Voor een redelijk korte trip van 30 mijlen zijn we gisteren toch vroeg vertrokken. Want ‘s middags zou het hard waaien vanaf zee. Ons doel was de Porto Turistico Riva di Traiano, vlak bij de grote industriehaven van Civitavecchia.
Een supergroot motorjacht voer voor ons aan de haven uit, maar hij was al heel snel uit het zicht. Wij deden het op ons tempo, hebben even kunnen zeilen op een mooi aflandig windje, maar deden de motor er al gauw bij aan om wel onze gewenste snelheid te houden.
Langs de kust heb je twee smaken: weinig wind of (te) veel wind. Daar moeten we mee leven, dus we houden we voorspellingen goed in de gaten.
In de eerste paar uren vandaag zagen we steeds drie vliegtuigen tegelijk in de lucht, zo dichtbij waren we bij het vliegveld van Rome.
Er haalde ons een groot zeiljacht in, op een paar kilometer afstand, die voer ruim 16 kilometer per uur, dat redden wij niet. Verder zagen we vandaag in totaal wel 5 ons tegemoet komen. Soms dichtbij, soms verder weg, maar dus allemaal richting het zuiden.
Vlak voor de haven stonden een rij vissershutjes aan de kust. Op palen. Prachtig!
De haven is ook weer groot, en iedereen wordt hier door een marinero in een snelle rubberboot begeleid en geholpen met de mooringlijnen. We zijn met de kop naar de hoge betonnen steiger gaan liggen, want dan kunnen we makkelijker afstappen.
Op de steiger lagen een heleboel fokken en zeilen. En wat bleek? Dat was van het snelle zeiljacht dat ons die ochtend in haalde. En één van de twee mannen vertelde dat hij ons in Roccella Ionica had gezien. Wij waren niet aan boord geweest toen, maar hij wilde nog even vertellen dat hij weg was van onze boot. Grappig, als je zelf wedstrijden vaart op en supergestroomlijnd lang, wit en snel jacht. Vorig jaar waren ze wereldkampioen geworden, maar tijdens de wedstrijden van een paar dagen geleden, in Gaeta (een haven die wij gepasseerd waren op weg naar Felice di Cerceo), ging het wat minder goed. Deels omdat ze nog wat trimwerk te doen hadden door nieuwe verstaging, deels door nieuwe bemanning.
In het kantoor zat een drie woorden Engels sprekende, wat hautaine dame. En ja, de prijs is er naar: 70 euro! Ze vroeg nog of we één nacht of meer wilden blijven, haha. Waarom het hier nu zoveel duurder is als vlak bij Rome begrijpen we niet. De havens lijken erg veel op elkaar. Maar goed, we hadden ons mentaal voorbereid op havens van 100 euro per nacht in Italië, dus relatief gezien valt het nog mee.
We hebben boodschappen gedaan bij de Coop, op een kleine kilometer lopen langs een weg zonder voetpad, en toen we terugkwamen bleek de voorspelde hardere wind al te waaien. Met als gevolg wat deining in de haven. We checkten de lijnen nog een keer, legden ze wat anders omdat het water aan het zakken was, maar verder lag het hier prima. Een lekker zonnetje in de kuip, dat is genieten!
Vannacht hoorden we wat vuurwerk, en Zwitserse mensen in de buurt (waarschijnlijk een schippersechtpaar dat hun boot (inclusief schipper) aan gasten verhuurd) spraken wat luid, maar desondanks hebben we goed geslapen.
Dat was mooi, want we maakten 50 mijlen vandaag. De industriehaven van Traiano, waar grote cruiseschepen zelfs kunnen draaien (zagen we) hielden we lang naast ons. Maar gelukkig hadden we al heel gauw het eiland Promotorio del Argentario in zicht. Dat stuurde gemakkelijk. Het lag dan wel op ruim 30 mijl, maar voor ons gevoel kwam het maar héél langzaam dichterbij.
Eigenlijk is het geen eiland meer, maar een schiereiland. Vroeger heette het Monte Argentario, het is ook één en al berg, en lag op ongeveer twee kilometer van de vastewal. Maar door verzanding zijn er drie zandstroken naar de wal ontstaan, met twee meren er tussen. Zonder opening voor ons, dus we moesten er wel om heen.
Het dorp Porto Ercole (met haven) ligt aan de zuidoostkant van dit schiereiland, en die naam kennen we omdat Beatrix hier een zomerverblijf heeft. We zagen trouwens veel enorme huizen terwijl we langs voeren. En grote snelvarende motorjachten, die zonder blikken of blozen ons in hun hekgolven lieten dansen.
De windvoorspelling kwam weer uit: tegen enen kwam er meer wind vanaf zee. Met bijna windkracht vier aan de wind koersten we op Talamone af, een haven dat volgens ons beschut moest liggen. Nou, dat was niet zo.
Ik belde de havenmeester, maar die nam niet op. Toen zijn we maar gewoon gaan liggen, langszij een drijvende steiger, waar we door de wind lekker makkelijk tegenaan geblazen werden. Want we lagen mooi op tijd, de wind nam nog wat toe. Ook nog wat verergerd door de valwinden over de berg, waar het dorpje Talamone op ligt.
We maakten een rondje door het dorpje, dat er bijna stads uit ziet maar behalve cafeetjes en restaurantjes en een postkantoor geen supermarkt of bakker heeft. Dan eten we morgen als lunch maar tosti’s, dat is niet echt een straf.
Toen we aan een Anleger zaten, kwamen twee mensen langs waar Hidzer in Scario al mee gesproken had. Conny en Heinz uit Kiel bleken het te zijn, en ze vinden onze boot geweldig. Ze logeerden vlakbij Scario, en toen we daar vertrokken hebben ze ons vanuit hun huurhuis urenlang kunnen volgen. En nu zagen ze ons bij toeval weer!
We nodigden ze uit voor een wijntje en ze vonden het leuk om even binnen te kijken. Want de stuurhut, ja, daar waren ze lyrisch over. Heinz had foto's van ons gemaakt, hij zal proberen ze te sturen.
Met Thomas gaat het goed, in Kroatië. Hij heeft een buurman/vriend op bezoek, maar ze treffen het niet zo met het weer. Hij verzuchtte nog dat hij achteraf beter met ons mee had kunnen varen. Maar ja, dan was hij niet in Kroatië geweest. Als reiziger moet je dagelijks keuzes maken, dat is best pittig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten