We zijn op pad geweest met een huurauto vandaag. Omdat we toch niet wilden vertrekken vanwege harde tegenwind, besloten we om het binnenland wat te gaan bekijken. Ons doel was Paestum, en omdat er een combi-ticket te koop was op het internet voor Paestum en Padula, hebben we een leuk rondje kunnen rijden.
Het huren van een auto ging niet enorm gemakkelijk, omdat er in dit dorpje geen huurauto’s te vinden zijn. Via ’t internet vond ik ook niets. Ik ben daarom maar gewoon gaan vragen. De eerste man (van een restaurant) vertelde in het Italiaans dat ik naar een ander dorp moest. De makelaar even verderop was gesloten. Maar in het hotel nog even verder trof ik de eigenaresse, die van oorsprong Zwitsers is. Ze belde voor me naar een autoverhuurder in (inderdaad) het volgende dorp, Policastro, en ja: hij zou een auto komen brengen.
We moesten hem dan wel even terugbrengen natuurlijk, en ’s avonds hem oppikken om weer hier te komen. Prima!
Om even voor half negen waren we bij Hotel Il Giardino, waar dezelfde mevrouw ons van alles wilde vertellen. Nu weten we hoe het zit met al die citroenen die we nog steeds in alle bomen zien hangen: deze bomen geven vier keer per jaar vruchten. Dat is leuk! Nu zijn de gele citroenen bijna rijp, en de jonge groene zijn ook al zichtbaar. Wat je met al die citroenen moet doen is dan de vraag natuurlijk. Nou, vooral weg geven aan anderen.
Nadat we de meneer van de auto teruggebracht hadden (hij reed zelf hoor) en meerder formulieren hadden ondertekend, gingen we dan echt op pad. Op de weg naar het westen zagen we vaak gele bordjes met een tekening van een sneeuwschuiver, en met een pijltje naar boven op de schuiver. Eerst dachten we dat de chauffeur steeds boven een afvoerroostertje zijn schuiver omhoog moest doen, maar later bedachten we dat het niet ging om een afvoerrooster, maar om een aardbevingbestendige constructie. Maar de schuiver moet dan wel even omhoog, want het rooster zit wat lager dan het asfalt.
We zagen deze bordjes op viaducten, niet op de "gewone" weg.
Via een mooie en goede weg door de bergen, met ergens halverwege een afslag om een slapend dorp te bekijken, reden we naar het haventje van Castellabate.
Onze dame van Maps.me is hier niet zo goed bekend: ze stuurde ons via hele smalle dorpsweggetjes naar toe, haha! Best spannend, en het ging niet zo snel, maar het was wel leuk.
Castellabate wordt hem niet voor ons. De haven is duidelijk heel sterk gericht op vissers, met kleine bootjes. Er liggen tientallen boeitjes in de havenkom, en de wind van vandaag waait er flink naar binnen. Het is wat onoverzichtelijk.
Toen reden we een stukje verder, naar Paestum. Nou, dat was geweldig! Paestum is gesticht rond de zesde eeuw voor de jaartelling, door Grieken uit Sybaris die een versterkte nederzetting bij een rivier wilden of door Dorische inwoners uit dezelfde naburige stad Sybaris die verdreven werden en hier een kolonie stichtten. Daar is men het nog niet helemaal over eens.
Maar deze nieuwe stad werd Poseidonia genoemd, naar de zeegod Poseidon, omdat de zee de bron van hun voorspoed werd. Het is eigenlijk Grieks dus, en geeft een mooi beeld van een dorp uit die oude tijd. We liepen in de drie Dorische tempels van Neptunus en Athene, zagen de resten van de stadsmuur, huizen, een theater, en een soort amfitheater waar recht gesproken werd.
Die stadsmuur is enorm! Wel 4,5 kilometer lang, soms 15 meter hoog en 5 tot 7 meter dik. We hebben een stuk langs die muur gelopen en voelden ons zelfs een beetje opgesloten.
Poseidonia was eerst flink groot, maar kromp door oorlogen en aardbevingen. En tijdens de Middeleeuwen was het bijna verlaten, want inwoners vertrokken naar de bergen op de vlucht voor Saraceense piraten en de malaria.
Eeuwenlang was het verdwenen, tot Koning Karel de Vierde van Bourbon rond 1750 een weg wilde aanleggen, de beroemde Via Appia. Grappig verhaal!
We vinden Paestum in combinatie met Bergamon in Turkije, en Delphi in Griekenland een heel goed beeld geven van het leven in die tijd. Het museum hier liet geen beelden zien, zoals in Delphi, maar juist heel veel stukken steen met fresco’s. Goed geconserveerd zou je zeggen, maar als je wilt kun je ze allemaal aanraken. Dat zou in Nederland beter beschermd worden denken we.
Via een stukje langs de kust reden we naar het noorden en zochten (en vonden) de Autostrada. De mevrouw van het hotel had verteld dat het bouwen van deze verkeersweg in totaal 30 jaar heeft geduurd. Af en toe werd een stukje gedaan, dus mensen hebben heel lang moeten rijden over stukken asfalt afgewisseld met stukken karrespoor. Maar nu reed het vrij vlot. Weliswaar mochten we af en toe niet sneller dan vijftig, en werd er gewaarschuwd voor koeien op de weg, maar we genoten ook hier van het uitzicht. Meer vlak land, en veel akkerbouw.
Oh, en het Kartuizer San Lorenzo klooster van Padula! Dat is prachtig! Helaas mochten we de fresco’s op de verdieping niet bekijken, maar we waren erg onder de indruk van het grote gebouw, waar 41 fonteinen waren, ruim 100 open haarden, een enorm grote keuken, en waar 300 monniken hebben gemediteerd en gewoond. De audio-toer was (toen we begrepen hoe het werkte, want het blijft Italiaans haha) erg informatief en we hebben er lekker lang rondgelopen.
De bouw van het klooster duurde van 1306 tot 1640 ongeveer. Het werd een dorp in een dorp, met eigen ateliers, opslagplaatsen van handelswaar, een smidse, boomgaarden, stallen, een park, 300 kamers, en veel grote zalen. Wij vonden het bijzonder dat al vanaf het begin het klooster in drieën te verdelen viel: een deel waar externen mochten komen om handel te drijven. Een deel voor zowel monniken als leken (die een soort toegangspasje hadden), waar de kerk, de keuken, de woning van de prior (dat is een vice-abt, en de abt is de baas van het klooster) en de refter.
Die refter, dat is de eetzaal van de monniken, is prachtig! Heel groot, met een kansel waar onder het eten waarschijnlijk nog wat (leuks?) werd verteld, en vele schilderijen.
En het derde deel, dat ze Chiostro Grande (Groot Klooster) noemden, daar mochten slechts de Kartuizers komen. Het klooster hoorde toe aan de Orde van de Kartuizers. Dat is een groep kluizenaars, die veelal in afzondering leven en 's zondags in de gemeenschap. Deze Kartuizers hadden een grote binnentuin met houten kruis, en elke monnik had een cel bestaande uit twee kamers en een eigen tuintje.
Het klooster werd tijdens de Franse bezetting door de broer van Napoleon, Jozef Bonaparte, flink geplunderd. Alle boeken, al het koper- en zilverwerk, alle gebruiksvoorwerpen verdwenen. Het klooster bleef leeg staan, behoort sinds ongeveer 1900 tot de Nationale Monumenten van Italië en tijdens de twee Wereldoorlogen sloot het Italiaanse leger er krijgsgevangenen op. Krijgsgevangenen in een klooster......
Trouwens, die combi-ticket hadden we niet gekocht. Dat zouden we doen wanneer we bij de kassa van Paestum niet die korting zouden krijgen. Maar wat bleek? Het kaartje aan de kassa was goedkoper dan op de site. Het was dan ook niet de officiële site, vertelde de jonge dame in zeer slecht Engels. En later bleek het inderdaad nepperij, want ook het kaartje van het Klooster was goedkoper. Rare jongens, die Italianen.
Vanavond kregen we een appje van Julie: de pionnen en fiches zijn aangekomen! We hadden ze in januari voor hen via ’t internet voor ze besteld in België. En naar Anneke in Hilversum laten sturen. Die zou ze dan meenemen naar Nydri. Het zou enkele werkdagen duren, maar ze deden er meer dan een week over om in Hilversum te komen. Belgische dagen duren wat langer dan de Nederlandse. Anneke was toen al in Griekenland.
Dus toen Anneke weer thuis was heeft ze ze opgestuurd. Op 11 februari. En nu, tweeëneenhalve maand later zijn ze er dan. Ik had al gedacht dat de Griekse postbode er mee aan spelen was (Brandi Dog of zo), maar dat had ik te negatief ingeschat. Nou ja, Julie en Rob zijn er blij mee, de houten pionnen zijn nog mooier dan ze hadden verwacht.
Morgen willen we verder, het weer lijkt goed. Maar we hebben de havenmeester niet gezien en dus nog niet betaald. We weten niet waar hij “woont”, want de borden met opschrift “capitaneri porto” wijzen verschillende kanten op. Nou ja, we hebben slechts een beetje water gebruikt, verder was er immers niets.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten