maandag 19 september 2022

Naar Mykonos

 Gisteren zijn we vroeg vertrokken. Nog bijna in het donker. Maar er was al een jacht voor ons uitgegaan, één van de vier huurjachten. Jammer genoeg voer die een zuidelijker koers, dus we konden hem niet volgen. Dat vaart lekker, wanneer je je op zee richt op een mast in de verte. Nu voeren we op ons kompas. Dat ging ook prima hoor. 


Maar ach, het was T-shirt-weer, dus dat vrolijkte ons op. Heerlijk hoor, die temperaturen hier! In het donker gaan varen in je T-shirt en korte broek!

De zon kwam wat aarzelend op, dat was weer een mooi gezicht.

 

Rond dit eiland, Ikaría, is de wind en daardoor de zee altijd grillig. Dat hadden we gelezen. En dat bleek ook maar weer eens vandaag. Hoewel er weinig wind stond, kwam –ie toch meer uit het westen dan voorspeld, en wij moesten ongeveer 55 mijlen (ongeveer 100 kilometer) naar het westen. Tegenwind dus. Met tegenwind-golven.

Na ruim 3 uren hadden we Ikaría “gehad”. Het leek wel of er geen eind aan kwam, aan dit lange eiland. En ja, nu hadden we opeens halve wind, dus van de zijkant. Prima! Nog wel wat golven, maar het schoot lekker op.

Onderweg zagen we her en der veerboten varen, soms supersnel, soms gewoon snel, en twee cruiseschepen. Verder was het gewoon lekker varen.

We voeren om het eiland Mykonos heen, en wilden in de haven overnachten om het eiland wat te bekijken en omdat er wat wind zou komen ’s nachts. In de haven varend riep ik de havenmeester op via de marifoon, maar daar werden we niet vrolijk van. Hij blafte dat ik naar kanaal 10 moest, en daar kregen we weer contact. De haven was vol zei hij. Huh? Er waren heel veel lege plekken. Nee, de haven was vol en we moesten maar een SMS sturen voor morgenavond.

Toen stond er iemand op een steiger te zwaaien. We voeren er naar toe, maar  het bleek dezelfde niet-zo-vriendelijke-havenmeester te zijn, die weer riep dat de haven vol was omdat er over 3 uren 22 catamarans kwamen.

Oh, en nu? We vonden een baai, die ons mooi zou beschutten tegen de verwachte NoordWest wind. Heerlijk helder water, niet zo diep, de dagtripboten verdwenen 's avonds en bleven met 3 jachten achter.



Maar het bleek toch niet zo’n geschikte baai. Want de wind bleek later uit het NoordOost te komen, en toen kregen we “alles” over ons heen. We besloten te vertrekken. In het donker. We deden onze oortjes in, reddingsvesten om en gingen naar het eiland Mykonos, vlak voorbij de haven.

Dat was dan wel weer 5 mijlen verder, pal tegen de wind in, dus het werd een uur flink botsen op de golven. Gelukkig hadden we dus pal tegen de wind in, dat vaart beter dan dat de golven van opzij komen. Dan gaan we enorm schommelen als we geen zeil op hebben.

En ook nog een gelukje: het was zó donker dat we de golven niet konden zien. Want we merkten aan de bewegingen van de boot en aan het opspattend buiswater dat er hele flinke golven stonden. Maar alles ging prima, het was niet eng, we stuurden buiten in korte broek en shirt, en we vonden een plekje in de redelijke luwte vlak voorbij de jachthaven. Daar hadden we ’s middags een catamaran zien liggen.

Na nog een poosje checken of we goed lagen, want de golven waren hier niet maar de wind nog wel, èn nadat de adrenaline gezakt was, hebben we een goede nacht gehad. Relatief dan. Ik sliep wat onrustiger dan normaal, maar dat was niet erg.

Aan het eind van de nacht schommelden we wat, en later begrepen we dat dat werd veroorzaakt door een Ferry, een veerboot. En grappig, toen we wakker werden zagen we een supergroot cruiseschip op 500 meter afstand liggen, die hadden we allebei niet vernomen vannacht.

Ons volgende doel was iets van 5 uren varen, het eiland Síros. We hebben de ochtend afgewacht, misschien zou de wind afnemen, maar het bleef knap waaien. En daardoor ontstonden er flinke golven die tussen de eilanden Mykonos en Tínos denderden. Want de wind bleef uit het NoordOost waaien.

Tussen de middag besloten we niet meer te vertrekken, maar naar de  haven te gaan. Eerst maar even bellen met de “vriendelijke” havenmeester. Ik vond op het internet een telefoonnummer, en een aardige mevrouw vertelde dat er vanaf 16:00 uur een plek voor ons was, en dat het 300 euro kostte. Oh? Ha, het bleek om een hotel met ligplaatsen te gaan.


Nou echt, wat mensen nu voor aantrekkelijks zien aan dit eiland? Wij snappen er niets van. Het is van één van de armste eilanden binnen een jaar of 50 een toeristische trekpleister geworden. Er staan bergen (350 meter hoog), het is droog en kaal en er staan wat oude windmolens.

Even verder lezend in onze boeken kwamen we er achter dat ze hier erg tolerant zijn, onder meer ten opzichte van naaktrecreatie op de verder niet zo veel voorkomende zandstranden. En er zijn een aantal bars en discotheken die zich specifiek op homo’s richten. Er wordt geschreven “het bruisende nachtleven en de hippe stranden maken van het eiland een mondaine vakantieplek”.  Okee. We zagen vier cruiseschepen vandaag, we hopen dat de passagiers er ook zo over denken.

De havenmeester vertelde via de marifoon weer dat de haven vol was en dat we voor een mogelijke plek morgen maar een SMS moesten sturen. Nou, we hebben vandaag geen catamaran zien vertrekken, en toen het ene cruiseschip dat aan de wal lag (de anderen voor anker) vertrok, zagen we nauwelijks masten in de haven. We denken dat de havenmeester gewoon geen zin had. Nou, dat gaf niet, we lagen prima op ons plekje, de wind nam vanavond af en we werden getrakteerd op een mooie zonsondergang.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten