De eerste dag van het derde deel van onze reis. In Cariati. Vanochtend verzuchtten we dat we eigenlijk wel hadden willen vertrekken, want het was prachtig weer. Maar de weermannen, vooral die van Lamma, vertelden dat we beter konden blijven liggen. Nou, vooruit dan maar.
Na het ontbijt, sinds we in Italië zijn met heerlijke bloedsinaasappels in de yoghurt, deden we een wasje beddengoed en liepen daarna het stadje in.
Ook hier geven ze met grote plakkaten aan dat er iemand overleden is. Afbeeldingen in kleur, van de mensen om wie het gaat, of van Heiligen. Soms staat er bij waardoor iemand is gestorven, en op enkele plakkaten wordt vermeld dat het om een herdenking gaat, omdat het een jaar geleden is dat iemand overleden is.
We liepen natuurlijk juist door de smalle steegjes, en eentje was zo smal dat je niet eens met tassen boodschappen in je handen normaal kon lopen.
Na een bezoekje aan de supermarkt Conad, waar wel 16 bakken stonden met mozzarella en burrata. In allerlei groottes en kwaliteiten. We kochten een grote bol mozzarella van de waterbuffel, en die was echt heel erg lekker!
Toen we vanaf de oude stad, langs de zee (waar een soort weekmarkt met vooral kleding was) weer naar de haven liepen, bleek de wind enorm te zijn toegenomen. Dat was voorspeld. Maar: ons beddengoed hing nog op de lijn.
Met flinke pas liepen we naar de boot, waar gelukkig alles nog hing. De dekbedhoes was nog niet droog, die heeft nog een uurtje in de luwte van de stuurhut in de kuip gehangen, maar de rest had geprofiteerd van zon en wind.
Het zat heerlijk in de kuip. In de luwte van windkracht zes en zeven. Hoewel de haven aangegeven werd als "redelijke beschutting", vonden wij het super liggen. Geen golven, slechts wind. We hadden geluk dat de wind van voren kwam natuurlijk, dat scheelt een heleboel.
Hoewel we van de havenmeester drie nachten voor de prijs van twee mogen liggen, (tenminste, dat hebben we begrepen uit zijn Italiaanse woordenvloed), gaan we misschien morgen wel verder. Elke mijl varen brengt ons dichter bij Nederland, en aangezien we willen profiteren van goed weer, gaan we wanneer we kunnen gaan.
We werden gebeeldbeld door Marit en Hidde, die vertelden over eidooier-spetters op een jurk en een waterspuit, en ons heel veel kusjes gaven. We smolten weer!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten