vrijdag 31 maart 2023

Naar Cariati

Vandaag is de laatste dag van het eerste volle jaar van onze reis. Vorig jaar op 31 maart hadden we ons prinsesje Welmoed te logeren, werd de ankerophanging gelast, de douche afgemaakt, gewandeld, koffie met gebak gegeten en hadden we 's avonds een geweldige TotZiensBorrel.

Na overleg over het weer zijn we vanochtend vertrokken. Om half zeven. Ik belde nog even met de havenmeester, die vroeg waar we naar toe gingen. Naar Cariati is het plan. Of ik een uur voor aankomst even weer met hem wilde bellen. Dat wil ik wel. 

Hoewel de mannen van de Guardia di Finanza ons gisteren afraadden om naar Cariati te gaan, proberen we het toch. Het is niet diep genoeg zeiden ze. Volgens Navily is het inderdaad niet erg diep, maar er liggen zeiljachten in de haven, een redelijke vissersvloot, en de Guardia Costiera (Kustwacht) heeft er ook een steiger. De havenmeester kon me niet vertellen (of begreep me niet) hoe diep het is bij de nadering van de haven, en in de haven van Cariati.

Het was de hele rit bladstil. Dat was voorspeld. Maar ook is voorspeld dat het vanmiddag vanaf Punta Alice (een kaap) gaat waaien, en dat  het morgen erg hard gaat waaien. We denken dat het leuker is in een haven waar we moeten betalen dan in de kale industriehaven van vannacht. Waar we prima hebben geslapen hoor, daar ligt het niet aan.

De dag begon prima, met een mooie zonsopgang.


De kust is leuk: bergen en heuvels, mooi groen, met dorpjes en steden. Sommige dorpjes op de toppen van de (lage) bergen lijken erg klein, maar er staat altijd wel een kerk.

Bij het stadje Sant Angelo di Rossano staat een energiecentrale. Dat gaan we vast gauw weer vergeten, maar de dolfijnen die hier op bezoek kwamen, die vergeten we zomaar niet. Het leek wel hetzelfde kleine groepje van gisteren, en ze hadden veel plezier. Denken we. Ze sprongen, zwommen onder de boot door, maakten rondjes om de boot, het was een feestje!

Niet zo heel lang daarna kwam er een snel schip op ons af. Ja hoor, de Guardia di Finanza. Ik liep naar voren om stootwillen uit te hangen, want we verwachtten dat ze langszij wilden komen om ons te controleren. Hidzer pakte de pan soep, die stond af te koelen achterop, gauw weg, want de mannen maakten wel golven.

Maar wat bleek? Ze wilden ons niet controleren. Ze voeren een poosje naast ons, zwaaiden vriendelijk en voeren even later weer verder. 

En een uurtje later, kwam de Guardia Costiera aan sjezen. 

Maar heel apart: ook zij wilden niet langszij. Eén van de mannen stapte nog naar buiten en maakte een foto van ons. Ook zij bleven een poosje naast ons varen en gingen daar weer terug. 


Na de koffie (met die lekkere brosse Biscotti) namen we een buitendouche.

We werden gebeld door de Havenmeester (of misschien was het ook wel een Guardia Costiera) dat we de havenmeester van Cariati moesten bellen. Hij gaf het nummer door. Dat deden we braaf, op een mijl afstand. Maar er klonk een antwoordapparaat, zonder inspreekmogelijkheid, dus dat werkte niet. Ik belde weer naar "mijn vriend", en nu gaf hij een ander nummer, van ene Jorgio. Of zo. 

Die reageerde ook niet. Dan maar proberen op VHF16. Geen reactie. Geen havenmeester, geen coastguard. Nou ja zeg!

We voeren heel voorzichtig naar de haven, en inderdaad werd het wat ondieper. Dat is even schrikken, als je steeds op meer dan 50 meter diep zit en nu op 40 centimeter onder de kiel. Maar het ging prima. Er stond een man op de pier die zwaaide en ons naar binnen wenkte.

Hij wees ons in het Italiaans een mooi plekje, langszij een drijvende steiger. Aan de andere kant van de steiger ligt een jacht met de Duitser Andreas, die hier al een jaar of vijf verblijft.

Het was rond 11:00 uur, de zon scheen, we waren happy. We hoorden een boel geklingel, en zagen een kudde koeien over de weg aan komen. Ze gingen grazen naast de haven. Koeien met grote hoorns, een stuk of dertig. Zonder herder of hond, zó grappig!

We liepen naar de bakker en de supermarkt, langs een best drukke weg waar af en toe de voetpaden ontbreken. Dat voelde eerst wat eng, maar de auto's blijven rustig wachten. Elke drie uur of zo passeert er een trein, die horen we nauwelijks.

We lunchten met het lekkere brood, deden een wasje, spoelden de boot goed af en toen was het tijd voor een powernap. Tegen vier uur kwamen één voor één de vissers terug in de haven. Grappig, er zijn een stel die Padre heten. Leonardo Padre, Gabrielle Padre en Luigi Padre zagen we. Of met Padre hier nu vader, of eerwaarde of pastoor wordt bedoeld weten we niet, maar het klinkt leuk.

We liepen de haven even rond, keken bij de bakken met grote hoeveelheden haken en liepen door naar het grote Beeld. Van Jezus of een andere Heilige. Toen we de haven binnenvoeren zagen we 'm duidelijk staan, en we hadden beide gedacht dat het dan wel goed moest komen met de diepte. 



Ook hier liggen drie migrantenjachten. Twee al wat langer, eentje sinds een maand of drie. Zó jammer, er blijft gewoon niets van over. 

Verder is de haven niet zo bijzonder. Geen helder water, geen sanitair en de grote containers voor afval zijn overvol. 

Vanavond kregen we nog een indrukwekkende zonsondergang: mooie kleuren en dreigende wolken, in vijf minuten was het ook weer voorbij. 
 

Voor deze haven moeten we veertig euro per nacht betalen. Ja, de dure maand breekt aan, want Italië schijnt belachelijk duur te zijn. We hebben voor twee nachten afgesproken, want de wind schijnt morgen best heftig te zijn. Daarna zien we wel weer. 

Maar ach, in maart hebben we slechts €140,50 betaald (vier nachten Syvota, twee nachten Kerkyra, één nacht Capo Santa di Leuca en nu dus één nacht hier), en tien uur voor elektriciteit op Paxos. Dus we klagen niet. Nog niet.

donderdag 30 maart 2023

Naar Corigliano Calabro

We hebben weer prima geslapen. Op drie na zijn alle vissers, ook die vlak achter ons, vertrokken en we hebben er niets van gemerkt. Het geluid van de motor of aggregaat van de visser achter ons hoorden we wel vaker de afgelopen dagen, dus waarschijnlijk hebben we dat in ons onderbewustzijn wel meegekregen maar ons innerlijk alarm is niet afgegaan.

Wij vertrokken om half zes, het was nog wat donker. Voor een tocht van 72 zeemijlen. Vlak bij de haven voeren we rakelings langs een tonnetje van een visnet. Die hadden we in 't donker niet gezien. 

Her en der zagen we de lichten van kleine en grote vissersboten, maar toen het echt licht was en de het eiland met de vuurtoren voorbij waren was er geen boot meer in de buurt. De hele toch niet. Ja, op AIS zagen we er soms eentje, en later heel in de verte, maar niets dichtbij.

We hadden wat deining en golven tegen, en geen wind, dus de motor moest even flink aan het werk. Die deining veranderde in de loop van de dag van richting en de golven ook. En soms was de zee redelijk vlak.

Dus in het zonnetje dronken we lekker koffie met een Italiaans koekje. Biscotti uva passa cacao mandorle, bij de bakker gekocht. Het zijn brosse koekjes, met rozijnen, chocola en amandelen. Heerlijk!

De dieptemeter gaf aan dat het te diep was om te meten (op een gegeven moment meer dan 1000 meter) en de telefoon had ook een poosje geen bereik. Gelukkig de GPS wel. De bergen aan de overkant zagen we al van ver, maar toen was het nog wel een uur of negen varen.

Het was een lange tocht, met als hoogtepunt een bezoekje van vijf dolfijnen. Ze bleven niet zo lang, maar lieten zich wel duidelijk zien. Heel langzaamaan werden de bergen groter en zagen we sneeuw op de toppen.

Het weer deed wat de weermannen (we raadplegen nu Manna Meteo) hadden beloofd: vanmiddag wind vanuit het zuiden. Dat was de reden dat we naar Corigliano Calabro gingen en niet naar Ciro Marina, anders hadden we met een flinke windkracht vier aan de wind moeten  varen, en we wisten niet of er flinke golven vanuit Libië over de Ionische Zee zouden komen.

Nou, die zijn wel gekomen hoor. Maar we hadden flink gereefd en de motor er bij aan, dus het ging goed. We  hadden de vaart er in, en we dansten wel, maar we werden niet door elkaar geschud. 

Op nog ruim een uur varen van de haven, de wind was al wat gaan liggen, werden we via de marifoon opgeroepen. Door de havenmeester van Corigliano Calabro. Eerst begrepen we niet dat hij ons opriep, want hij had het over "Notsje Notsje". Toen hij dat de tweede keer zei, en ons callsign van de marifoon noemde, hadden we het direct door.

We kletsten eerst via de marifoon, daarna vroeg hij ons telefoonnummer en belde hij. Hij vroeg waarom we naar zijn haven wilden, waar we vandaan kwamen en wat de volgende haven zou zijn. En met hoeveel mensen we aan boord waren. En hoe groot de boot is. 

Het kwam er op neer dat we eigenlijk niet in de haven mochten liggen, maar dat het voor één nacht wel mocht. De kade was 2 meter hoog, en de wal op gaan was niet toegestaan, maar dat was voor ons geen probleem. En als we morgen vertrekken moeten we dat hem op VHF16, VHF14 of zijn telefoon even melden. 

Hij vertelde in welk deel van de haven we konden gaan liggen. Nou, er is plaats genoeg! Direct links bij binnenkomst lag een vrachtschip uit Barbados te lossen, en rechts liggen een stuk of tien vissers. Er is nog een andere "poot" in de haven, maar daar hebben we niet in gekeken. 


We lagen nog niet eens goed vast of er stonden twee jonge mannen te kijken. Ik vroeg (bijna bij wijze van grap) of zij de havenmeester waren, maar nee, ze zijn van de Guardia di Finanza. Zonder uniform. Ze wilden de documenten even controleren. 

Hidzer zette de zwemladder in het gangboord en het bovenste stuk van de ladder (waar Hidzer een soort haken aan heeft gezet zodat de ladder aan de reling kan hangen) kwam net boven de kade.

Ik bleef aan boord, ik  had geen zin in dat geklauter.


Maar even later moest ik ook komen, omdat het mailtje van de verzekering dat wij ook dit jaar verzekerd zijn in de telefoon stond. 

De mannen waren erg aardig, en hadden het even druk met het overschrijven van alle gegevens. Ja, foto's maakten ze ook, maar het is blijkbaar nodig dat alles opgeschreven wordt. In tweevoud, zodat beide partijen een exemplaar krijgen. 

Dat hadden we in Gallipoli ook gezien. Geen carbonpapier, maar gewoon twee formulieren invullen. Nu moest er ook ingevuld worden hoeveel de boot waard is!



Al met al duurde het bijna een uur. Alles was okay, en ze vroegen of nog even aan boord mochten komen, want ze waren nieuwsgierig. Tuurlijk mocht dat. 

De mannen (we hebben het telefoonnummer van Tony gekregen (Tony voor vrienden, Antonio voor anderen)), en ze vroegen nog of we nog de stad in moesten voor eten of zo. Van hen mochten we dus wel aan de wal. Grappig.

Ze vertrokken, en wij ruimden op en gingen snel eten. Dat was een voorbereidde bonen-rijst-salade, erg lekker. 

In ons Imray-boek staat wel dat het een industriehaven is, "not the sort of place you would make, but it could be a useful stop en route". Dat klopt dus. Maar wat raar dat er hier geen jachthaven is! Een stad vlakbij, ruimte genoeg, we begrijpen het niet. Leuk of gezellig kun je 't hier niet noemen, maar we zijn blij dat we veilig liggen, en morgen zien we wel weer. Als de weermannen zeggen dat we niet moeten varen blijven we gewoon liggen, wat de havenmeester ook zegt.

woensdag 29 maart 2023

harde wind en vissers

Oh, wat zijn we blij dat we in deze haven liggen. Want het ging me flink tekeer! Zesentwintig knopen hebben we gemeten, en dat is bijna windkracht zeven. Misschien is het vannacht  nog erger geweest, maar daar hebben we niet zo veel last van gehad. 

Gisteren begon de wind vanuit het westen, dat is ongeveer dwars van ons. Maar we liggen aan de oostkant van de kade, dus de wind blies ons er van af. Het was soms een uitdaging om op de wal te stappen, maar het lukte ons wel.

Op weg naar de bakker en supermarkt zagen we veel grote aanplakborden staan. Wel een stuk of zes. Daar wordt middels grote posters aangegeven dat er iemand overleden is. We hadden in Griekenland wel aankondigingen op A4 formaat gezien, maar hier doen ze het op superformaat.


We dansten en bewogen flink, maar toch was het minder erg dan de deining in de haven van Capo Santa Maria di Leuca. In de haven kregen we gelukkig geen deining naar binnen, maar er stonden op een gegeven moment wel puntige golven. Heel apart.

Natuurlijk liepen we wel een paar rondjes, om te kijken hoe erg het was op zee (de Golf van Tarente). Het was best erg. Maar we kregen het niet goed op de foto. Er stonden flinke, erg flinke golven, de zee kleurde groen en wit.

En al wandelend op het eiland (de vesting), merkten we dat de wind tegen de gebouwen aan botste, en van richting veranderde. Terwijl de golven naar ons toe kwamen, hadden wij de wind in de rug. En flink ook, we werden echt vooruit geblazen.


Wij lagen dus prima, en we hebben goed geslapen. Vanochtend zagen we dat twee van de migranten-jachten extra schade hadden gekregen: er ligt nu een zonnepaneel half van de boot af, en van de ander is niet alleen de fok aan flarden maar nu ook het zeil.

Trouwens, we hebben blijkbaar zó goed geslapen dat we niet eens gemerkt hebben dat de hele vissersvloot is vertrokken vannacht. Op drie na: Pepe die voor ons ligt, Isabetta die achter ons ligt en eentje aan de stadswal.

We hebben overlegd of we morgen of vrijdag gaan vertrekken. De weermannen vertelden ons eerder dat vrijdag de beste dag is, maar vanochtend adviseerden ze dat we morgen maar moeten gaan. Weliswaar naar een ander haventje dan we eerst dachten, maar dat vinden we niet erg. Vanavond en morgenochtend gaan we nogmaals de voorspellingen checken en dan beslissen we. 

Julie en Rob vertrekken vandaag naar Engeland, we hebben nog lekker even met ze ge-appt. Ze vertelde dat zij met veel geluk in een moment van luwte vanaf het pontoon naar de boei hadden kunnen varen. Het heeft daar dus ook flink gewaaid.

Vandaag zijn we weer een rondje langs de bakker, de supermarkt, en een stukje strand gaan fietsen, en hebben binnen de boel opgeruimd, de belastingformulieren ingevuld en verstuurd, en lekker in de zon gezeten. 

Het was rustig in de haven. Tot kwart over vier. Toen merkten we drukte op de kade. Heel veel mensen. Meer dan zestig! Velen met emmers in de hand. Er kwamen een stel bij ons langs lopen, die vriendelijk "Buongiorno" zeiden, hun duim opstaken en "good ship" zeiden, en daarna gingen ze weer naar de stadswal.

Eén van de vissersboten kwam terug. En nog eentje. En binnen anderhalf uur waren ze alle 21 weer op hun plekje. 

De vis (vis, schelpdieren, garnalen, kleine zee-egels) werd verkocht aan de mensen op de kade, maar ook in busjes geladen. 

Het was een leuke drukte tot een uur of zes, toen was de vis blijkbaar verhandeld en iedereen naar huis. 


Met Thomas hebben we de afgelopen dagen meerdere keren gebeld. Hij ligt nu nog op Kefalonia, hij heeft ook last gehad van de storm. Maar alles gaat redelijk goed. Hij had veel aangroei, vooral bij de boegschroef en het afvoerpijpje van de keuken, dus daar moest hij mee aan de slag.  Nu is zijn deadline gesteld op eind april, dan wil hij in Montenegro zijn. Jammer dat we hem niet meer zien, maar ooit kruisen onze wegen elkaar wel weer. 

maandag 27 maart 2023

Regelen en genieten

Een deel van de ochtend hebben we besteed aan de formulieren. Een paar keer contact met de verzekering VTM, en meerdere keren contact met Paolo, de kapitein van de Guardia di Finanza, die we intussen al tutoyeren.

Het bleek niet simpelweg een druk op de knop, om een document te krijgen waarop stond dat we én goed verzekerd zijn gedurende ons verblijf in Italië, én goed verzekerd op 25 maart (de dag dat we gecontroleerd werden), én dat het vaargebied waarin we ons bevonden ook okee was.

In Italië is het erg belangrijk dat je goed verzekerd bent. Of dat speciaal voor buitenlandse boten geldt weet ik niet, maar we weten wel dat dat gedoe met de ICP hier in Italië begon. Over onze zeebrief werd niets gezegd. 

Ach, het is ook wel logisch hoor. In Capo Santa Maria di Leuca lagen al vier jachten die gebruikt waren door migrantensmokkel, en ook hier liggen er vier. Paolo vertelde dat ze hier wel eens vijftien hadden liggen! En die zijn vast niet allemaal goed verzekerd (geweest).

Maar bij ons is (en was) alles okee, dus we kunnen weer weg. Maar dat doen we niet, want het gaat hier waaien als een malle.

Dus al met al vinden we het helemaal niet erg dat we gecontroleerd werden en dat we even "aan de ketting" gelegd werden. We liggen hier prima, en de mannen van de Guardia di Finanza zijn erg aardig, vooral Paolo. 

Vandaag werd gevangen vis weer op de kade verhandeld. We liggen tussen de vissers, met afwisselend een klein bootje of een redelijk grote voor ons, dus we zien wat er gebeurt. Achter ons ligt een flinke houten vissersboot. 

Overal is er bedrijvigheid. Er wordt vooral veel tijd en energie besteed aan het repareren van netten en het ordenen van de netten met haken in de bakken. Alle vissersboten hier zijn wit, met gekleurde accenten. 



Wanneer we de oude brug over fietsen, om naar de nieuwe stad te gaan, is dat best een uitdaging. Het asfalt is niet zo best, dus we moeten goed uitkijken. En vlak bij de brug is het stratenplan op het eerste gezicht wat onduidelijk, maar na een paar keer weten we precies hoe we moeten fietsen. 

De automobilisten zijn wat vinniger dan we gewend waren van de Grieken, maar ze zijn erg voorzichtig met overstekende wandelaars, en gelukkig ook met fietsers op de weg. 

Het leukst blijft toch wandelen op het eiland. Bij het oude kasteel (een burcht uit de dertiende eeuw vlakbij de brug) is het wat toeristisch door verschillende stalletjes, maar als je een minuut verder loopt merk je daar al niets meer van.

We genieten van de vele mooie balkonnetjes, de smalle straatjes, de kronkels in de straatjes en dat je altijd weer bij zee terecht komt. Dat is wel logisch natuurlijk, op een rond eiland.


De meeste gebouwen zijn gebroken wit tot geel, en we beseften ons op een gegeven moment dat we de kleuren van Griekenland niet eens misten.


Waarom er opeens een dame (heks?) in de lucht hangt is een raadsel. Er waren geen mensen in de buurt om het te vragen, dus we houden het maar op een ludieke reclame voor een kroegje of zo.


Ook hier wordt de was vooral buiten gedroogd. Niet aan waslijnen boven de steegjes/straatjes, maar aan degelijke Tomado/Brabantia rekjes. Op de trottoirs! Je moet maar even de straat op als je er langs wilt.


Natuurlijk is het wat woekeren met de ruimte, maar we zagen veel plaatsjes en gezellige balkonnetjes. Veel deuren zijn van het type boerendeur. Zo eentje als wij vroeger thuis ook hadden. De bovenkant kan open, de onderkant kan tegelijkertijd gesloten blijven. Vooral 's zomers zal dat hier lekker zijn, wanneer het warm is. 



Vanmiddag hebben we nog lekker in de zon gezeten, in de kuip. In de luwte, want het begon al flink te waaien. Tegen vijven kwamen er flinke wolken aanzetten, en nu schommelen we aardig. Dat was voorspeld, en volgens ons liggen we prima. 


Zeven lijnen naar de wal, dikke stootwillen met de plank en met twee harde rubbers, met wind nu eerst nog van het ZuidWesten en vannacht wat meer van voren (we liggen in NNW richting): we gaan het beleven. Tot in windkracht 6 wordt voorspeld (20 tot 25 knopen), maar met een beetje mazzel draaien de golven onze havenkom niet in.

zondag 26 maart 2023

Zondag in Gallipoli

Gisteren hadden we tijd een uur verschoven, en vandaag deden we dat weer. Gisteren omdat Griekenland en Italië niet in dezelfde tijdzone zitten, en vanochtend omdat de zomertijd is ingegaan.

Voor onze biologische klok maakt dat niets uit, we zitten niet zo aan bepaalde tijden vast. We hebben goed geslapen en hoorden al op tijd vrolijk klokgelui. Om zeven uur beierde een klok achtereenvolgens drie, vijf en zeven keer. En later hoorden we een klok die enorm veel haast had. 

Misschien omdat het zondag was? Geen idee. We hebben in het zonnetje de fietsen op de wal gezet en zijn naar de supermarkt gereden voor brood. Want we hebben geen bakker kunnen vinden die vandaag open is. 

Via allerlei verschillende straatjes reden we naar en van de supermarkt. Onderweg kochten we nog sinaasappels en komkommer (hele grappige kleine, met lichtgroene strepen) bij een kraam op straat. 

Het was best druk overal. Toeristisch druk: veel auto's zochten een parkeerplek vlak voor de oude stad (het eiland), en heel veel mensen flaneerden en gingen lunchen. Het was gezellig druk, iedereen deed heel relaxed. 

We zagen veel dames, dat waren we de afgelopen maanden, behalve in Kekyra, niet gewend. In Griekenland, en ook in Turkije, waren het juist mannen die in groepjes op terrasjes zaten. 

Het was heerlijk warm. In korte broek en shirt liepen we de oude stad in. Ik stapte de eerste de beste kerk binnen, de Kerk van Santa Maria della Purita, en haalde direct Hidzer er bij. Want oh, wat een mooie kerk!


In de zeventiende eeuw is de kerk gebouwd. Na tweehonderd jaar kreeg de mooie witte gevel prachtige mozaïeken in majolica tegels, die de Madonna van de Zuiverheid en Jozef en Franciscus van Assisi uitbeelden. Binnen, daar stonden we echt met de mond open te kijken. De hele kerk was bedekt met schilderijen. Klein en groot. Uit de achttiende eeuw. Geweldig!


Maar toen kregen we een fantastische verrassing: de gids van een klein groepje Italianen sprak met de meneer van de kerk, en die liet een paneel aan de muur omhoog gaan. En daaronder zaten hele mooie, zestiende-eeuwse fresco's. Die zie je normaal gesproken niet, ze worden beschermd door het paneel. 

We waren enorm onder de indruk, en de dag was al geslaagd. Maar een paar honderd meter verderop kwamen we bij de Kerk van St. Francis van Assisi. Uit de dertiende eeuw! Van buiten ingetogen, maar niet sober. Binnen zagen we een witte kerk met drie schepen, met langs de kanten witte bogen. Daarin stonden altaren met hele mooie iconen, schilderijen en beelden.


En even verder stapten we een kerk binnen die weer veel jonger was, met veel donkere kerkbanken. Heel anders maar ook erg mooi. We geneerden ons bijna voor onze korte broeken, sandalen en shirts, maar dat was geen enkel probleem gelukkig. 

Ergens, in één van de vele smalle straatjes, zagen we aan de muur ook een schilderij. Met een groot vaandel ernaast. 


En gisteravond zagen we verlichte beelden, vanuit de boot. Aan de gevel van een verlaten soort kloosterkerk staat een beeld in een nis boven de (dichte) deur, en om het hoekje van deze kerk hangt een mozaïek.


Vijftig meter verderop is een soort altaar, met bijzondere blauwe verlichting. Er staan bloemen bij, en drie beelden kijken met devote blik naar dat altaar.


En dan staat er vijftien meter verderop nog een beeld, maar die is niet verlicht. 


En alsof we nog niet genoeg verwend waren vandaag, met al die mooie kerken, kregen we tegen kwart over zes nog een prachtige zonsondergang!


zaterdag 25 maart 2023

Plan B: Gallipoli

Nou, meneer Rod Heikell, die het Imray-boek heeft geschreven, had wel gelijk, verdorie! Hij schreef immers dat er over het algemeen maar slechte bescherming was, in de haven. Vannacht, om even na twaalven (we zitten inmiddels weer in de zelfde tijdzone als Nederland), begonnen we te schommelen. En nog meer. En nog meer. 

Waarom? Er stond nauwelijks wind. We begrepen er niets van. Maar er stond veel deining in de haven, en omdat we met de kont naar de wal lagen, en aan de voorkant aan een mooringlijn vast, gingen we heen en weer. Dat is erger dan op en neer, wanneer je in je bed ligt.

We zijn buiten gaan kijken, en onze buurman bleek ook wakker te zijn. Vanachter zijn sprayhood hield hij de boel in de gaten. Het ging prima met ons, maar het was toch best wel spannend. De masten van twee buren verderop leken elkaar bijna te raken! Wij pakten er nog een mooringlijn bij, trokken de boot een meter verder naar voren zodat we nog meer vrij van de kade kwamen te liggen, en probeerden weer te slapen. Dat lukte voor een deel.

De wekker stond op 04:30 uur. We twijfelden of we zouden vertrekken, maar hier blijven liggen vonden we geen optie meer. Dan toch maar weg. Plan A was Ciro Marina, Plan B Gallipoli. Ciro Marina was ruim 60 mijlen, Gallipoli de helft.

We waren ongeveer een half uur onderweg toen we besloten om Plan B te gaan doen. Want de deining stond pal tegen ons, en dat vaart niet echt lekker. En daarbij moesten we ook nog opschieten om een 6-Beaufort-vlek te ontwijken. Dus: niet moeilijk doen, gewoon naar het noorden varen. Veiligheid voor alles, en Gallipoli heeft dan wel dure havens, maar we hoeven er natuurlijk maar 1 nacht te blijven.

De zon kwam op, we hadden het prima naar onze zin. Tegen half zeven, we waren dus bijna anderhalf uur onderweg, kwam er een snelle boot op ons af. Guardia di Finanza. We dachten dat het de kustwacht was, maar het bleek de Italiaanse Border Police.

Aardige mannen, vijf stuks, die vroegen of ze naast ons konden komen en wat vragen mochten stellen. Natuurlijk zeiden we dat dat mocht. We legden de lijnen vast, en toen wilden ze graag de papieren zien. Slechts één van de mannen, de "pilote", sprak goed Engels. Een ander kon zich er ook wel mee redden, maar de de overige drie spraken voornamelijk heel goed Italiaans.

Ik gaf onze map met papieren over, en die werd direct vakkundig gemold. Tja, onze ordner heeft zo'n hendeltje waarmee je 'm open maakt, en de man die een papier wilde pakken, begreep dat niet of kende dat niet, en maakte het met brute menskracht open. Jammer dan. Maar Poseidon of zo, nam direct wraak, want hij werd later wat zeeziek. 

Alles was okee behalve de papieren van onze verzekering. We zijn goed verzekerd, maar op het document staat dat de verzekering loopt tot oktober 2022. En dan gaat het wel door, maar krijgen we een nieuw document thuisgestuurd. 

Ik ben op een gegeven moment maar bij hen aan boord geklommen, dat kletste wat gemakkelijker. Hoewel ik in de Rabo-app kon laten zien dat we elke maand betalen, en de aardige kapitein dat begreep en geloofde, wilde hij toch een bewijs zien. Tja en op zaterdag wordt het wat lastig. Ik heb het noodnummer van TVM wel gebeld, maar kreeg de afdeling auto's en die kon niets van ons zien.

Uiteindelijk, na een uur, mochten we weer verder. Naar Gallipoli. We werden uitgenodigd (dat klinkt erg aardig), om aan de Transit-kade vlak bij de Guardia di Finanza te gaan liggen, en dan zien we maandag verder. Want dan ga ik TVM bellen. We waren eigenlijk van plan om morgen verder te gaan, maar volgens de kapitein zou het kleine haventje Campomarina ons te weinig beschutting bieden voor de wind volgende week. 

En, vertelde de hij: Gallipoli is erg leuk, het betekent in het Grieks "mooie stad", en aan de Transit-kade mogen we gratis liggen. Er zijn geen voorzieningen, maar dat deert ons niet.

De Guardia vertrok, en wij volgden hen. Weliswaar iets langzamer dan zij, maar we kwamen er wel. 




Toen was het tijd voor ontbijt en tijd om het zeilpak uit te doen want het werd al weer lekker warm. Het was wat heiig, dat was weer wat jammer. Eigenlijk hebben we dat al sinds we in Turkije varen, dat we de kusten soms niet goed scherp kunnen zien. Zal het met de zeedampen te maken hebben? Rod Heikell schrijft soms ook dat een bepaald eiland of ingang van een haven soms pas laat te zien is.

We zijn blij dat we vandaag Plan B doen, want een uur vertraging op een 110-kilometer-traject zou wel heel erg jammer zijn. Vandaag is het niet zo erg, want de wind is er nauwelijks en van de deining hebben we niet veel last.

Een klein uurtje voor de haven komt er met een bloedgang weer een schip op ons af. Deze keer is het een witte, van de Guardia Costiera. Ze kwamen niet dicht bij, maar draaiden acher ons langs en gingen een stukje verder stil liggen.

We denken dat ze ons in de gaten hielden, misschien wel om te controleren of we echt wel naar Gallipoli zouden koersen. Nou, we hebben daar geen moment over getwijfeld hoor.


We voeren tussen het vuurtoreneiland en het vasteland door. Beide zijn leuk om te zien. Wat zeg ik? Erg leuk! De vuurtoren staat op een laag en plat eiland, daardoor ziet het er van ver uit alsof -ie gewoon in zee staat. Met slecht weer kan dat wat gevaarlijk zijn, als je de kaart niet goed bestudeert.

Van Gallipoli zagen we het eiland, met daarachter de nieuwere stad. We lazen dat  het met een brug verbonden is. Vanaf zee ziet het er erg leuk uit, met veel witte huizen, platte daken, op het eiland geen hoogbouw. En het ziet er stevig uit, alsof het al eeuwen de zee trotseert. 


Het was even zoeken, waar we moesten zijn in de grote havenkom. Maar weet je wie ons stond op te wachten? Onze kapitein en zijn maat. Ze wezen waar we konden liggen en vulden nog even iets aan op één van de formulieren die we hadden gekregen. Op het moment dat ze wilden vertrekken arriveerde de Guardia Costiera. 

Onze kapitein vertelde waarom we hier gingen liggen, en nadat ze een foto maakten van mijn paspoort (want Hidzer vertelde dat ik de kapitein was, haha), was alles okee. We mogen hier vijf dagen liggen, er moet eigenlijk altijd iemand aan boord blijven, maar dat zagen ze ook wel door de vingers wanneer we niet te lang weg zouden blijven, en als we vragen hebben kunnen we ze via de marifoon oproepen.

We hebben onze visitekaartjes uitgedeeld en zijn blij dat we hier liggen. Het lijkt wat stoer en kaal, maar we zijn niet echt fan van jachthavens, dus dit bevalt ons wel.


Een klein rondje in de oude stad maakte ons blij, maar helaas vonden we geen bakker. Het was intussen al riposo-tijd. Tussen 12:30 en 16:00 uur zijn ook hier alle winkels en zo gesloten. Geeft niet, we gingen weer naar de boot en namen yoghurt met muesli en dadels als lunch. 

En toen namen wij ook een riposo. Daar waren we wel even aan toe.

Aan het eind van de middag liepen we de nieuwe stad in, en vonden al gauw een leuke supermarkt. Met heel veel soorten parmezaans-achtige kazen, die ze voor je raspen. En we zagen heel veel, echt héél veel soorten pasta. Leuk!

We vielen op straat wat uit de toon, in onze gewone kleren. Er werd Geflaneerd met een hoofdletter. Sjiek hoor. Vele winkels waren open, maar een patisserie hebben we zo gauw nog niet ontdekt. Jammer, wat nemen we morgen dan bij de koffie? Een Grieks koekje uit de supermarkt, dat zal het dan wel worden. Ach, die zijn ook lekker!