Yes, we zijn weer een stuk verder gekomen vandaag. Na 10 dagen in Roccella, met een gemiddelde havenprijs van €23,20 per nacht, zijn we vanochtend vroeg vertrokken. Om half zes, toen het licht begon te worden. En we waren niet eens de eerste: de Flying Dutchman, een in Kroatië geregistreerd zeiljacht dat door 3 luidruchtige mannen naar Nederland wordt gebracht, was voor ons uit.
Al heel gauw konden we de eerste kaap die we moesten ronden vandaag zien. De Capo Spartivento. Er was niet zoveel aan te beleven. We dachten even dat de Guardia di Finanza ons weer wilde controleren. Maar dat was niet zo. Ze kwamen met twee boten supersnel naar ons toe, haalden ons in, bleven even wachten tot wij hen ingehaald hadden, en gingen weer met volle kracht weg.
Vandaag hebben we vijf zeiljachten gezien. Dat mag bijna in de krant, want het was steeds enorm rustig op het water. De ene was dus die Nederlandse Flying Dutchman, er kwamen twee Duitsers en een Italiaan ons tegemoet, en een Italiaan veel verder op zee koerste naar Sicilië. Oh, en we hebben nog even gezwaaid naar het Nederlandse vrachtschip Johannes, die meer dan twintig kilometer verderop voer.
De kust werd langzamerhand wat kaler en kreeg minder kleur. De bergen bleven vrij hoog, en aan het water zagen we strandjes. Geen havens, daar doen ze niet aan. Zó jammer!
Ook zagen om de zoveel kilometer een zeiljacht op het strand liggen, acht in totaal. We hebben het sterke vermoeden dat het weer migrantenjachten zijn geweest.
Het werd lekker warm, we voeren in shirt en korte broek. Helaas was Sicilië in lage bewolking verdwenen, dus de Etna konden we heel slecht zien. Op de vastewal van Italië verbaasden we ons over de Capio dell'Armi. Het zag er mooi uit, met bogen aan de kust alsof het al eeuwenoud was. Nou, misschien is dat wel zo, maar we denken dat je als automobilist maar beter niet kunt zien hoe de toestand onder je weg is.
Want boven die boven loopt de weg. Met de verrekijker zagen we dat de vangrail soms scheef loopt, en er mist ook een boog. Tja.... Maar goed, van verre is het een mooie foto.
In de Straat van Messina, het water tussen het vasteland van Italië en Sicilië, begon het wat te waaien. Dat was voorspeld. Gelukkig voor ons vanuit het zuiden, dus we hadden hem mee. Nou, we zijn hartstikke blij dat we niet met tegenwind hier zijn, dat we zo lang op goed weer hebben gewacht.
Want in nog geen tien minuten waren er flinke golven ontstaan. Echt flink. We schommelden en deinden, maar het ging allemaal goed verder. Waarschijnlijk ging het zo snel doordat het hier wat op een trechter lijkt tussen de bergen. En het is meer dan 500 meter diep!
Op de motor, met de grote fok op, bleven we mooi langs de kust. Niet te dicht, want er lagen veel netten. Het vrachtverkeer bleef mooi in het midden van de Straat, dus daar hadden we geen last van.
Een mijl voor de haven van Reggio Calabrio riep ik de havenautoriteit op. Na drie pogingen reageerde er iemand. We wisten dat de post bemand was, want de veerboten meldden zich ook steeds aan en af.
Ik moest naar kanaal 08. Hij vroeg wat we wilden. Nou, de grote haven binnenvaren en dan naar de jachthaven. Of we die al gebeld hadden. Nee. Nou, dat moest ik dan maar doen op kanaal 08. Huh? Dat is hetzelfde kanaal. Okee, ik deed mijn oproep. Maar toen moest ik naar 88. En ja: daar reageerde niemand.
Ik meldde me weer op 16 en vertelde dat we naar binnen voeren en naar de jachthaven zouden gaan. Niet gevraagd, gewoon verteld. Via Navily vond ik het telefoonnummer van de jachthaven, en de havenmeester wist al wie we waren. "Boatname is Notsje?"
Hij weest ons een plekje in de rij en hielp met de mooringlijnen. Het is niet de mooiste haven, maar het is een haven. En na bijna 12 uren varen is het al gauw goed. En veel keus is hier trouwens ook niet.
Toen ik ging betalen, bleek dat de havenmeester van een jaar of 30, nauwelijks Engels spreekt. Ik kon kiezen tussen contant of met bankpas betalen. Contant was het 60 euro, met de bankpas kwam er belasting bij en kostte het iets van 73 euro. Gladjanus! Ik betaalde dus met contant geld.
Ik vroeg bevestiging van onze berekening om morgen op een geschikt moment te vertrekken. In het smalste gedeelte van de Straat van Messina kan enorme stroming staan, met zelfs een paar draaikolken, en daar hebben we niet zoveel zin in. En we willen ook bij daglicht de volgende haven bereiken. Klinkt ingewikkeld, maar valt mee.
We hadden berekend dat we tegen 13:00 uur de haven zouden moeten verlaten. De havenmeester trok zijn schouders op en zei dat we op elk moment kunnen vertrekken. Hier heb je dus niet zoveel aan. Toen liet hij een printje zien met de bevestiging die ik wilde. Mooi! We weten genoeg.
Het schommelt af en toe door de veerboten, maar we liggen goed. De trein horen we maar stoort niet, de weg valt ook mee, en de weg die vrachtwagens nemen naar en van de veerboot valt ook mee. Het is niet stil, maar dat kun je bij een stad ook niet verwachten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten