woensdag 5 april 2023

Naar Crotone

Bij vertrek hebben we altijd vaste handelingen: de weersvoorspellingen checken, de patrijspoortjes sluiten, het matje in de natte cel oprollen (zodat we wanneer we op golven varen niet uitglijden wanneer we naar het toilet gaan), het schroefasvet nog even een slag aandraaien, de olie checken, thee zetten, de navigatie opstarten, onze oortjes in doen en dan natuurlijk de motor starten.

Vanochtend hadden we wat vertraging. Hidzer zag dat er veel schroefasvet achter de fundatie lag. Dat zie je normaal niet, maar hij keek nu met de zaklantaarn in het rond. Af en toe moet dat natuurlijk.

We schrokken, want dat vet moet naar de schroef en niet binnen in de boot blijven. Met wat kunst- en vliegwerk (obstakels weghalen en in een rare houding gaan liggen), lukte het om de slang tussen vetpot en schroefas los te maken. Er kwam geen water naar binnen, dus er zat nog vet genoeg bij de schroefas.

Er zat een scheurtje in de slang. De vezels waren versleten en in het rubber zat een scheurtje. Dat was dus al langer aan het slijten, maar dat hebben we nooit gezien. Met wat vulkaniserende tape (dat reageert met zichzelf dus moet de boel wat afdichten) en een stuk slang en jubileumklemmen hebben een noodreparatie gedaan. De grote schijnwerper naast ons op de kade was nu zeker hartstikke handig.

We hadden besloten om toch te vertrekken. Naar Crotone. Dat lijkt groter dan Cirò, en hier hebben we geen zaak gezien met stoere technische materialen. En daarbij: er is geen havenmeester geweest die we wat kunnen vragen.

Dus op naar Crotone. Het was fris, zo’n 12 graden, grijs, er dreven wat donkere wolken, en we hadden een zwakke aflandige wind. De kust was weer mooi: groene bergen met af en toe een dorpje, en aan de vlakke kust de meeste bebouwing.

Ongeveer halverwege veranderde de kleur van het water. Alsof er met een liniaal een streep getrokken was. Van blauw werd het nu beige-bruin. Waarom? Geen idee. De diepte bleef hetzelfde (ruim 50 meter), de enige oorzaak die we kunnen bedenken is dat er vies water uit de rivier Neto stroomde. Maar dan zover de zee op? Nou ja, we voeren gewoon door en er veranderde niets.


Bij Crotone voeren we om het verboden gebied heen, en daar riep ik de Guardia Costiera op. Onze verwachtingen kwamen uit: er werd niet gereageerd. We voeren naar de zuidelijke haven (Porto Vecchio), want de andere is voor vrachtschepen en de Guardia.

Tja, en toen moesten we kiezen. Er zijn drie jachthavens. We hadden al een voorkeur, dankzij de app Navily, en dat leek ook het best. Bij het bord “Transito” legden we stern-to aan. Even eerder stonden wel mannen te zwaaien, maar daar zouden we tussen schepen moeten liggen en nu lagen we aan één kant vrij.

Ze hielpen ons niet, waren blijkbaar van een andere club. We wisten een mooringlijn te pakken. Die zinkende lijnen tussen kade en ankerpunt zijn harstikke handig, maar vaak ook smerig. Deze ook. Niet alleen de boot zit onder het zand maar mijn zeilpak ook. Er kwam een jonge man aangereden die ons verwelkomde, een lijntje aanpakte en zich voorstelde als Giulio. Nou, dat bleek een super havenmeester!

Bij het betalen (€36,60) vertelden we van ons probleem, en hij zou een vriend bellen. Maar de zaak, even buiten Crotone, was nu gesloten. Riposo. Tegen half vier wilde hij ons er wel heenbrengen met zijn auto, want het was te ver om te wandelen of te fietsen.

Wij probeerden ondertussen om het scheurtje in de slang iets beter te dichten. Want er was wel wat vet uitgelopen. We knipten wat ijzervezels weg, probeerden het zo goed mogelijk te ontvetten, deden vulkaniserende tape er omheen, daarna een laag kit, en twee langere stukken slang. De diameter van de ene was te klein, de andere te groot, dus we hebben in beide een snede gemaakt en eerst de kleinste erom gelegd en daarna de grotere. Vijf jubileumklemmen er op, en toen maar hopen dat we het voor niets hadden gedaan.

Giulio kwam ons halen en bracht ons een eind buiten de stad. Over slecht geasfalteerde wegen, langs verlaten industriepanden, over chaotische kruispunten. We kwamen bij een pand zonder opsmuk, alsof het een fabriek was.

Maar binnen bleek het super! Een echte mannenzaak, zou Rob (uit Nydri) zeggen. Allerlei technische materialen, van kleine dingetjes tot heel groot uitgevallen klemmen en haken. We moesten bij de balie blijven, er waren wel zes mannen die de klanten hielpen. Giulio vertelde dat deze zaak ook aan de (vier) boortorens levert, die hier vlakbij staan.

Het duurde tien minuten, zei de man die ons hielp. Hij keek niet moeilijk, had een houding van “oh, dat maak ik zo even voor je”. En ja, even later kwam hij met een “heavy-duty” kabel, met dezelfde koppelingen. Via google-translate vroeg ik nog even naar extra schroefasvet. Grassi per alberi di transmissione. En ook dat konden we kopen. Roodachtig. Ha, we hadden uit Nederland lichtbruine mee, in Nydri donkerbruine gekocht, en nu roodachtig.

Voor de slang met geperste koppelingen en de 5 kilo vet betaalden we 50 euro. Apart toch dat zulke dingen hier best goedkoop zijn en het havengeld in verhouding duur.

De slang paste inderdaad mooi op onze koppelingen. Doordat het materiaal wat stugger was, (heavy-duty), was het wel een lastige handeling om het vast te krijgen, maar het lukte. Joepie! We hadden Giulio 50 euro gegeven als dank voor zijn tijd, advies en autorit, en hij kwam nog een keer vragen of alles okee was. Dat is het zeker!

De haven is verder niet zo. Het sanitair is er, maar de douche en toilet zijn één, zonder mogelijkheid om je kleren op te hangen. Nou, dan maar niet.

De superhoge zeewering, weer een meter of 8 hoog, beperkt het uitzicht maar biedt goede bescherming. Vlakbij ligt een Noorse houten boot, waarvan op weg van Griekenland naar Italië één van de masten brak. Het bleek een verzekeringsdingetje, en hoewel het nogal wat tijd vergde, komt het prima in orde. Het hout kwam zelfs uit Noorwegen!

Tot onze verbazing reden er een auto van de Port Security over de kade, en twee auto’s van de Polizia. Ze keurden ons geen blik waardig. We hebben even opgezocht hoe het zit met de gewapende mannen.

Port Security is havenpolitie. Voor de industriehaven. Guardia di Finanza is de douane. Guardia Costiera is de kustwacht. Carabinieri is te vergelijken met de Nederlandse Koninklijke Marechaussee en Polizia kan Gemeente politie of Rijks politie zijn.

Intussen is er een Spaans jacht naast ons komen te liggen, met vijf mensen aan boord. Het is gaan regenen, we liggen prima, zijn blij met ons slangetje en hebben er al eentje op gedronken!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten