Op de markt kocht ik een grote plant Basilic de Provence, en in de grote Intermarché heerlijke gedroogde gemberstukjes, paté, olijven en lokale wijn. En de gewone dingen natuurlijk. We missen de vele soorten Feta van Griekenland en de vele soorten verse mozzarella van Italië wel, en het is grappig dat je zo gauw je de grens over bent in een heel andere voedingswereld komt.
De markt was niet zo groot, maar wel erg leuk. Er werden warme gerechten verkocht, als pasta en paella, en de kippenmeneer had een heleboel kippetjes aan het spit.
Maandagmorgen was ik naar de Capitainerie gegaan om afspraken te maken voor de mast. De documenten die ze wilden hebben had ik donderdagavond al gemaild, maar de aardige mevrouw kon het haast niet vinden. Er moest weer een boel genoteerd worden, maar uiteindelijk kreeg ik waar ik voor kwam: een afspraak voor woensdag om twee uur om de mast er af te halen en op de wal te leggen, en voor maandag om elf uur om de mast weer op de boot te leggen. Het is nogal druk, en Hemelvaart zit er tussen, maar we vinden het niet erg dat het even duurt. Nu kunnen we in alle rust onze voorbereidingen treffen.
Maandag en vandaag waaide het steeds vier en vijf Beaufort, maar gisteren was het menens! Eind windkracht zes volgens Windy, maar volgens onze windmeter hadden we windvlagen van eind windkracht zeven. Vandaar dat het fietsen een uitdaging was, haha! Trouwens, de mensen hier in de stad vinden het blijkbaar normaal. Thuis knappen er dan veel takken van de bomen, maar dat hebben we hier niet gezien. Waarschijnlijk zijn die er al bij eerdere stormen afgewaaid.
Aan boord merkten we het aan het flinke schommelen, het klotsen van de golven en het jankgeluid door verstaging en masten van de zeilboten in de buurt. We hadden bijna alle stootwillen, inclusief de houten balk die we in sluizen gebruiken en de stootblokken, aan bakboordskant hangen. Dat werkte prima.
Gisteren hebben we dus niet zoveel kunnen doen, maar maandag en woensdag wel. De bokken, waar de mast straks op moet rusten, zitten in elkaar. Dat was even een gepuzzel, want ze bestaan uit veel stukken hout. En al die stukken lagen verdeeld over de boot. Onder het bed, onder de kuip en in de bakskisten.
De tas met “mast-dingen”, als touwtjes, beschermsokjes voor de wantspanners (niet om de wantspanners te beschermen, maar de verf van de boot als de wanten er tegen aan komen tijdens het verwijderen van de mast) en voor de trommels van de fokken, was gauw gevonden. Maar er moest nog een tas zijn met de vele spanbanden (ik had drie keer de Action leeggekocht) en de vele bouten en schroeven voor de bokken. Die vonden we maar niet.
Hadden we die dan laten liggen in Constanta? Waar de mast op de boot geplaatst werd? Nee, dat kon toch niet. We hebben twee keer op de logische plekken gezocht naar de tas, ik wist zelfs hoe de tas er uit zag: een Marimekko tas met rits. De bokken zaten al bijna in elkaar met bouten die Hidzer nog in zijn voorraad had, en we hadden al bedacht dat we het met alle spanbanden die we nog hadden en wat touwen wel zouden redden om de mast goed vast te sjorren. Maar het zat ons niet lekker.
Toen we uiteindelijk keken op plekken die niet logisch waren, vonden we de tas. In de bank van de stuurhut, achter het Kubb-spel en een bak met reserve-reserve-spullen. Bijna niet te vinden dus. Maaike zei, toen we ’t haar vertelden: “Wat is de boot dan groot hè?”. Inderdaad! En wat hebben we toch een boel mee.....
Verder hebben we de splitpennen alvast recht gebogen, de stand van de wantspanners gemeten, wat WD40 op de schroefgedeelten gespoten, en de rubberboot samen met al het houtwerk van de bokken, de biministangen en het reddingsvlot op de wal gelegd. Het is voor iedereen duidelijk dat dit stukje wal van ons is, haha!
Maaike was met de kindjes bij Oerpake en Oerbeppe en beeldbelde met ons. Zó leuk, om ze met zijn allen te zien! Als groot contrast hiermee kregen we een telefoontje dat iemand die ons zeer na is hartstikke ziek is. Het ziet er slecht uit, en we zijn er flink van van slag.
Binnen is het nu even een puinhoop, maar dat komt wel weer goed.
Vanmiddag is de mast van boord gehaald. Ik had het bootsmanstoeltje al klaar gelegd omdat we dachten dat ik de mast in zou moeten om de hijslus te bevestigen, maar nee: wij hoefden niets te doen. De boot hoefde zelfs niet verplaatst te worden!
De mobiele kraan kwam aanrijden, de chauffeur bleef zitten en een tengere man werd door de kraan naar boven getild. Hij maakte de lus vast, liet zich middels een bergbeklimmers-karabijn-haak en een hijs van ons naar beneden zakken, en toen konden wij de resterende wantspanners losmaken. Een paar hadden we al losgemaakt.
Wij maakten de wantspanners los door de splitpennen te verwijderen, maar de werf-meneer kon het sneller: hij draaide de spanners gewoon los. Ja, dat gaat inderdaad sneller. Maar als je wilt verven moet ook het onderste gedeelte los, dus dat waren wij zo gewend.
Het hijsen van de mast ging goed: de sokjes wikkelde we supersnel om de trommels en de wantspanners, de mast werd beheerst opgetild en op grote vaten met een dikke autoband erop neergelegd. Dat maakt wel rare zwarte strepen op de mast, maar dat zien we later wel weer.
In een uurtje waren de mannen klaar. Zij tevreden, wij tevreden.
Wij zijn daarna nog even flink aan het werk geweest in de zon, en tegen vijf uur gestopt. Er was zelfs nog tijd om even met een stel Denen te praten die met hun Hallberg Rassey, die 1,67 meter diep ligt, via Parijs hier naartoe zijn gekomen.
Thomas heeft al dagen slecht weer in Kroatië: regen en harde wind. Hij heeft het zelfs koud! We hebben het vorig jaar al met hem gehad over de prijzen van havens en ankerboeien, maar hij is er nu toch erg van geschrokken. In mooie baaien liggen veel ankerboeien, en die kosten ook zomaar 50 euro, en als je zelf wilt ankeren moet je daar 150 meter uit de buurt blijven. En dan kom je natuurlijk op diep water, van tegen de dertig meter. Daar heb je wel heel veel ankerketting voor nodig!
Vanavond zou om half tien de openingsact van het Festival de Camargue zijn: een openluchtspektakel op de Rhône. Dat wilden we graag beleven, maar we zijn niet gegaan. We hebben niet zoveel puf meer, en meer nog: er zou onweer komen met regen. Het onweer hebben we nog niet gemerkt, maar nu, om half acht, zitten we in een flinke bui.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten