Gisteren namen we afscheid van Aegina. Het was leuk om de vele jachten te zien ankeren, want het ging niet bij iedereen even gemakkelijk. En geluid draagt ver over water, dus we hoorden ook dat het niet altijd even gemakkelijk ging. Maar ach, het meest klonk als Grieks, en dat verstaan we niet.
De klok van de kerk beierde niet altijd het aantal slagen van de tijd. Soms drie slagen, dan één, dan weer drie, dan acht, en dat allemaal achter elkaar. Wij begrepen niet waarom dat is. En vannacht was de kerk stil.
Het verkeer niet trouwens, maar daar hadden we geen last van. Toen we bij JanWillem en Mieneke aan boord waren stoorden we ons wel aan het vele verkeer, vooral aan de vrachtwagens. Maar ja, ze moesten naar één van de vele veerboten natuurlijk, en de weg liep vlak langs de haven, dus lawaai is onvermijdelijk.
Het was bladstil vannacht, en we hebben zelfs weer een beetje regen gehad. Niet genoeg om het zout weg te spoelen hoor, maar we hoorden een paar druppen tikken op het dek.
Tegen half negen vertrokken we. We zagen dat de bodem bestond uit veel (kleine) stenen en een heleboel wier. Maar op de plek van ons anker was een grote zandbak, daarom ging het ankeren bij ons zonder problemen. En gelukkig viel al het wier (was het dood misschien?) al van de ketting af voordat het in de ankerbak terecht kwam.
We zeilden richting het Kanaal van Korinthe. Een leuk windje, voor een uurtje. Wel knobbelige golven. En de rest van de tocht hadden we heel veel variaties in golven en wind. Van een reef in het zeil tot bladstil, wind uit verschillende richtingen, windvlagen, en golven die het niet met de deining eens wilden worden. We bleven bezig dus.
Maar de zon scheen en het was lekker warm. Heerlijk op het water!
We gingen voor anker even ten NoorOosten van het Kanaal. Daar zijn we met de rubberboot even naartoe gevaren. Deels om te kijken hoe de ingang er uit zou zien, maar ook of we er een Plan B hadden. Voor ’t geval we weg wilden of moesten van onze ankerplek. Bij de ingang van het Kanaal is een kleine haven, maar zonder aanleg voor jachten. Maar we zagen een visser en een rondvaartboot waar we wel tegen aan zouden kunnen liggen, dus dat zou wel goed komen.
De mensen van een Canadees zeiljacht, dat ook voor anker lag, wenkten ons toen we terug voeren naar de boot. Ze vroegen of we ons gemeld hadden. Nee, dat kan pas wanneer we daadwerkelijk het kanaal in willen. Via ’t internet was het ons niet gelukt, we kwamen op een beroeps-invulformulier terecht, waar gevraagd werd welke vracht we vervoerden. En toen ik naar het Kanaal belde, werd verteld dat we dat niet hoefden in te vullen, gewoon een half uur vantevoren aanmelden op marifoonkanaal 11, en het papierwerk en de betaling kon op het kantoor aan het begin van het kanaal.
Dat vertelden we, en toen bleek dat ze al vier keer door het Kanaal waren geweest. Ze wilden er aan het eind van de middag weer doorheen, want ze hadden een beetje haast. Hun doel was Preveza, ergens op de wal, en dan vliegen naar Canada. Ze klaagden (ja echt) over de wind van deze zomer. Zó veel wind steeds, het was niet leuk meer. Oh. Ja, wij hebben dus nog veel geluk gehad met het weer.
Maar later bleek dat ze gewoon bleven liggen. Voor anker. Er kwam nog een Engelse catamaran bij. Er stonden nogal wat golven, de wind draaide wat laat naar het oosten, maar deed het uiteindelijk toch. We hadden weer een rustige nacht.
En vanochtend zagen we de Canadezen om half acht vertrekken. Wij maakten ons ook vliegensvlug klaar, riepen het Kanaal op, en mochten komen. We legden aan bij het kantoor, moesten daar papieren laten zien en €295 betalen. Voor 6343 meter kanaal. Dat is niet niks. Maar ja, omvaren betekent 200 mijlen extra!
Trouwens, de meneer van het kantoor vertelde dat ze nog niet wisten wanneer het Kanaal voor de winter (voor het onderhoud) gesloten werd. Dat kon 15 oktober zijn, maar ook 8 oktober. Beetje vaag dus. Beetje Grieks....
De Canadese mevrouw vertelde me dat ze vonden dat er gisteren te veel golven stonden. Dat hadden ze een keer gehad, in het Kanaal, en dat voer echt niet leuk. Het Kanaal is natuurlijk ook maar 23 meter breed, dus een paar leuke golven en je stuurt je wezenloos.
Daardoor mochten we met zijn tweeën de doorvaart doen. We maakten los en voeren naar de eerste verkeersbrug, die net zo als de laatste vlak aan de kust ligt, bijna op zee-niveau. Beide bruggen zakken in het water wanneer er schepen door het Kanaal varen. We werden door iemand die uit het raam van de Controle toren hing wat opgejut, maar ik had al gezegd dat we geen snelle boot hadden. We wilden gewoon van elke meter genieten.
En dat deden we! Indrukwekkend hoor, dit kaarsrechte kanaal. Vroeger, al voor Christus, wilden de mensen al niet die vele kilometers om de kaap varen, en ze kozen dit smalste stuk land voor een vernuftige bezigheid: aan de ene oever van de landengte werden de schepen uitgeladen, op ossenwagens 6 kilometer over een primitieve spoorlijn getrokken (de vracht ging ook mee), en aan de andere kant werden de schepen weer te water gelaten en ingeladen.Julius Caesar en Caligula wilden een kanaal laten graven, maar er werd verkeerd gerekend. Er werd gedacht dat er een groot hoogteverschil was tussen de beide zeeën. De Golf van Aegina en de Golf van Korinthe. Dat was niet zo, maar dat weten we nu.
Keizer Nero stak in 66 na Christus de eerste (gouden!) schep in de grond, en liet de rest doen door 6000 Joodse dwangarbeiders. Maar er kwam geen kanaal: aan de ene kant werd slechts (nou ja, slechts......) 2 kilometer gegraven, aan de andere kant 1,5 kilometer.
Pas in 1882 werd er weer serieus gegraven, onder leiding van de Hongaarse ingenieur Gerster, met geld van Frankrijk. En op 25 juli 1893 ging dan eindelijk het eerste schip door het Kanaal.
Nu is het Kanaal elke dinsdag dicht voor onderhoud, maar wat ze precies doen weten we niet. Er groeien struiken en er liggen rotsen in het water, dat zouden wij toch willen opruimen elke dinsdag.
Het Kanaal is weleens gesloten geweest door instortende delen van de op sommige plekken 79 meter hoge wanden van grind en leem. In WO II heeft de Wehrmacht een paar bruggen opgeblazen, maar pas nog, van januari 2021 tot juni dit jaar (!) was het Kanaal niet bevaarbaar door een aardverschuiving. Toen wij op 1 april vanuit Sneek vertrokken, wisten we nog niet zeker dat het Kanaal écht in juni weer open zou zijn, want we zijn per slot van rekening in Griekenland, maar we hebben het er op gewaagd.
Maar eerlijk: het was toch wel een beetje spannend hoor, de doorvaart. Niet vanwege de breedte, maar ja, op 31 augustus was er immers nog een aardbeving bij Samos in de buurt. Stel je nou voor dat juist op het moment dat wij door het Kanaal zouden varen....... Maar gelukkig gebeurde er niets.
We hebben van elke meter genoten!
Maar stiekem vinden we de Karpaten, waar we doorheen voeren op de Donau, mooier. Dat is een stuk natuur, dit is mensenwerk.
Het was nog geen half tien toen we in de haven van Korinthe, hier noemen ze het Korinthos, een plekje vonden. Het is weer een met EU-geld gebouwde haven. Groot opgezet maar niet onderhouden. “Onze” steiger mist een paar planken en een verbindingsstuk. Met wat touw is dat laatste opgelost. En de steiger even verderop is aan het begin waar het aan de betonnen kade vast moet zitten, ingestort. Mensen moeten hier vreemde toeren uithalen om echt aan de wal te komen.
\Maar we liggen hier prima. Lekker rustig, in het zonnetje, in totaal liggen hier nu 8 jachten. Even verderop liggen veel kleine vissersbootjes, en in de grote beroepshaven ligt niemand.
Korinthos blijkt een leuk stadje. Wat toeristisch, op een leuke manier. Griekse toeristen komen hier veel, de verbinding met Athene schijnt goed te zijn.
Op bijna elke straathoek staat een winkeltje dat kranten, gekoelde drankjes en snoepgoed verkoopt. De auto's parkeren heel dichtbij, op asfalt dat allerlei mankementen vertoont, en naast vuilniscontainers waarvan de deksels open staan.
En zomaar horen we een vogeltje. Blijkt het beestje in een kooitje te zitten, bij de deur van een makelaarskantoor. Hoe verzin je het!
We wilden vanmiddag met de fiets naar het Kanaal, maar dat ging even niet door. Ik had twee lekke banden. Er zaten een paar afgebroken doornen in. De struikjes uit Lapseki in Turkije zijn ongetwijfeld de boosdoener, want dat was de laatste keer dat we gefietst hebben.
Oostenrijker Franz is met de Calisto aan “onze” steiger komen liggen. We nodigden hem uit voor een Anleger, het werd erg gezellig. En zó grappig: we kregen het over de aardbeving, en toen kwamen we er achter dat hij tegelijk met ons in de baai Poseidonio, op Samos had gelegen. Hij had met zijn Drone een paar mooie foto’s gemaakt, waar wij ook op staan.
Franz gaat op Lefkas in Nidri liggen. H’m, daar had JanWillem (die we in Aegina ontmoetten) ook over gehad, maar die wist er niet zo heel veel van. Franz wel, die ligt er al een jaar of vier ’s winters. Hij gaat dan naar huis, maar de boot dus niet. Hij appte de eigenaar van “zijn” ponton (drijvende steiger), met een foto van de Nocht, met de vraag of er plek voor ons zou zijn. We wachten af!