Vannacht hoorden we weer vissen. Alsof ze aan de boot knagen. In zekere zin doen ze dat ook: ze snoepen van de aangroei. Het was even wennen, dat geluid, maar ze mogen blijven eten hoor. Want aangroei hebben we, dat is duidelijk te zien in het heldere water.
We wandelden vandaag naar de westkant van de baai. Eerst scheen de zon maar later werd het bewolkt. Aan de kade liggen mooie kleine vissersboten. Ze lijken veel op elkaar maar zijn toch verschillend. In vorm, grootte en kleur. Twee vissers gaan elke dag de baai uit, en bij terugkomst wordt de handel direct verkocht.
Vaak wordt de vis eerst schoongemaakt, en de resten zijn dan voor de vele katten. Ook hier zijn er tientallen, en weinig zien er gezond uit. Maar naast de visresten krijgen ze ook brokjes gevoerd, dus daar ligt het niet aan.
Op de boulevard, waar het 's zomers hartstikke druk is, staan vaak grote plastic flessen. Oude waterflessen. De bovenste helft is mooi blauw geverfd, en ze doen dienst als asbak. Mensen gooien zo te zien hun peuken er echt in, want we zien ze niet op straat liggen. Die peuken dus.
Er wordt heel veel gerookt hier. Opvallend veel. Maar niet in winkels. Wel in auto's. En laatst zagen we tijdens een wandeling dat een benzinepomp-medewerker haar peuk even in de vensterbank legde toen ze een auto ging vullen. Ach ja, dat kan in Griekenland!
De meeste opritten naar huizen zijn van beton. Het ziet er niet professioneel uit, dus waarschijnlijk doet iedere bewoner het zelf. Maar ze hebben allemaal horizontale ribbels, dat is handig voor de afvoer van de regen en zo hebben de mensen ook wat grip bij het wandelen.
Aan de westkant zagen we in de verte Paxos liggen, een kleine 25 kilometer de zee in. De kust van de vaste wal heeft verschillende ankerplekken, maar daar moet je met westenwind niet gaan liggen.
De drie eilanden waar we omheen moesten varen zijn allemaal onbewoond. Maar naar eentje, Nisis Mavros Notos, kun je zomers lopen. Over die zandbank. Blijkbaar is het nu hoog water, want het zag er overal te diep uit om te wandelen.
Vanaf de berg hadden we een mooi uitzicht op de haven. Het is bijna niet te geloven dat -ie 's zomers hartstikke vol ligt! De havenmeester vaart dan als een verkeersagent in zijn dinghy: pas als er iemand vertrokken is mag er weer een nieuwe passant komen. En als de haven vol is heb je pech, dan moet je ergens gaan ankeren.
Elin bracht ons vanavond een Imray boek over de binnenwateren van Frankrijk. Zij gaan niet meer door Frankrijk in verband met hun diepgang van 1,65 meter, en wij zijn erg blij dat we dit boek mogen lenen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten