De afgelopen drie dagen hebben we deels geklust, deels geluierd, en deels gewandeld. Klussen in de zin van schoonmaken, een roestplekje wegwerken, de koelkast ontdooien.
Luieren kunnen we heel goed! Lekker in de kuip zitten en naar de flanerende mensen kijken verveelt totaal niet. En we zwemmen elke dag een paar keer. Dat is een 150 meter lopen naar een kiezelstrand, waar een simpel trapje met leuning naar het water leidt. We hebben dan wel onze waterschoenen aan, want het loopt met blote voeten niet lekker op de kiezels. Het blijft lang ondiep, met stenen, dus het is niet een ideaal zwemplekje, maar om even af te koelen is het prima. Even afdouchen onder de douche vlakbij het trapje, en dan weer naar de boot. Vaak zijn we al weer opgedroogd als we daar aankomen.
We zijn naar de andere haven van Pythagorio gewandeld. Een vreemde haven. In 2010 nieuw en ruim opgezet, met een sanitairgebouw en een havenmeester gebouw, maar niets is onderhouden. Toch liggen er een aantal jachten, ook passanten, maar het is vreselijk kaal en ongezellig. En de weg tussen de twee havens is deels niet voor auto’s begaanbaar omdat een deel van de berg is ingestort. Nee, geef ons “ons” haventje dan maar.
Okee, als je wilt douchen moet je de sleutel even lenen van Gele Polo (er zijn er twee, Gele Polo’s, allebei even aardig) en een stukje lopen, maar het douchte lekker.
Ook zijn we naar de beroemde Tunnel van Efpalínio gegaan. Hier noemen ze ‘m trouwens Eupalinos. Dat is me toch een knap stukje werk! Ruim een kilometer lang aquaduct, in opdracht van Polykrates uitgegraven in de berg. In de rots-berg, geen zandberg. Hij was in 524 voor Christus klaar. Moet je je voorstellen, met (in onze ogen) primitieve gereedschappen en zonder meetinstrumenten werd de tunnel uitgehouwen en uitgegraven.
Ze, dat wil zeggen: misschien wel 1000 slaven, werden in twee groepen gedeeld en ze moesten naar elkaar toe werken door de berg Kastri heen. Ze deden er 15 jaren over, en troffen elkaar in het midden van de berg, met slechts een klein verschil. Zó knap!
Binnen in de tunnel werden terracotta secties tot een lange pijp gebouwd, waar het water doorheen gevoerd werd. Ruim 1000 jaren heeft dit goed gewerkt. En later, in de zevende eeuw hebben bewoners van Samos hier geschuild toen piraten het eiland bezetten.
De tunnel zelf hebben we niet bekeken. Het is vast leuk en hij was vast goed verlicht, maar ja, we zitten in dit aardbevingsgebied....... De wandeling in de bergen tussen de zuidelijke ingang en de noordelijke ingang (we maakten er een rondwandeling van) was hartstikke leuk. Waarschijnlijk niet wanneer het erg heet is, maar omdat het flink waaide (lees: storm) was het prima te doen voor ons.
De bron, die ook nog bestaat, was niet te zien. We zagen een oude vierkante bak, vlak bij een huis en een gesloten kerk. Maar die bak was het niet. De kerk bleek onlangs (ergens in de 18de eeuw) te zijn gebouwd over de top van het verstevigde stuwmeer, en daardoor is hij verborgen. Slim, maar jammer voor ons.
Op de rondwandeling (iets van 10 kilometer, bergop en bergaf en dat meerdere keren), zagen we ook nog twee kerkjes staan. Kleine kerkjes. En kerkgangers moeten nogal wat moeite doen om er naar toe te lopen. Maar we konden naar binnen, en dat deden we. In de ene kerk konden 12 mensen zitten, in de andere wel 25. Er waren veel ikonen te zien, en het deed wel gezellig aan.
Oh, en gisteren hebben we de Formule 1 wedstrijd bekeken in The Corner Bar. Met allemaal Nederlanders. Het had wel wat, maar we misten de uitleg van Stef. Gelukkig kon ik de live-blog op het mobieltje lezen, en die liep wat voor op ons TV-beeld, dus we begrepen toch aardig wie wie inhaalde en wat er met de bandenwissels gebeurde.
Grappig was wel wat een Nederlandse dame tegen haar buurvrouw vertelde over de wind. Het waaide erg hard en af en hoe huilde de wind langs de masten. Mevrouw was in de andere haven geweest, die kale haven, en hoorde dat gehuil. Ze riep haar man “oh, we horen walvissen!”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten