donderdag 30 maart 2023

Naar Corigliano Calabro

We hebben weer prima geslapen. Op drie na zijn alle vissers, ook die vlak achter ons, vertrokken en we hebben er niets van gemerkt. Het geluid van de motor of aggregaat van de visser achter ons hoorden we wel vaker de afgelopen dagen, dus waarschijnlijk hebben we dat in ons onderbewustzijn wel meegekregen maar ons innerlijk alarm is niet afgegaan.

Wij vertrokken om half zes, het was nog wat donker. Voor een tocht van 72 zeemijlen. Vlak bij de haven voeren we rakelings langs een tonnetje van een visnet. Die hadden we in 't donker niet gezien. 

Her en der zagen we de lichten van kleine en grote vissersboten, maar toen het echt licht was en de het eiland met de vuurtoren voorbij waren was er geen boot meer in de buurt. De hele toch niet. Ja, op AIS zagen we er soms eentje, en later heel in de verte, maar niets dichtbij.

We hadden wat deining en golven tegen, en geen wind, dus de motor moest even flink aan het werk. Die deining veranderde in de loop van de dag van richting en de golven ook. En soms was de zee redelijk vlak.

Dus in het zonnetje dronken we lekker koffie met een Italiaans koekje. Biscotti uva passa cacao mandorle, bij de bakker gekocht. Het zijn brosse koekjes, met rozijnen, chocola en amandelen. Heerlijk!

De dieptemeter gaf aan dat het te diep was om te meten (op een gegeven moment meer dan 1000 meter) en de telefoon had ook een poosje geen bereik. Gelukkig de GPS wel. De bergen aan de overkant zagen we al van ver, maar toen was het nog wel een uur of negen varen.

Het was een lange tocht, met als hoogtepunt een bezoekje van vijf dolfijnen. Ze bleven niet zo lang, maar lieten zich wel duidelijk zien. Heel langzaamaan werden de bergen groter en zagen we sneeuw op de toppen.

Het weer deed wat de weermannen (we raadplegen nu Manna Meteo) hadden beloofd: vanmiddag wind vanuit het zuiden. Dat was de reden dat we naar Corigliano Calabro gingen en niet naar Ciro Marina, anders hadden we met een flinke windkracht vier aan de wind moeten  varen, en we wisten niet of er flinke golven vanuit Libië over de Ionische Zee zouden komen.

Nou, die zijn wel gekomen hoor. Maar we hadden flink gereefd en de motor er bij aan, dus het ging goed. We  hadden de vaart er in, en we dansten wel, maar we werden niet door elkaar geschud. 

Op nog ruim een uur varen van de haven, de wind was al wat gaan liggen, werden we via de marifoon opgeroepen. Door de havenmeester van Corigliano Calabro. Eerst begrepen we niet dat hij ons opriep, want hij had het over "Notsje Notsje". Toen hij dat de tweede keer zei, en ons callsign van de marifoon noemde, hadden we het direct door.

We kletsten eerst via de marifoon, daarna vroeg hij ons telefoonnummer en belde hij. Hij vroeg waarom we naar zijn haven wilden, waar we vandaan kwamen en wat de volgende haven zou zijn. En met hoeveel mensen we aan boord waren. En hoe groot de boot is. 

Het kwam er op neer dat we eigenlijk niet in de haven mochten liggen, maar dat het voor één nacht wel mocht. De kade was 2 meter hoog, en de wal op gaan was niet toegestaan, maar dat was voor ons geen probleem. En als we morgen vertrekken moeten we dat hem op VHF16, VHF14 of zijn telefoon even melden. 

Hij vertelde in welk deel van de haven we konden gaan liggen. Nou, er is plaats genoeg! Direct links bij binnenkomst lag een vrachtschip uit Barbados te lossen, en rechts liggen een stuk of tien vissers. Er is nog een andere "poot" in de haven, maar daar hebben we niet in gekeken. 


We lagen nog niet eens goed vast of er stonden twee jonge mannen te kijken. Ik vroeg (bijna bij wijze van grap) of zij de havenmeester waren, maar nee, ze zijn van de Guardia di Finanza. Zonder uniform. Ze wilden de documenten even controleren. 

Hidzer zette de zwemladder in het gangboord en het bovenste stuk van de ladder (waar Hidzer een soort haken aan heeft gezet zodat de ladder aan de reling kan hangen) kwam net boven de kade.

Ik bleef aan boord, ik  had geen zin in dat geklauter.


Maar even later moest ik ook komen, omdat het mailtje van de verzekering dat wij ook dit jaar verzekerd zijn in de telefoon stond. 

De mannen waren erg aardig, en hadden het even druk met het overschrijven van alle gegevens. Ja, foto's maakten ze ook, maar het is blijkbaar nodig dat alles opgeschreven wordt. In tweevoud, zodat beide partijen een exemplaar krijgen. 

Dat hadden we in Gallipoli ook gezien. Geen carbonpapier, maar gewoon twee formulieren invullen. Nu moest er ook ingevuld worden hoeveel de boot waard is!



Al met al duurde het bijna een uur. Alles was okay, en ze vroegen of nog even aan boord mochten komen, want ze waren nieuwsgierig. Tuurlijk mocht dat. 

De mannen (we hebben het telefoonnummer van Tony gekregen (Tony voor vrienden, Antonio voor anderen)), en ze vroegen nog of we nog de stad in moesten voor eten of zo. Van hen mochten we dus wel aan de wal. Grappig.

Ze vertrokken, en wij ruimden op en gingen snel eten. Dat was een voorbereidde bonen-rijst-salade, erg lekker. 

In ons Imray-boek staat wel dat het een industriehaven is, "not the sort of place you would make, but it could be a useful stop en route". Dat klopt dus. Maar wat raar dat er hier geen jachthaven is! Een stad vlakbij, ruimte genoeg, we begrijpen het niet. Leuk of gezellig kun je 't hier niet noemen, maar we zijn blij dat we veilig liggen, en morgen zien we wel weer. Als de weermannen zeggen dat we niet moeten varen blijven we gewoon liggen, wat de havenmeester ook zegt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten