dinsdag 3 augustus 2021

Ankeren en Corona-controle

 Onze laatste nacht in Wiek was een winderige: het waaide hard, we schommelden en rukten af en toe aan de lijnen. We hadden bedacht om op tijd te vertrekken, dus tegen half acht was ik bij de bakker om vers brood te halen. En wat denk je? Er stonden al 13 mensen in de rij te wachten.

Het was minder warm dan gisteren, dus ik had een lange broek aangetrokken. We wilden op tijd vertrekken, want er zou in de loop van de ochtend hier weer meer wind komen. Onze plannen hebben we gisteren helemaal omgegooid. Eigenlijk wilden we verder Rügen in, maar de wind besliste anders.

Naar Stralsund varen was ruim 40 kilometer. We rekenen meestal met een gemiddelde van 8 kilometer per uur, dat is inclusief de vertrekprocedure en de aankomst. Echt van begin tot eind zeg maar. Dus van Wiek naar Stralsund zou iets van 5 uren zijn.

We wilden dinsdag wel verder, naar Lauterbach, dat zou weer ruim 40 kilometer varen zijn. Maar de wind zou weer flink aantrekken, vanuit het westen, dus dat zou weer een paar dagen in een haven betekenen. Op zich niet erg, dan kunnen we weer fietsen. Maar vanaf donderdag lijkt er drie dagen een flinke oostenwind te staan. H’m. Dat is de richting naar Polen.

Nou ja, al met al gaat de wind niet doen wat wij graag willen, dus we passen ons aan. We besloten om naar Stralsund te varen, daar een nacht voor anker, dan een dag in de haven, en dan naar Barhöft, om dan de noord- en oostenwind te benutten om weer naar Kiel te gaan. Daar bepalen we dan wel hoe rustig of hoe snel we naar Cuxhaven gaan, om de Noordzee “te doen”.

We hebben nu het schiereiland Wittow goed verkend, en als we ooit weer deze kant op gaan, kunnen we dan bijna in één lijn (met wat tussenstops natuurlijk) naar Polen gaan. We hoeven dan geen rare afslagen te nemen, dat hebben we nu al gedaan.

Okee, op pad dus. Naar Stralsund. Het eerste stuk, ongeveer de helft, moest vanwege de vaargeul en de tegenwind op de motor. Op zich niet erg, het was best fris en we stuurden behaaglijk in de stuurhut. Met koffie en boterkoek was het prima te doen!



Het laatste deel hebben we op de grote fok gezeild. Soms in een bochtje de motor er even bij, maar verder lekker rustig op  de fok. Het is zo jammer dat dit grote water niet zo toegankelijk is. Tenminste, voor toeristen als wij. Niet alleen de stenen, de ondiepte en de visnetten maken het moeilijk om buiten de vaargeul te komen, maar er zijn ook nog grote delen aangewezen als Zone Grün en Zone Rot. In Zone Grün mag  gemotoriseerd verkeer niet buiten de vaargeul varen, in Zone Rot mag niemand erbuiten komen, ook kano’s niet.

Het zal wel met het oog op de natuur zijn, maar de veerboten en watertaxi’s mogen wel supersnel  door de vaargeul varen, met enorme golven achter zich. Tja. Wij deden voorzichtig aan en hebben slechts heel af en toe een tonnetje afgesneden.

Bij Stralsund hebben we diesel getankt. Dat is geen leuk grapje hier. Okee, het is diesel zonder bio-toevoeging, dus hartstikke mooi voor boten. Dan krijg je geen aanslag en bacterieën in je tank. En de pomp staat aan het water, dus je hoeft niet met jerrycans te sjouwen. Maar daar betaal je wel voor: €1,74 per liter. We hebben 100 liter getankt, de pomp-meneer was erg aardig, we konden pinnen (hier wordt nog heel veel met contant geld betaald, in winkels, bij pompen, overal) en ik kreeg een lekker schrijvende pen mee. Maar ik had liever korting gehad, haha.

We zijn aan de noordkant van Stralsund voor anker gegaan. Er lag al een jacht, later kwamen er vijf bij. Maar er verdwenen ook weer vijf, dus we hielden één buurman over. Die verdween gisterochtend vroeg, om de brug te halen.


Het ligt hier prima. In de redelijke luwte van de stad, zonder er last van te hebben. Het heeft zondagmiddag nog wat geregend, maar de zon kwam er ook wel door.

Gisteren was het ook lekker weer. Dreigende wolken, maar slechts af en toe wat regen. We hebben gezwommen in het zoute water en gedoucht in de kuip, en we besloten te blijven liggen. Niet naar de haven. De wind was pittig, maar het anker doet het prima. Dat scheelt weer ongeveer 25 euro, en maakt de uitgave aan de dure diesel weer wat draaglijker.

We hebben de bergruimte onder de kuip wat opgeruimd, een beetje gepoetst, en halverwege de middag heeft Hidzer me naar de wal gebracht en later gehaald, via de steiger van de kano- en roeiclub. Het was niet ver lopen naar het centrum, waar het druk was. Vond ik. Nou ja, ik ben ook niet veel drukte meer gewend, dus misschien valt het ook wel weer mee.

In de supermarkt heb ik boodschappen gedaan, en schrok ik van een foto in een krant van een aardverschuiving in ZuidDuitsland. Door het onweer-geweld van laatst. Poeh!

We hebben beide avonden mooie zonsondergangen gezien, met bijna neon-kleuren. Als je ’t zou tekenen, zou het fantasie lijken, zo apart.




De stad horen we hier niet. Ja, heel soms de brandweer, want de brandweerkazerne staat aan ’t water. Trouwens, we hebben ’t gevoel dat we bijna aan de wal liggen, maar toen ik aan wal was kon ik Hidzer met zijn rode shirt nauwelijks zien. Een rood vlekje, meer niet. Het lijkt alsof we midden op zee liggen! De afstand tot de wal is iets van 150 meter, dat is prima.


Vanmiddag zijn we gaan varen. Via de vaargeul (natuurlijk), waar het vlak naast soms weer erg ondiep was. 

We zijn naar een ankerplekje bij Barhöft gegaan. Nou, hier liggen we niet in ons eentje hoor. We tellen er nu (het is even over half negen ’s avonds) 26, exclusief wij. Heel apart dat iedereen hier wel wil ankeren, en bij Stralsund niet. Zou het komen dat dit plekje wel op de kaart als ankerplek wordt aangegeven? Dat iedereen dat dan wel aandurft? Vijf nationaliteiten liggen hier: veel Duitsers, een Pool, een Zweed, een Zwitser en twee Nederlanders, waaronder wij.

Ha, vanmiddag, we lagen hier nog geen kwartier, kregen we bezoek. De Küstenwache. Bundespolizei Prignitz. Herr Küstenwache vroeg wanneer we in Duitsland gekomen waren. Ik ging naar binnen, pakte ons logboek erbij, en met dat ding in de hand kon ik vertellen dat we op 27 juli van Denemarken naar Duitsland waren gekomen. Okee.

Toen wilde hij (erg aardige man hoor) onze passen zien. Ik weer naar binnen. Ondertussen vertelde ik nog dat we allebei twee vaccinaties hadden gehad. Herr Küstenwache gaf een stok over, waar een waterdichte zak (een soort Ikeazakje) aan vast zat. Of ik daar de passen in wilde doen. En, zei zijn collega, ook de vaccinatie-bewijzen. Nou, die had ik al mee, want daar had ik al op gerekend.


Herr Küstenwache nam de stok met het Ikea-zakje weer over en ze gingen beide naar hun stuurhut. We moesten even wachten, en toen kwam Herr K weer terug. We kregen de documenten via de stok met het Ikea-zakje weer terug, en hij vertelde nog dat mijn “bewijs” niet geldig was. Dat dat er ook op stond.


Ik vertelde Herr Küstenwache dat op het moment van ons vertrek, 1 juli, er nog geen officiele app of zo was. Hij haalde zijn schouders op, wenste ons een goede reis, en moest lachen toen Hidzer zei dat we gezond waren.

Daarop gingen ze naar een huurboot uit Breege, die vlak bij ons lag. De anderen hebben ze niet gecontroleerd. Bijna willekeur, of gewoon alle (mogelijke) niet-Duitsers controleren. Tja, en de Duitsers dan, die vanuit Denemarken of Zweden, Polen hier naartoe gevaren zijn? Nou ja, we zijn zo ongeveer “goedgekeurd”, hebben daar helaas geen bewijsje van gekregen, en hopen er maar het beste van.


Dat mijn registratie niet officieel is, staat inderdaad in de brief. Via DigiD kun je laten zien dat je gevaccineerd bent. Geloof ik. Maar dat bedachten we pas later.... Het gekke is, dat Hidzer een zelfde Registratiekaart heeft, maar dan van dikker papier. Ja, Hidzer kreeg ‘m van de huisarts en ik van de GGD.

En nu komt het: op Hidzers kaartje stond zijn naam niet eens. Daar kwamen we pas een week of twee geleden achter, toen ik de foto’s die we van de documenten gemaakt hadden naar een apart mapje op de computer verhuisde. Ik heb toen zijn naam en geboortedatum maar even ingevuld, en dat was wel slim, bleek nu achteraf.



Het is nu bijna bladstil, de zon schijnt nog, maar hij gaat zo onder. Morgen is er eerst nauwelijks wind, en daarna uit NoordOost. Niet zo gunstig, maar we gaan toch maar op pad. Warnemünde is ons doel. Ruim 46 zeemijlen. Best ver, dat is ongeveer 85 kilometer. Maar dan kunnen we daarna weer twee dagen lekker zeilen. Hopen we.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten