelden ons niet zo schuldig vandaag.

De dijken langs het kanaal zijn laag, we konden daardoor mooi ver kijken over het glooiende Frankrijk. Mooi! Dorpjes die lager lagen dan wij voeren, heuvels in de verte, waar vooral graan wordt verbouwd.

Het Souterrain de Panneterie stond ook op het programma. Alle sluizen stonden vandaag al op groen, maar ik vroeg toch steeds maar even aan Jean-Pierre of we er in mochten. Bij deze tunnel zagen we geen lichten, en toen ik me meldde bij Jean-Pierre kreeg ik het bericht dat de lichten het niet deden maar dat we er gerust in mochten varen.

Nou, niet alleen de lichten buiten de tunnel deden het niet, ook binnen was het een donkere boel. Volgens ons brandde er een soort noodverlichting, van vieze tl-buizen. Maar we hadden de zaklantaarns (twee hele grote) al klaargelegd, dus alles kwam goed. Maar 1,1 kilometer in bijna donker varen was niet het hoogtepunt van de dag! 

Na nog een kleine vier kilometer varen, nu op een recht kanaal zonder bochten, zijn we aan gaan leggen aan een soort kade. Au milieu de nulle part, zoals de Fransen zeggen. Een beetje in niemandsland. De gehuchtjes Ercheu, Moyencourt en Grécourt liggen hemelsbreed op twee kilometer, maar we verwachten niet eens dat daar een bakker is. 

Dan maar niet, we hebben nog van alles aan boord. Tussen de buien door is het droog, maar het is de hele dag wat grijs gebleven. Achter ons is een Oostenrijkse catamaran zonder mast gaan liggen, de mensen varen elk jaar drie maanden in Frankrijk en leggen de boot dan in een winterstalling. Of wij nog ergens een plekje weten? Ha, het lijkt wel of we een Tourist Office zijn!


Maaike en Ids beeldbelden, Welmoed lag nog te slapen. Ons prinsje ziet er geweldig uit, wat een mannetje! Maaike had zich een verjaardagskadootje bedacht: met de kindjes een paar dagen bij ons op de boot logeren. Nou, dat kan altijd natuurlijk! Even later vroeg ze nog per app waar we ook al weer zijn nu, dus ze is al plannen aan het smeden. Stef weet het nog niet eens.....

zaterdag 22 juli 2023

naar Pont-l'Évêque, bij de afslag naar Canal du Nord

Vandaag deden we weer rustig aan. Ruim 22 kilometer. De eerste zes waren op de Oise, tot in het dorpje Janville, waar de Oise de naam Vieille Oise krijgt (oude Oise) en te ondiep voor ons is. Wij volgden het doorgaande water, dat Canal Latéral à l'Oise heet.

Tot aan de écluse van Janville was het zeker rustig aan, want we voeren achter een schip in koppelverband aan, die door de bochten soms niet harder kon dan 5,4 kilometer per uur. Wij kunnen niet eens zo langzaam.....

Janville is een verzamelplaats voor oude spitsen. Sommige half gezonken, sommige bewoond, met anderen wordt nog gevaren. Het zag er niet gezellig en florissant uit. In de sluis mochten we bij het grote schip in. De schipper zei dat wij maar als eerste uit de sluis moesten, dat leek ons ook al het veiligst. 


Vandaag zijn we door twee sluizen in totaal ruim 6 meter gestegen, en twaalf van de dertien de bruggen waren hier slechts 4,10 meter hoog, dus ons mastje moest steeds even naar beneden. 
 

Het mag dan wel Canal heten, we vonden het mooi varen. Veel bochten, mooie uitzichten op heuvels en valleien, en veel bos. De zon kwam pas echt halverwege de middag maar toen lagen wij al aan de kade van Pont-l'Évêque. Een klein dorpje met een klein haventje, een bakker die op vakantie is, twee restaurantjes en een ingepakt beeld. Dachten we. 



Het haventje is iets groter dan verwacht en heeft zelfs een droogdok, waar twee spitsen in liggen, en het beeld was geen ingepakt beeld à la Christo, maar gewoon zo gemaakt.


Het dorp heet vertaald Brug van de Bisschop, omdat de bisschop van Noyon in de vroege Middeleeuwen hier vlakbij woonde, in Noyon dus, en tol vroeg bij de brug die hij hier had laten bouwen.

De burgemeester werkt in een oude school. Vroeger was dat een combinatie van beide. Aan de linkerkant staat boven de deur "Ecole des garçons", aan de rechterkant "Ecole des filles, en in het midden "Mairie". 


We liggen hier prima. Zo'n driehonderdenvijftig meter achter ons ligt een sluis, die wij niet gaan nemen. Wij gaan morgen weer een paar honderd meter terug en slaan dan het Canal du Nord op. Het Canal Latéral de l'Oise gaat hier verder naar de Sambre en Quentin, waar her en der wat stremmingen zijn.

vrijdag 21 juli 2023

nog een dag in Compiègne

Vanmiddag wilden we het Mémorial de l'internement et de la déportion Camp de Royaliieu bezoeken. Het museum over het grootste interneringskamp en tevens doorgangskamp in het door nazi-Duitsland bezette Frankrijk.

Vroeger lag het buiten het dorp, nu staan er woonwijken om heen. Het was ongeveer 2,5 kilometer fietsen voor ons, maar we maakten er een veel langere toer van. We gingen weer naar het park van het kasteel en het enorme bos, waar we picknickten, fietsten, lekker verdwaalden (ondanks de vele grappige wegwijzers) en toch bij het museum kwamen.


Buiten stond een knalblauwe container, met felrode wanden. Op de knalrode binnenkant stond uitgelegd wat #StolenMemory betekent: het is een reizende tentoonstelling die aandacht vraagt voor het doel om memorabilia terug te geven aan de rechtmatige eigenaren of hun families. 

Voordat mensen naar concentratiekampen werden afgevoerd, moesten ze alles wat ze hadden inleveren. Foto's, sieraden, persoonlijke documenten enzovoort. De stichting Arolsen Archives beheert de spullen en de gegevens. 

Erg indrukwekkend!



Oh, en het museum ook! We hadden gelezen dat de meeste mensen er anderhalf tot twee uur doorbrengen, maar wij waren er ruim drie uur. Jonge jonge, wat een informatie. Vooral in de vorm van films en luisterverhalen. 

De entréé was al indrukwekkend: op grote glazen wanden waren alle (!) namen van mensen die hier gevangen gehouden zijn ge-etst. Alle namen, en dat waren er heel veel. 

Want in Royallieu werden ongeveer 54.000 Joden, verzetsstrijders, politici, ongehuwde moeders, homofielen, politici en vakbondsleden opgesloten. Ruim 50.000 van hen werden vanaf hier naar concentratie- en vernietigingskampen gedeporteerd.

Er waren 10 kampen binnen het grote kamp, en kamp C, waar Joodse mensen opgesloten zaten, was al een vernietigingskamp op zich door de honger en de ziekten.

We liepen door de drie kampen die er nu nog staan (soort grote barakken), en de tuin. Met behulp van de audioguide werden alle ingesproken verhalen voor ons vertaald. Ook buiten, want daar stonden een paar zuilen met zitjes er om heen, waren ervaringen van Franse opgepakte mensen te horen.



De meeste indruk op ons maakten de filmpjes die in het laatste gebouw vertoond werden. Dat waren filmpjes zonder geluid, in zwart wit, gemaakt door Amerikanen die de concentratiekampen bevrijdden. Verschrikkelijk! We wisten het, maar als je bewegende beelden ziet...... 


En aan de andere kant van diezelfde zuilen hingen schermen waarop overlevenden (die waren er gelukkig ook) hun verhaal deden. Bijna niet te begrijpen dat deze mensen verder konden leven na deze verschrikkelijke ervaringen.


We waren van plan om vanmiddag nog verder te varen, maar we waren moe van alles wat we gezien hadden. Morgen starten we de motor wel.