zaterdag 29 april 2023

Naar San Felice Circeo

Vandaag was een wat grijze dag. Lekker warm, waarbij de zon wat gehinderd werd door wolken. Maar we maakten een prima trip, weer 50 mijlen.  Een uurtje na onze vroege start zagen we al ferry’s naar en van de eilanden Procida en Ischia varen, maar verder waren we bijna alleen op de wereld.


Op de marifoon was het eerst wel druk, door het vrachtverkeer dat contact had met Napels. We hoorden zelfs een stuurman met Nederlands accent, die op het laatst “Okido” zei. Grappig. Maar na een paar uurtjes was het ook erg rustig op de marifoon.

Hoogtepunten van de dag waren het ontbijt, koffie met lekkere Morzelletti con Mandorle, een paar veerboten in de verte die naar de Pontine-eilanden varen (zo’n 50 kilometer uit de kust), en een voorbijdrijvende vrieskist.

Toen ik de haven van San Felice Cireo opriep was het eerste wat de mevrouw vroeg hoe diep we steken. Begrijpelijk, want we moesten door een vaargeul in een zandbank. Die geul was breder dan verwacht, en ook diep genoeg voor ons gelukkig.

We hebben eerst diesel getankt en werden naar een drijvende steiger verwezen. Twee mooringmannen stonden op jachten aan weerszijden van ons plekje, en we bleken er precies tussen te passen. We liggen nu wel shocking klem trouwens!



Voor we ’t wisten stapten de twee mannen aan boord: eentje met een mooringlijn, en ze bemoeiden zich met onze (te dikke) stootwillen. Hidzer en ik gooiden de lijnen naar een andere mooringman op de wal. Alles ging in rust en harmonie, het was eigenlijk wel grappig. Later zagen we dat ze dat bij alle boten zo doen.

Met als voordeel dat er veel jachten in de haven kunnen, en dat de eigenaren van de veelal grote jachten niet zo veel hoeven te doen. Want oh, wat ligt hier een kapitaal! Een beetje bang ging ik naar het kantoor om te betalen, maar dat viel weer mee: 50 euro inclusief water en elektra. Gisteren zestig, maar die had dan ook nog een soort van sanitair.

We zijn naar het dorp gelopen, om boodschappen te doen, bij de Conad. Iets van 3,5 kilometer ver, dat was ook een klacht op Navily. Van een niet-wandelaar waarschijnlijk. Ach, er was wel een winkeltje op de haven, maar wij hadden ook wel behoefte aan een wandeling.

Het dorp zal ’s zomers wel erg druk zijn met toeristen, maar waarschijnlijk vooral dagjesmensen. Of mensen die met hun jacht komen. Want hotels zagen we niet, wel veel restaurantjes. En die zagen er leuk uit! Een rondje over de haven liet zien dat wij van alle motor- en zeiljachten weer bijna de kleinste zijn. En de enige niet-Italiaan. Ja, we zien wel twee Poolse vlaggen, maar dat zijn dan Italianen die een goedkopere registratie willen. Een ICP-gevalletje zeg maar. 

Waarschijnlijk blijven we hier een paar dagen, want er komt veel wind en regen de komende dagen. We zien wel. We liggen goed.

vrijdag 28 april 2023

Voorbij Napels, naar het eiland Procida

Af en toe was er redelijk wat wind vannacht, waarschijnlijk vanaf de bergen. Ook vanochtend, toen we weer vroeg vertrokken. Maar helaas bleek het dus echt bergwind, want na een half uurtje was het nagenoeg bladstil. Jammer, we hadden 40 mijlen voor de boeg naar Sorrento en konden wel een lief windje gebruiken.

Af en toe merkten we wat tegenstroming, af en toe wat stroming mee. Er was voor ons geen peil op te trekken. Misschien kwam het door de diepteverschillen.

Maar goed, we hadden prachtig weer: zon, lekker warm, een rustige zee, en na de koffie zelfs de mogelijkheid om een klusje te doen. Eén van onze landvasten had een zwakke plek (door het schuren ergens op een kade of zo) en daar moesten we wat mee. Hidzer sneed het slechte stuk, dat op een meter of drie van de lus af zat, door, en maakte van de rest twee stukken die we wel weer ergens door een ring of zo kunnen steken. Opdat een reststuk schavielt en niet de lange landvast.

Zoals alle dagen hadden we het onderweg over de bestemming, het doel, van de dag. Sorrento dus. Maar waarom niet een stukje verder? Dat zou dan een langere dag worden, van ongeveer vijftig mijlen.  Het was immers mooi weer. En de extra mijlen om de bocht, naar Sorrento, hoefden we dan niet te doen.

Okee, we zochten een haven uit (met nog drie in de buurt) en koersten door richting Capri. Die zagen we al van ver. Het leek een brok rots, niet eens zo aantrekkelijk. Tja, Capri moet je gezien hebben zeggen ze. Nou, wij moeten helemaal niets. En helemaal niet de extreme havenprijs betalen.

Veel mensen komen een dag vanuit Napels naar Capri. Het was een komen en gaan van ferry’s. Een paar kleine, die waarschijnlijk ook de grotten gingen bezoeken, maar ook grote supersnelle. Die we niet zo aardig vinden, want die maakten me toch golven!

Een uurtje voor Capri tot een uurtje er na, was het niet alleen druk met die ferry’s maar de zee was ook knobbelig en bultig. We hadden de stroming mee, en kregen ook een flinke wind mee. Dat schoot even lekker op.

We kwamen in de Golf van Napels en zagen de Vesuvius. Het schijnt één van de vier actieve vulkanen in Italië te zijn, maar gelukkig was hij (net zo als laatst de Etna) vandaag rustig. Maar ja, wat moet je daar van denken? Wel actief genoemd worden maar de laatste eruptie was in 1944. Dus het zou zomaar kunnen dat....... Ai, niet aan denken! Het Osservatorio Vesuvio houdt de vulkaan goed in de gaten zeggen ze.

Want het is niet nog niet helemaal rustig in de buurt. Ten noordwesten van Napels is een oppervlak van 150 vierkante kilometer vol kraters met opborrelende zwaveldampen. Kleine vulkaantjes, ongeveer 50 stuks.

Miljoenen jaren geleden was rond de Golf van Napels een kring van vulkanen, maar gelukkig zijn de meeste verdwenen. Hun lava is vasteland geworden.

We voeren dus over oude vulkanen. Gek idee hoor.  Er zijn niet veel mensen die zich daar wat van aantrekken blijkbaar, want we zagen de enorme stad Napels met al zijn voorsteden, en veel vrachtschepen die van of naar de grote haven voeren. En zeiljachten! Wel 8! Zoveel hebben we al heel lang niet zien varen.

We wilden een haventje aan de vastewal, tegenover het eiland Procida aandoen. Het was moeilijk om contact te krijgen, en hoewel er heel veel ruimte was, mochten we niet aanleggen. Waarom niet? Geen idee. Waarschijnlijk omdat we te groot waren. Belachelijk, want er lagen nogal wat motorjachten èn zeiljachten die minstens even lang waren als wij.

Maar goed, het was nog vroeg, dus we voeren naar het eiland Procida. Ik belde en vroeg om een plek voor vannacht, en dat was prima. Toen we de haven binnenvoeren voer er een rubberboot en er stond al iemand op de wal te zwaaien.

We moesten even wachten want de boot die voor ons naar binnen voer was nog bezig. Wij konden daarnaast, en stiekem vonden we het geweldig dat we al lang en breed klaar waren met aanleggen toen de Italiaanse buren met hun polyester zeiljacht nog bezig waren. Nou, de mooringmannen waren meer bezig dan het echtpaar. Misschien waren die bang voor vlekken op hun witte broeken....

Dus nu liggen we op Procida. Een vulkanisch eiland, slechts 4 vierkante kilometer groot. Wij hebben er niet zo veel van gezien. Aan de rand van de haven staan mooie gekleurde huizen, waarvan veel restaurants en terrassen. Hoge, vriendelijk ogende bergen beschermen ons tegen Middellandse Zee winden.

We hebben gedoucht, maar blijven ons verbazen over het sanitair. Vooral in grote havens waar grote jachten liggen. Want hier moet je een euro betalen voor de douche (kregen we trouwens van de receptiedame), en hoewel Hidzer na een poos wel heet water kreeg bleef het bij mij lauwwarm. En mijn schuifwandje hing ook wat los.

Ach, we waren weer lekker fris en schoon, namen een Anleger, bekeken de route voor morgen, zagen het Journaal en waren voldaan na deze zonnige dag. We zijn voorbij Napels!

Trouwens, drie kilometer verder de zee in ligt het eiland Ischia. Daar ging het op 26 november nog hartstikke mis! In zes uur tijd viel er 126 milimeter regen, wat een aardverschuivingen met modder en puin tot gevolg  had. Er zijn zeker 10 mensen omgekomen. Waarschijnlijk is het natuurgeweld verergert door illegale huizen die gebouwd zijn op gebieden die daar niet geschikt voor zijn. 

donderdag 27 april 2023

Agropoli

Soms wordt je zomaar blij verrast door een haven. Ook vandaag . We voeren 46 mijlen langs mooie kusten en kapen, hadden de deining mee, en zagen onderweg een springende vis. Een grote vis. Geen dolfijn, maar wat het wel was weten we niet.



Eerst was het wat fris, maar tegen koffietijd (met heerlijke Morzelletti con Mandorle, een soort sûkerlatte met amandelen) trokken we de zeilpakken al uit. De zon scheen, het werd steeds warmer.

Om even na tweeën kwamen we in de haven van Agropoli. Het oude dorp ligt op een rots, en kijkt op de haven uit. Wij hebben nu dus uitzicht op die rots met huizen. Prachtig!


Het was even stoeien met de mooringlijnen, op het gedeelte van de gemeentelijke kade. Ze lagen wat over elkaar heen, want blijken enorm lang te zijn. De permanente buurman (een commerciële snorkelboot) heeft er drie in gebruik, dus we moesten even wat opschuiven. Dat ging prima hoor, maar de lijnen waren we hartstikke zanderig, dus zowel de boot als wij werden er lekker vies van. Trouwens, de vier soldaten van de Esercito (Italiaanse krijgsmacht), keken naar ons vanuit hun boot maar hielpen niet. Maar ze hebben ons niet uit kunnen lachen, want alles ging goed.

De drijvende steigers verderop zijn van een zeilvereniging en ander commerciële havenmeesters, en allemaal afgesloten met een hek. Er liggen een paar supergrote zeil- en motorjachten, wij vallen daarbij in het niet.

Maar dat geeft niet, we liggen op een prachtig plekje, met de boeg naar de kade dus lekker privé in de kuip, het zonnetje scheen heerlijk en de klok beiert even vrolijk als in Scario. Het hele uur wordt in slagen aangegeven, en daarna met andere klok het aantal kwartieren. Lekker duidelijk.

We hebben een rondje gelopen op de berg, ook in het oude gedeelte van Agropoli. Mooie uitzichten op de haven, onze boot en de Golf van Salerno. Met in de verte de Capri!


Ook hier zagen we de Tomadorekjes met wasgoed op straat en de airco's aan de muren. 

We klommen via een grote trap richting het oude centrum, dat wel iets Middeleeuws had.Veel steegjes en trappen.




De havenmeester kwam, en door hem werden we ook verrast. We moesten 20 euro betalen. Dat is een schijntje in deze streek. Okee, we hebben slechts een mooringlijn, geen water of elektra, maar dat hebben we ook niet nodig. En de havenmeester sprak nog redelijk Engels ook.

woensdag 26 april 2023

Rondrit langs Paestum en Padula

We zijn op pad geweest met een huurauto vandaag. Omdat we toch niet wilden vertrekken vanwege harde tegenwind, besloten we om het binnenland wat te gaan bekijken. Ons doel was Paestum, en omdat er een combi-ticket te koop was op het internet voor Paestum en Padula, hebben we een leuk rondje kunnen rijden.

Het huren van een auto ging niet enorm gemakkelijk, omdat er in dit dorpje geen huurauto’s te vinden zijn. Via ’t internet vond ik ook niets. Ik ben daarom maar gewoon gaan vragen. De eerste man (van een restaurant) vertelde in het Italiaans dat ik naar een ander dorp moest. De makelaar even verderop was gesloten. Maar in het hotel nog even verder trof ik de eigenaresse, die van oorsprong Zwitsers is. Ze belde voor me naar een autoverhuurder in (inderdaad) het volgende dorp, Policastro, en ja: hij zou een auto komen brengen.

We moesten hem dan wel even terugbrengen natuurlijk, en ’s avonds hem oppikken om weer hier te komen. Prima!

Om even voor half negen waren we bij Hotel Il Giardino, waar dezelfde mevrouw ons van alles wilde vertellen. Nu weten we hoe het zit met al die citroenen die we nog steeds in alle bomen zien hangen: deze bomen geven vier keer per jaar vruchten. Dat is leuk! Nu zijn de gele citroenen bijna rijp, en de jonge groene zijn ook al zichtbaar. Wat je met al die citroenen moet doen is dan de vraag natuurlijk. Nou, vooral weg geven aan anderen.

Nadat we de meneer van de auto teruggebracht hadden (hij reed zelf hoor) en meerder formulieren hadden ondertekend, gingen we dan echt op pad. Op de weg naar het westen zagen we vaak gele bordjes met een tekening van een sneeuwschuiver, en met een pijltje naar boven op de schuiver. Eerst dachten we dat de chauffeur steeds boven een afvoerroostertje zijn schuiver omhoog moest doen, maar later bedachten we dat het niet ging om een afvoerrooster, maar om een aardbevingbestendige constructie. Maar de schuiver moet dan wel even omhoog, want het rooster zit wat lager dan het asfalt.

We zagen deze bordjes op viaducten, niet op de "gewone" weg.

 

Via een mooie en goede weg door de bergen, met ergens halverwege een afslag om een slapend dorp te bekijken, reden we naar het haventje van Castellabate.

Onze dame van Maps.me is hier niet zo goed bekend: ze stuurde ons via hele smalle dorpsweggetjes naar toe, haha! Best spannend, en het ging niet zo snel, maar het was wel leuk.

Castellabate wordt hem niet voor ons. De haven is duidelijk heel sterk gericht op vissers, met kleine bootjes. Er liggen tientallen boeitjes in de havenkom, en de wind van vandaag waait er flink naar binnen. Het is wat onoverzichtelijk.

Toen reden we een stukje verder, naar Paestum. Nou, dat was geweldig! Paestum is gesticht rond de zesde eeuw voor de jaartelling, door Grieken uit Sybaris die een versterkte nederzetting bij een rivier wilden of door Dorische inwoners uit dezelfde naburige stad Sybaris die verdreven werden en hier een kolonie stichtten. Daar is men het nog niet helemaal over eens.

Maar deze nieuwe stad werd Poseidonia genoemd, naar de zeegod Poseidon, omdat de zee de bron van hun voorspoed werd. Het is eigenlijk Grieks dus, en geeft een mooi beeld van een dorp uit die oude tijd. We liepen in de drie Dorische tempels van Neptunus en Athene, zagen de resten van de stadsmuur, huizen, een theater, en een soort amfitheater waar recht gesproken werd.

Die stadsmuur is enorm! Wel 4,5 kilometer lang, soms 15 meter hoog en 5 tot 7 meter dik. We hebben een stuk langs die muur gelopen en voelden ons zelfs een beetje opgesloten.

Poseidonia was eerst flink groot, maar kromp door oorlogen en aardbevingen. En tijdens de Middeleeuwen was het bijna verlaten, want inwoners vertrokken naar de bergen op de vlucht voor Saraceense piraten en de malaria.

Eeuwenlang was het verdwenen, tot Koning Karel de Vierde van Bourbon rond 1750 een weg wilde aanleggen, de beroemde Via Appia. Grappig verhaal!






We vinden Paestum in combinatie met Bergamon in Turkije, en Delphi in Griekenland een heel goed beeld geven van het leven in die tijd. Het museum hier liet geen beelden zien, zoals in Delphi, maar juist heel veel stukken steen met fresco’s. Goed geconserveerd zou je zeggen, maar als je wilt kun je ze allemaal aanraken. Dat zou in Nederland beter beschermd worden denken we.

Via een stukje langs de kust reden we naar het noorden en zochten (en vonden) de Autostrada. De mevrouw van het hotel had verteld dat het bouwen van deze verkeersweg in totaal 30 jaar heeft geduurd. Af en toe werd een stukje gedaan, dus mensen hebben heel lang moeten rijden over stukken asfalt afgewisseld met stukken karrespoor. Maar nu reed het vrij vlot. Weliswaar mochten we af en toe niet sneller dan vijftig, en werd er gewaarschuwd voor koeien op de weg, maar we genoten ook hier van het uitzicht. Meer vlak land, en veel akkerbouw.

Oh, en het Kartuizer San Lorenzo klooster van Padula! Dat is prachtig! Helaas mochten we de fresco’s op de verdieping niet bekijken, maar we waren erg onder de indruk van het grote gebouw, waar 41 fonteinen waren, ruim 100 open haarden, een enorm grote keuken, en waar 300 monniken hebben gemediteerd en gewoond. De audio-toer was (toen we begrepen hoe het werkte, want het blijft Italiaans haha) erg informatief en we hebben er lekker lang rondgelopen. 





De bouw van het klooster duurde van 1306 tot 1640 ongeveer. Het werd een dorp in een dorp, met eigen ateliers, opslagplaatsen van handelswaar, een smidse, boomgaarden, stallen, een park, 300 kamers, en veel grote zalen. Wij vonden het bijzonder dat al vanaf het begin het klooster in drieën te verdelen viel: een deel waar externen mochten komen om handel te drijven. Een deel voor zowel monniken als leken (die een soort toegangspasje hadden), waar de kerk, de keuken, de woning van de prior (dat is een vice-abt, en de abt is de baas van het klooster) en de refter. 

Die refter, dat is de eetzaal van de monniken, is prachtig! Heel groot, met een kansel waar onder het eten waarschijnlijk nog wat (leuks?) werd verteld, en vele schilderijen.




En het derde deel, dat ze Chiostro Grande (Groot Klooster) noemden, daar mochten slechts de Kartuizers komen. Het klooster hoorde toe aan de Orde van de Kartuizers. Dat is een groep kluizenaars, die veelal in afzondering leven en 's zondags in de gemeenschap. Deze Kartuizers hadden een grote binnentuin met houten kruis, en elke monnik had een cel bestaande uit twee kamers en een eigen tuintje.

Het klooster werd tijdens de Franse bezetting door de broer van Napoleon, Jozef Bonaparte, flink geplunderd. Alle boeken, al het koper- en zilverwerk, alle gebruiksvoorwerpen verdwenen. Het klooster bleef leeg staan, behoort sinds ongeveer 1900 tot de Nationale Monumenten van Italië en tijdens de twee Wereldoorlogen sloot het Italiaanse leger er krijgsgevangenen op. Krijgsgevangenen in een klooster......

Trouwens, die combi-ticket hadden we niet gekocht. Dat zouden we doen wanneer we bij de kassa van Paestum niet die korting zouden krijgen. Maar wat bleek? Het kaartje aan de kassa was goedkoper dan op de site. Het was dan ook niet de officiële site, vertelde de jonge dame in zeer slecht Engels. En later bleek het inderdaad nepperij, want ook het kaartje van het Klooster was goedkoper. Rare jongens, die Italianen.

Vanavond kregen we een appje van Julie: de pionnen en fiches zijn aangekomen! We hadden ze in januari voor hen via ’t internet voor ze besteld in België. En naar Anneke in Hilversum laten sturen. Die zou ze dan meenemen naar Nydri. Het zou enkele werkdagen duren, maar ze deden er meer dan een week over om in Hilversum te komen. Belgische dagen duren wat langer dan de Nederlandse. Anneke was toen al in Griekenland.

Dus toen Anneke weer thuis was heeft ze ze opgestuurd. Op 11 februari. En nu, tweeëneenhalve maand later zijn ze er dan. Ik had al gedacht dat de Griekse postbode er mee aan spelen was (Brandi Dog of zo), maar dat had ik te negatief ingeschat. Nou ja, Julie en Rob zijn er blij mee, de houten pionnen zijn nog mooier dan ze hadden verwacht.

Morgen willen we verder, het weer lijkt goed. Maar we hebben de havenmeester niet gezien en dus nog niet betaald. We weten niet waar hij “woont”, want de borden met opschrift “capitaneri porto” wijzen verschillende kanten op.  Nou ja, we hebben slechts een beetje water gebruikt, verder was er immers niets.

maandag 24 april 2023

bijna 40 mijl, naar Scario

We vertrokken weer vroeg, maar hebben wel even gewacht tot we goed zicht hadden. Een paar kleine vissersbootjes gingen ons voor. Voorzichtig voeren we om de zandbank heen. Misschien wat te ruim, maar dat is beter dan te krap.

Ons doel is Scari, bijna 40 mijlen verderop. In de Golf van Policastro. Scari is een stadshaventje, en lijkt ons leuker dan de grote marina even verderop. Dat is de volgende tocht wel een uur langer varen, maar we zullen drie nachten blijven in verband met de westenwind.

De ochtenden zijn steeds wat fris, dus we starten in zeilpak met thermisch ondergoed. De afgelopen dagen pelden we steeds meer af, en dat was vandaag ook zo. Maar ik hield de zeilbroek aan, want er zou in de middag een flinke bui komen. Ongeveer tegen de tijd dat we de haven zouden bereiken. En in het land van geloof en bijgeloof is het goed om daarin mee te gaan, dus ik wilde de regengoden niet verzoeken door de broek uit te doen.

Wederom was er geen wind. Wel zagen we hele mooie luchten. Die weliswaar steeds grijzer werden, met steeds een beetje meer regendreiging.

 




Ongeveer halverwege, we zagen ons doel al van verre, dreven er af en toe boomstronken, takken en kleine stukken boom in het water. We moesten dus goed opletten en hebben af en toe even een kleine koerswijziging moeten doen. Geen probleem, we hebben geen stuurautomaat, dus we draaien wat aan het stuurwiel en even later weer terug.

Scario is leuk! Zowel van een afstand als van dichtbij. Links is de vuurtoren, rechts de ingang van de  haven. Dat vind ik niet zo logisch, maar het is wat het is.


Tegen enen meerden we bows-to (met de kop naar de wal) af, omdat de kade nogal hoog is en we via de voorkant makkelijker af kunnen stappen dan via de achterkant. Net toen we klaar waren kwam de havenmeester (denken we) langs. Hoe lang we willen blijven, en of we morgen willen betalen? Prima!

Er is geen elektra, geen sanitair, maar hij draaide ergens de waterkraan wel even voor ons open. Dus we spoelden de boot even goed af (toch handig dat ik de zeilbroek nog aan had), en toen we er goed wel mee klaar waren begon het te regenen. Zoals voorspeld. En flink ook. Met wat wind, dus we hingen wat in de mooringlijnen, maar het gaat goed hoor. 

Ach, en na een bui wordt het ook wel weer een keer droog, dus we hebben het stadje nog even rondgewandeld. Met zicht op de boot (die weer erg klein lijkt ten opzichte van de buren), wandelden we over de kade. Het is wat toeristischer, maar ook meer verzorgd. Leuker dan voorgaande Italiaanse plaatsen. Geen not-finished-buildings, geen half afgebroken huizen, nee, alles zit mooi in de verf. 


De huizen zijn ook niet allemaal gelijk, niet qua vorm en niet qua kleur. Dat maakt het ook al mooi. Er wandelen wat toeristen rond, allemaal Italianen volgens ons, en er zijn veel terrasjes en restaurantjes open. 



De kerk was open. Van binnen erg mooi, met nissen met schilderijen en beelden. Eén van de beelden, een vrouw, stond boven een liggend Jezus-beeld, maar wat ik vooral bijzonder vond is dat zij als enige stoffen kleding droeg. Niet van steen dus. Ze staat onder een kroonluchter en kijkt naar boven.


Dat deden wij ook, maar waarschijnlijk om een andere reden: het plafond was geweldig mooi, en van hout! Dat hadden we geloof ik nog nooit gezien, een hoog plafond van hout. Prachtig!


We vonden de supermarkt die brood van een bakker verkoopt, en bij de slager kochten we een lokale salami. Toen begon het weer te regenen, dus we bleven de rest van de dag aan boord. 

Ha, er klopte nog een meneer aan de boegspriet, die even wilde vertellen dat we een mooie boot hebben. 

Met Marit hebben we nog even gebeld, op haar echte verjaardag, en ze was helemaal vol van alle kadootjes die ze had gekregen. Het was vooral roze en Unicorn. Dat hoort zo als je vijf wordt!

zondag 23 april 2023

50 mijlen verder, naar Certraro

Gisteren kregen we nog een foto van onze Nydri-pontoon-friends, die gezellig uit eten waren.

Van links naar rechts Jim, Robbert, Marloes, Conny, Paul en Tracy (denken we), Julie aan de overkant, dan twee mannen die we niet herkennen, Marco, Anne, een onbekende, en Rob. 

 

We waren goed verlicht met ons knipperend ankerlichtje uit Nydri, maar de hele nacht is er geen scheepsbeweging geweest. Slechts het grote vrachtschip dat in de haven lag voer in het donker weg. Vanochtend, we waren al wakker, kwam er een ander vrachtschip binnen.

Wij hadden heerlijk geslapen en vertrokken om half zes. Op naar Certraro, 50 zeemijlen verderop. Al om kwart over zes maakten we een verjaardagsfilmpje, want ons oudste prinsesje viert alvast haar verjaardag. Morgen wordt ze 5! Het waaide niet, dus de slingers hebben buiten gehangen, en we hebben wat gekletst en een liedje voor haar gezongen.


Bij de koffie hadden we geen taartje, maar wel heerlijke koekjes. Amaretto die Matilde heten ze. Gemaakt door Matilde Vicenzi vermeldt het pak. Nou, of dat echt wel waar is weten we niet, maar ze schijnen gemaakt te zijn met manorle (amandelen) uit Sicilië en uova italiane da allevamento a terra. Klinkt geweldig, en blijken Italiaanse scharreleieren te zijn. Het zijn kleine brosse bitterkoekjes, heerlijk!

Er stond heel weinig wind. In de zon voeren we langs een mooie kust, maar wel een beetje op afstand. Er lagen veel vissersboeitjes, en die willen we niet in de schroef hebben. En om niet al te scherp te hoeven op te letten bleven we dus maar een stukje verder op zee.

Toch was het niet saai. We zagen af en toe een soort luchtbellen drijven, waarin een beestje leek te zitten. We verwonderden ons er over, maar namen niet de moeite om met het kleinkinderschepnetje eentje op te vissen. De zee was Matiz-blauw, zoals een autootje van mij vroeger, dus echt knalblauw. Niet op de foto te krijgen helaas.

En we zagen een grote begraafplaats, weer met veel huisjes, die de deuren richting de zee hadden. Een stuk of 8 vissersbootjes zagen we, heel in de verte een zeilboot die naar het zuiden voer, op de bergen geen bungalows maar allemaal huizen met een extra verdieping, en een streep wolken die aan de onderkant wel afgesneden leek en aan de bovenkant de contouren van de bergen leek te volgen. 


Ha, het hoogtepunt was wel dat er een grote rubberboot aan kwam racen, met een echtpaar dat onze boot bijzonder mooi vond. Of hij een foto mocht nemen. Natuurlijk. Hij gaf in 't Italiaans en twee woorden Engels (yes, beautiful) complimenten en vertrok weer. 

De entree van de haven van Cetraro was wat spannend. We twijfelden nog of we zouden ankeren vlak voor de haven, maar het verzand hier zó enorm dat je ten eerste heel goed moet mikken om naar binnen of buiten te varen, en ten tweede bijna langs het strand moet gaan. Het strand waarbij je zou kunnen ankeren. Het weer lijkt goed, maar we kozen toch maar voor de haven.

Er blijkt een stukje ingang diep genoeg te zijn. Als je maar rechts genoeg blijft. Dat deden we en alles ging prima.


We legden alongside aan, aan een hoge kade. Vanaf hier is de zandbank ook heel goed te zien. 

Er kwam een marinero aan op de fiets, die zoals verwacht geen Engels sprak. We mochten niet blijven liggen, maar ik maakte hem duidelijk dat we geen faciliteiten wilden en dat we morgen heel vroeg zouden vertrekken. Het was niet gratis zei hij. Nee, dat verwachtten we ook niet. 

Morgen om zeven uur kunnen we betalen. Dan is het kantoor weer open. Huh? Het is nu nog niet eens vier uur. De oplossing was dat hij foto's maakte van onze papieren en visitekaartje. Ze nemen dan wel contact op. Prima! En ik vertelde dat we bleven liggen, en vond hij toen wel goed.

We hebben uitzicht op de bergen en de rustige haven. Aan de andere kant zijn wat vissers, die een voor een binnenkomen. Ook heel voorzichtig langs de muur met het groene licht.