Het was nog steeds winderig toen we buiten ontbeten, en uitkeken naar de bakker. De bakker uit Vathi zou elke dag tegen negen uur brood brengen naar Kioti, volgens onze supermarktmevrouw, en ze had hem op het hart gedrukt om te stoppen en te toeteren wanneer er boten in de haven lagen. Maar we zagen en hoorden geen bakker, dus we zijn tegen half tien vertrokken.
Het zeil lag gereed, dat wil zeggen dat de huik er af was en de lazy jack opengeritst, maar we waren nog geen 10 minuten onderweg of het was zo goed als bladstil. Jammer! Nou ja, dan maar wat dicht bij de kust, dan hebben we nog wat leuks te zien.
We merkten weer dat we dichterbij Lefkada komen, waar huurvloten hun vaste havens hebben, want het was best druk vonden we. Op een gegeven moment konden we 11 jachten met het blote oog zien. Voor ons is dat druk.....
En zo jammer: weer waren de bergen voor ons (Lefkada), achter ons (Ithaka en Kefalonia) en ten oosten van ons (Arkoudhi, Kalomos en Kastos) wat in nevelen gehuld. Ze waren niet groen maar grijzig. Met soms een laaghangende wolk er voor.
Over Vasiliki hadden we verschillende reviews gelezen. Er is een oude vissershaven en een nieuwe haven die nooit afgebouwd is. Nou nieuw, ook niet helemaal nieuw, maar al wel een jaar of 10 oud. Er staan reacties op de app Navily over dat de bodem enorm vervuild is met oude lijnen en oude ankers waardoor jouw anker niet omhoog te krijgen is. Maar erger nog zijn de berichten over een man die jouw lijn graag aanpakt en daar grof geld voor vraagt.
We twijfelden hardop of we er wel naar toe moesten gaan, naar Vasiliki. Maar ja, ik had in het boek van Rutger Bregman (De meeste mensen deugen) gelezen “het kwade is sterker, maar het goede is met meer”. Dus we gingen er maar van uit dat mensen eerder geneigd zijn om een slecht review te schrijven dan een goede. Dus de verhouding is wat zoek.
Aan het begin van de middag kwamen we in Vasiliki aan. De haven ligt aan het eind van een baai. De vissershaven lijkt een soort kom waar je met de kont naar de wal moet gaan liggen op je eigen anker. Daar is ook elektriciteit en water. Wij gingen in de nog-niet-afgemaakte-haven liggen. Langszij de betonnen kade aan een pleintje. Hier is geen elektriciteit en water maar dat hebben we ook nog niet nodig.
En het ligt hier prima! Okee, de kale marina ziet er niet zo gezellig uit, met twee grote drijvende steigers waar wel elektriciteitspalen op staan, waarvandaan je niet op de wal kunt komen, en nu ook niet aan de steigers omdat er meerdere boeitjes voor liggen. En er staan enorm veel waterpalen speciaal voor de brandweer. En wat denk je? Ook die doen het niet!
Maar het stadje ziet er leuk uit. ’s Zomers ontzettend toeristisch, dat merken we aan de tavernes en allerhande winkeltjes, waarvan het merendeel al gesloten is voor het winterseizoen. We liepen een rondje, weten waar we morgen de bakker kunnen vinden, hebben lekker in de zon geluierd, zagen een Nederlandse flottielje van welgeteld 5 jachten binnenkomen (in de oude haven) en verbaasden ons over de wind, die echt vanuit alle kanten gewaaid heeft vanmiddag. Er komt nauwelijks verkeer langs want het is een doodlopende weg, en de tavernes vlakbij zijn gesloten. Tegen kwart voor acht werd het donker, maar het pleintje is goed verlicht, dat voelt hartstikke veilig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten