Eerste Paasdag. Een mooie dag om naar Roccella Calabria te gaan dachten wij. De weermannen vonden het ook prima, er zou een leuk windje zijn van schuin achter.
Maar al heel gauw bleek dat het een pittig tochtje zou worden, zo'n vijftig zeemijlen lang. Want de wind draaide en kregen we tegen, en de golven ook. Na ongeveer een uur veranderde er nog niets, dus het werd tijd voor Plan B. (Plan C zou terug naar Le Castella zijn, dat was nog niet aan de orde vonden we.)
Plan B betekende dat we 60 graden meer naar het westen gingen, naar de enige haven in de Golf van Squillace. We hadden er al wel rekening mee gehouden, en op het internet al naar de haven van Catanzaro gekeken, want in deze Golf schijnt het vaak vreemd te gaan met de wind.
Rod Heikell schrijft in zijn boek dat de wind hier erg sterk kan waaien, gewoonlijk van West of NoordWest, en "raises a short and uncomfortable sea". Nou, die hadden we dus. Niet comfortabel.
Waarschijnlijk komt het doordat Italië hier op zijn smalst is. De Quardia di Finanza van Gallipoli waarschuwde ons al, en die van Corigliano vertelde dat we hier beter 's nachts konden gaan varen.
Maar goed, wij kwamen steeds dichter bij de kust en het steeds aangenamer. Aan het eind van de ochtend voeren we de grote haven in. Groot in oppervlakte, klein in mogelijkheiden. Er zijn geen pontoons midden in de kom, maar we vonden een plekje in de hoek. Tussen vissers. Vlak bij de uitgang naar de stad.
Er ligt een jacht voor anker, waarschijnlijk de hele winter al. Drie andere liggen aan een mini-steigertje, maar daar is geen plek voor ons. Geeft niet, we liggen hier prima. De vissers (allemaal vrij op Eerste Paasdag waarschijnlijk), vinden het prima dat we hier liggen en vertelden dat we water kunnen tanken.
Vlak voor het aanleggen wilden Marit en Hidde met ons beeldbellen, dus dat hebben we even uitgesteld tot we goed en wel lagen. In Nederland bleek het prachtig weer te zijn, hier begon het na het telefoontje te regenen.
En te waaien. Met vreemde puntige golfjes in de haven. De regen hield aan tot een uur of vier. Wij grepen het droge weer aan om een paar jerrycans diesel te halen, en de mensen hier om te wandelen op de kade. Niet dat het zo leuk is, vinden wij, maar ze moeten toch wat.
Af en toe probeerde iemand met ons te praten, maar slechts één man sprak redelijk Engels. Maar we kregen veel duimpjes en "Bellissima's", dat was erg leuk. Verder is het maar wat saai achter de hoge zeewering: er kwam geen boot en er ging geen boot. Zelfs de Quardia di Costiera (de Kustwacht) verroerde zich niet.
Tja, die hebben het hier natuurlijk wel voor hun kiezen gekregen, eind februari. Ongeveer 35 kilometer verder naar het noorden (ergens aan de kust van deze Golf, waar we vandaag dus langs zijn gekomen), is die ramp met die oude houten boot gebeurd. Meer dan zestig mensen zijn verdronken.
Nou ja, dan is het maar een beetje saai vandaag, we zijn blij dat we veilig liggen. Met heel mooi nieuws, want de wereld heeft er in Sneek weer een mooi jongetje bij gekregen: Finn. Zoontje van Atty en Rienk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten