Kassiopi en Othoni, het lijken wel namen van Italiaanse gerechten. Maar we zijn nog steeds in Griekenland. Okee, Italië is nu op een dagreis afstand, dus we komen dichterbij.
Maandag hebben we anderhalf uur rond de oude stad gefietst. Altijd leuk, om niet het centrum-stadse-leven maar het er-moet-weer-gewerkt-worden-leven te zien. Oude auto's, slechte wegen, onduidelijke wegwijzers, zich haastende mensen en ook koffie-to-go halers, die hun auto even driedubbel parkeren.
De zon scheen, het was lekker fietsen. Vooral omdat iedereen hier heel voorzichtig rijdt, wanneer fietsen of voetgangers (of katten) in de buurt zijn.
Natuurlijk gingen we bij de bakker langs voor brood, en waarschijnlijk het laatste Griekse baklava. Zondag waren de stukken lunch-taart erg lekker, dus ik hoopte dat de baklava ook goed zou smaken. Ik koos daarom voor twee grote stukken!
Hidzer vroeg of ik nog naar de oorbelletjes wilde kijken. Eh, nou, ze waren niet goedkoop, maar ik vond ze zó mooi! Dus we draaiden de fietsen en Hidzer ging mee naar binnen in het kleine winkeltje met al die mooie sieraden en kleding. En ja, de oorbelletjes staan prachtig.
Staal met een goudlaagje, en porseleinen vogeltjes er binnenin. Snoepjes! Gemaakt door twee zussen vertelde dezelfde mevrouw als waar ik zaterdag mee had gesproken. In een mooi doosje, samen met een visitekaartje in een mooi tasje nam ik mijn schat mee naar de boot.
We besloten de fietsen aan boord te zetten en direct te vertrekken. Kassiopi lonkte, een uur of drie verderop. Van zeilen zou niet veel komen, het was bladstil. Maar ja, voor vandaag werd de hele dag regen voorspeld, en morgen noordenwind, dus dan zou het een lang verblijf in Kerkyra worden. En we wilden eigenlijk naar het eilandje Othoni om goed weer voor de oversteek af te wachten.
Dus we vertrokken. Aan onze bakboordskant zagen we mooie kusten van Griekenland, aan de stuurboordskant de verlaten bergen van Albanië. En nauwelijks een schip op het water. Een paar ferry's, een speedboot, een visser en een hogesnelheidsvaartuig uit Albanië, die ons met 55,4 kilometer per uur tegemoet kwam. Een voordeel van zo'n schip is dat het geen golven maakt!
Het was niet helder, maar wel heerlijk warm. Korte broekenweer, dat bevalt ons wel. De kortste afstand tussen Kerkyra en Albanië is 2 kilometer, we zijn daarom stiekem in Albanees zeewater gaan varen. Gewoon voor de lol.
Langs de noordkant van Kerkyra zagen we een paar mooie ankerplekjes, maar voeren door naar Kassiopi. Kassi betekent "grens", en Opia betekent "uitkijkpunt", ze zullen wel bedoelen dat je een mooi uitzicht hebt op Albanië.
Kassiopi was oorspronkelijk een vissersplaatsje, maar moet het nu vooral van de toeristen hebben. We lagen als enige boot in de haven (behalve een paar kleine vissersbootjes), en de beschutting viel ons wat tegen. De ferry's die langskwamen veroorzaakten behoorlijke deining, dus we moesten even goed kijken wanneer we over de passarelle (loopplank) liepen.
In het stadje waren al veel mensen bezig in de tavernes en op terrassen. We liepen wat rond door de straatjes en namen een kijkje bij de resten van het 13de eeuwse kasteel. Het schijnt één van de belangrijkste architectonische overblijfselen uit de Byzantijnse periode te zijn, maar wij waren niet echt onder de indruk.
We hadden wel een mooi uitzicht, dat weer wel.
De inwoners beantwoordden onze "yassas" maar nauwelijks, deze plek voelde wat troosteloos aan. Het leek wel of ze hier ook aan een afval-ophaal-staking deden, want de prullenbakken waren overvol. Waarschijnlijk zetten ze hier 's zomers grote containers neer voor het afval, maar nu deed iedereen zijn zakjes in de prullenbak.
De coastguard sjeesde de haven binnen en voer direct weer weg, ze keken niet eens naar ons. Tegen half zes kwam een zeiljacht langszij de kade liggen. Israëliërs, die met een groot jacht uit Montenegro naar huis gingen.
Ze hadden nog geen transitlog (waren dus nog niet ingeklaard) maar hadden eten en gas nodig. Dat lukte, en na een vergeefse poging om water te tanken (alles moet hier met een marina-card) gingen ze na twee uren weer verder.
Dat was het hoogtepunt van ons verblijf hier. We besloten om misschien vandaag verder te gaan. Weliswaar zou er veel regen komen, maar nauwelijks wind, en binnen in de stuurhut is het wel goed toeven.
Vannacht kwam de coastguard nog een keer een bliksembezoekje brengen, maar verder was het op wat golven na rustig.
We stonden vroeg op, en ik liep naar de bakker. Ik kocht twee grote broden, want we wilden naar het eilandje Erikoussa of naar het eilandje Othoni, en of daar bakkers open zijn in maart is natuurlijk de vraag.
Na de weersvoorspellingen te hebben gecheckt vertrokken we. Regen, weinig wind, dat is geen probleem. En ze blijven er bij dat er morgen harde wind komt uit het noorden, en dan is dit geen leuke plek.
Zeventien mijlen naar het eilandje Erikoussa. Dat was het plan. Maar onderweg bedachten we dat we net zo goed 8 mijlen verder konden gaan, naar het eilandje Othoni. Dat is het uiterst westelijk punt van Griekenland.
Het voer prima, het was vaker droog dan nat, en het tweede stuk baklava uit Kerkyra smaakte weer heerlijk! Er kwam wat meer wind, dus we rolden de fok uit, dat scheelde weer een kilometer per uur.
Een half uur voor de haven begon het weer te regenen. Tuurlijk..... We voeren pal west met een oostenwindje, en er kwamen wel wat golven opzetten. Maar soms verdwenen die ook weer zomaar. We voeren het kleine haventje in, waar een coastguard-schip lag en een zeiljacht. De coastguard nam mensen aan boord, en twee officials in een auto hielpen ons aanleggen. Niet dat dat nodig was, maar wel erg aardig.
Ze vroegen waar we vandaan kwamen, hoe lang we op Kerkyra geweest waren, en wanneer we wilden vertrekken. Ze vroegen niet om papieren. Maar zeiden wel dat als we vragen hadden we altijd langs mochten komen.
Het was wel bumpy hier. De kade lag ook oost-west, dus de golven kwamen vrolijk binnen. Maar goed, we lagen veilig. Toen het droog was, deden we een klein rondje. Het zeiljacht was ten dode opgeschreven, waarschijnlijk ergens losgeslagen in een storm. Heel veel schade.
Aan de buitenkant van de zeewering lag ook een zeiljacht. Deze was al gestorven. We hebben in totaal in Griekenland wel zestig van deze verlaten, (deels) gestorven boten gezien. Niemand neemt moeite om ze op te ruimen. We denken dat dat een geldkwestie is. Het zeiljacht in de haven staat geregistreerd in Delaware, een staat in het noordoosten van Amerika. Daar zal het wel niet vandaan gekomen zijn, maar het gaat er zeker niet meer naar toe.
Intussen zijn we verkast. Een klein stukje verder, in de kom van de kleine haven, liggen we nu langszij de kade. We durfden het eerst niet aan vanwege de vele mooringlijnen en plastic drijvers, maar door het heldere water zagen we dat we er goed konden komen. En liggen. Het is diep genoeg en even belangrijk: we liggen nu niet meer in de golven.
We zien heel veel katten, maar door de regen zien we geen mensen. Het blijft rustig hier. Morgen gaan we wel op onderzoek uit, want dan komt de zon weer. Hier zal niet zoveel te beleven zijn, maar we liggen prima.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten