De zon scheen, het was perfect weer om de stad nogmaals te bekijken. We wandelden langs allerlei belangrijke spots, als het Nieuwe Fort, door de Jodenwijk (waar ooit 5000 mensen woonden maar na WOII slechts een handjevol terugkeerden van de kampen), langs de synagoge, de Venetiaanse zuilenrij, de plek waar de eerste universiteit van Griekenland heeft gestaan, het stadhuis en een paar van de 37 kerken in de stad.
Het bleek ook op zondag een wasdag te zijn. Een mooi gezicht hoor, dat wasgoed aan de lijnen. En hier doen ze ook niet altijd aan brievenbussen, dus de postbodes klemmen de brieven gewoon achter een traliewerk.
Het was gezellig druk. Wat lastig voor mensen die met de auto de stad in wilden, maar er waren terrasjes genoeg waar ze konden zitten. Ons viel op dat er bijna alleen gedronken werd op terrasjes. Veel koffie, maar in de ochtend zagen we ook al heel wat wijntjes staan. Eten, dat deden de meeste mensen wat later, en vaak iets lekkers wat bij de bakker was gekocht.
Wij stonden ook even in de rij bij de bakker, voor een stuk spanakopita (spinazietaart) en een groot uitgevallen tiropita (fetataart). Op een bankje op een pleintje bij de kerk zaten we lekker in het zonnetje te eten. Ik ben nog even in de kerk geweest, want er was een dienst terwijl de deur wijd open stond.
Geen orthodoxe kerk helaas. Daar waren we langs gelopen, hoorden mooie muziek en zang maar de deuren waren gesloten. In deze kerk zag ik een man in een mooi gewaad brede armgebaren maken. en elke zin die hij zong werd beantwoord door de kerkgangers.
Buiten stonden bloemen in een nis. Op straat hadden we heel veel mensen met een bloemetje (geen bos, maar een steeltje) zien lopen. Veel witte bloemetjes, soms een rode erbij. Ik vroeg iemand waar dat voor was, en hij vertelde "voor de dag van het kruis". Iedereen neemt dan blijkbaar een bloemetje mee naar de kerk.
Het contrast tussen de huizen en de mensen vonden we wat groot. De huizen waren vaak wat verwaarloosd, maar de mensen zaten en liepen er echt op zijn zondags bij. Wat dat betreft was het echt een moderne stad.
Fietsen zagen we niet, wel Arriva-bussen. Echt, ze leken er sprekend op!
Vanaf het oude Fort hadden we een mooi uitzicht op de stad, op Albanië in de verte en op onze haven. Behalve de uitzichten was er verder niet zoveel te zien in het Fort. Waar de 3 miljoen EU-euro's aan besteed zijn weten we niet zo goed.
Er schijnen een stuk of 19 fanfarekorpsen op het eiland te zijn, en we maakten een stuk van een repetitie mee van eentje. In het Fort. Ze oefenden voor aanstaande zaterdag, dan vieren ze een soort Onafhankelijksdag. Ze noemen het "Eortasmós tis Ellinikís Epanástasis tou 1821"
In 1821 startte de Griekse Onafhankelijkheidsoorlog, ook bekend als de Griekse revolutie. Tegen het Ottomaanse rijk. Na acht jaar oorlog werd Griekenland eindelijk erkend als een onafhankelijke, soevereine staat. Dat vieren ze elk jaar op 25 maart met parades. En daar moest even voor geoefend worden natuurlijk.
Er zit een soort van muziekschool in een groot moderner gebouw op het terrein, dat we vanaf de haven konden zien. Er werd (op zondag!) veel geoefend, vooral zang, en omdat de ramen open stonden konden we dat goed horen terwijl we in de kuip in het zonnetje zaten.
Van een Duitser kregen we nog complimenten over de boot. Eerder ook al van een stel uit Badhoevedorp, maar dat zei ons niet zoveel. Deze meneer had ons op Ithaka zien liggen, en was toen al erg nieuwsgierig geweest, maar we waren niet aan boord toen hij langs kwam.
Een vaag plan hebben we al voor morgen: eerst wat fietsen en dan waarschijnlijk een stuk varen, naar Kassiopi. Maar dat weten we nog niet zeker. We zien wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten