Hoera, twee keer feest! Hidzer is jarig en we zijn de Rhône op gegaan. Vanaf de werf moesten we ruim 2 kilometer varen om bij de sluis te komen. Die draait voor vrachtverkeer dag en nacht, maar voor pleziervaart niet. Voor ons zijn er strikte tijden. Dan mogen boten vanaf de Rhône naar binnen, en als zij geschut zijn en naar Port Saint Louis willen, moet de lage brug openen. En die brug blijft open tot pleziervaart dat naar de Rhône wil in de sluis vaart. Het is dus zaak om er op tijd te zijn en best wel op te schieten.
Nou, dat kunnen we. We lagen al voor half acht bij de kade voor de sluis, Hidzer zette mijn fiets op de wal en ik ging naar de bakker voor twee stokbroden. Toen ik terug kwam hadden we nog zeeën van tijd om met de buren, die net achter ons waren gaan liggen, te praten. Deze Duitse mensen met hun Sternchen kwamen uit Port Napoleon, waren al heel lang met tussenpozen onderweg, en willen nu via de Moezel en de Rijn weer naar Dortmund. Of naar Nederland. Dat weten ze nog niet. Ze liggen 1,70 meter diep, en dat moet kunnen volgens meneer.
Na het ontbijt heb ik met de sluiswachter-op-afstand gebeld en hij vertelde me dat we om kwart voor negen naar binnen mogen. Ha, en toen lagen er ook al twee Deense zeiljachten zonder mast, een boot van de Gendarmerie en twee vissers te wachten.
Het schutten ging prima. Nou, de gendarme-mannen hadden moeite om zich aan de wal vast te maken, en één van de mannen moest nog naar een Deen om te zeggen dat ze hun reddingsvesten aan moesten doen, en het duurde wel wat lang allemaal, maar om tien over negen voeren we dan echt op de Rhône. Weer een mijlpaal op deze reis!
We zullen de Rhône 323 kilometer meemaken, tot kilometerpaal 0, bij Lyon. Af en toe zullen we de rivier links of rechts laten liggen, omdat we dan in een kanaal terecht varen. In totaal 11 maal. We zijn benieuwd hoe sterk de stroming zal zijn, dat hangt ook af van de hoeveelheid regen die verderop valt. We zien wel.
Twaalf sluizen gaan we nemen, van die echte grote. Een verval tussen ruim 6,5 en 22 meter, en afmetingen van 190 bij 12 meter. Zullen we hier ook wel eens in ons eentje in liggen? Het zou zomaar kunnen.
En havens? Die zijn er niet zoveel, hebben we gehoord en gelezen. Maar bij de sluizen zijn wel wachtsteigers die gebruikt kunnen worden. Ook dat zien we vanzelf.
Sternchen zette de sokken er in, wij volgden iets minder hard. Er stond wat stroming tegen dus we gaven wat meer gas dan normaal, maar de boot reageerde prima.
De Rhône was breed, erg breed. Bijna 500 meter! Het water was groengrijs, dat is even wennen na al die maanden met voornamelijk blauw water. Af en toe stonden er enorme palen die de vaargeul of ondiepte markeerden. Echt metershoge palen, wat ons wat verbaasde omdat het een rivier is die waarschijnlijk toch af en toe meandert.
Grappig is dat we hier de groene palen aan stuurboordskant hebben, en de rode aan bakboord. Dat is precies andersom als elders. En ze hebben het over de linkerkant van de rivier en de rechterkant, maar dat is naar zee toe. Dus de Franse linkerkant is voor ons nu rechts.
Was het saai, de Rhône? Af en toe wel. Okee, we moesten de palen in de gaten houden, er kwamen ons twee vrachtschepen tegemoet, er haalden ons twee in, we namen soms de binnenbocht om minder last van de stroming te hebben, maar er was weinig te zien aan de oevers. Slechts bomen.
Aan het begin van dit traject zagen we nog wel een zout-raffinaderij met zoutbergen er achter, dat was in de Camargue. Maar huizen aan het water, daar doen ze hier niet aan. Misschien omdat de rivier te onvoorspelbaar is. Wel drie oude verlaten half-ingestorte fabrieken.
Maar ach, we hadden een mooi zonnetje, het was lekker warm (bikini en zwembroek), de gisteren gemaakte witte-chocolade-roomkaas-mascarpone taart was heerlijk, Hidzer kreeg appjes, werd gebeld en gebeeldbeld, dus we kwamen de dag prima door.
We wilden in Arles gaan overnachten, want Vincent van Gogh heeft hier gewoond en geschilderd, maar Arles wilde ons niet hebben. Er was slechts één steiger, maar die was grotendeels bezet door boten van locals. En die lagen er al een tijdje zo te zien. Sternchen lag er op een hoekje, maar het trok ons niet zo om er in Päkchen naast te liggen. Dan maar verder.
Arles was vanaf de waterkant gezien niet kleurrijk: alles was gebouwd in grijsgele kleur. Maar het kasteel stond wel mooi op de rotsen.
Er dreigde een onweersbui: we zagen vreemde wolken, hoorden het donderen, maar pas toen we aangelegd hadden kregen we wat regen. Best lekker, want het was broeierig warm.
Nu liggen we voor de sluis van Beaucair. Aan een goede steiger, die bedoeld is voor pleziervaart die moet wachten voor de sluis. Nou, dat doen wij ook, op een opening morgenvroeg. We hadden wel een schutting kunnen krijgen, want de sluis draait voor pleziervaart tot negen uur vanavond, maar we liggen hier prima.
Uit eten voor Hidzers verjaardag gaat niet, dat is wel erg ver fietsen, maar we hebben genoeg lekkers aan boord. We kregen nog een fotootje toegestuurd door Heidi en Ruud, die met zijn allen een taartje aten. Lekker!