Gisternacht hoorden we een paar spetters vallen, maar minder dan voorspeld was. Het was wel grijs trouwens, maar niet koud. We zwommen voor de laatste keer dit jaar in het NOK, en douchten in de kuip.
Sven D uit Sneek voer langs, richting Kiel. Zo grappig, dit schip kan niet eens in Sneek komen, zo groot en diep.
Tegen elf uur vertrokken we. Het was nog steeds bewolkt. Vlak nadat we het NOK opvoeren passeerde de Reiderdijk uit Madeira. Een erg groot schip. Reiderdijk. Zouden ze dat in Madeira kunnen uitspreken? Het zal wel grappig klinken.
Ruim twee uur later legden we aan aan een chartersteiger. Vroeger (ha, vroeger), was er vlakbij een steiger voor pleziervaart, wanneer de haven vol was. Een AusweichLiegestelle noemen ze het. Staat nog steeds in ons boek en op de digitale kaart. Maar de steiger is er niet meer. Nou ja, dan maar even aan de chartersteiger. Er lag toch niemand.
We moesten even wachten, want het was pas om half drie laag water in Brunsbüttel, en omdat de stroming nog een uurtje doordendert wordt er aangeraden om dat uurtje nog even af te wachten. Dat aanraden doen de schrijvers van boeken en zo, dat doen de sluiswachters niet hoor. Die trekken zich nergens wat van aan.
Het lag er lekker in het zonnetje. Er is van alles te zien, van wachtende containerschepen, vertrekkende schepen uit de sluis, wachtende en rondjes draaiende zeiljachten en de pontjes die heen en weer varen.
Toen we op AIS zagen dat er op de Elbe even geen schepen lagen te wachten, en de kleine sluis naar binnen toe geschut werd, en er ook nog een stel zeilboten lagen te wachten, zijn we startklaar gaan liggen. En toen de witte lichten gingen branden zijn we op pad gegaan. Mooi op tijd om de kleine sluis in te mogen. We lagen er met 7 anderen.
Ha, en om half vier, dus precies een uur na LaagWater, voeren we de Elbe op. Een brede Elbe. Een grijze Elbe, het ziet er niet lekker fris uit, dit water. Maar we hadden de zon mee, en de stroming ook, dus we gingen met een bloedgang naar het zuiden. Aan de grote groene tonnen konden we goed zien dat we de stroming mooi mee hadden.
Het land om ons heen was vlak. En kaal. Weer heel anders dan het Kieler Kanaal. Pal voor de ingang naar de haven ligt een groot langwerpig en begroeid eiland, maar evengoed stroomde het nog flink. De ingang van de haven was duidelijk aangegeven, en net zoals bij Cuxhaven: wanneer je tussen de ingangs-pieren van de haven gaat, is de stroming weg. En het water heerlijk rustig.
Tussen de buitenhaven en de binnenhaven staat een Sperrwerk. Geen sluis, twee deuren. Of eigenlijk vier deuren: twee hele grote aan de buitenkant, twee lagere aan de binnenkant. Die pas twee uren voor HoogWater opengaan. Dat wisten we, maar tot onze verbazing was de wachtsteiger helemaal vol en lagen de boten zelfs dubbel. We moesten wachten tot half zeven volgens het bord.
De havenmeester, die in de buitenhaven liep, zag ons komen en vroeg hoe lang we wilden blijven. En dat we wel aan de wachtsteiger mochten overnachten, want al die boten zouden naar binnen gaan. Maar wij wilden ook naar binnen. Of we ons bewust waren van de openingstijden van het Sperrwerk? Ja, dat waren we. Dan mochten we binnen na de catamaran aan de kade liggen. Prima.
En tot die de opening van het Sperrwerk mochten we wel aan de motorboot liggen. Dat hebben we voor ’t fatsoen nog even aan de mensen zelf gevraagd, maar natuurlijk mocht dat.
De schipper was zeer informatief, maar niet zo positief over veel dingen. Het was een “ik heb veel geld”mannetje. Hij vertelde dat je geen fiets nodig hebt inGlückstadt want het is erg klein. En buiten de stad is er helemaal niets. Niets leuks. Net als in Holland. En het Sperrwerk, daar staat wel een openingstijd aangegeven , maar dat moet je maar niet vertrouwen, want het zijn ambtenaren die er werken.
Okee, we namen het voor kennisgeving aan.
Ik vroeg ‘m waarom al die wachtende boten met de kop naar buiten lagen. Nou, ze hadden vandaag slecht weer gehad. Veel regen. Nou ja, wij helemaal niet, dus we hebben weer eens veel mazzel gehad.
De havenmeester kwam nog even via de loopbrug naar onze kant van het water. We hebben direct voor twee dagen betaald, en hij vertelde nogmaals waar we konden liggen. Stroom was er wel, hadden we ook water nodig? Ja graag. Oh, dan was het handig dat we bij de zeilboot met de gele opbouw gingen liggen, want daar zette hij morgen een brandkraan klaar. We hebben braaf ja geknikt maar begrepen er niets van. Brandkraan? Nou ja, maar even zoeken naar de catamaran en de zeilboot met gele opbouw.
Ruim voor half zeven werden de grote deuren geopend, maar de lichten bleven nog rood. Tegen half zeven kregen we groen en voeren we naar binnen. Het leek wat chaotisch, maar dat viel erg mee: wij waren de enige toerist, de rest had een groen verenigingsvlaggetje in het want en zocht zijn eigen box op.
Het zag er leuk uit, Glückstadt. Oude gebouwen en huizen, vrolijke kleuren, wandelende mensen.
Wij zochten de catamaran, maar hebben ‘m niet gevonden. Wel de zeilboot met gele opbouw. Hier hebben we vlak achter aangelegd aan de kade. Een leuk plekje. Het was wel een grove kade, dus we moesten even mikken met de stootwillen, maar dat ging prima.
Tijdens het eten klaarmaken merkten we dat we nog wat stegen. Nu weten we dat de Sperrwerk-mannen ongeveer een half uur voordat de grote deuren opengaan het water in de haven wat laten zakken. Iets van een halve meter. Dan kunnen de grote deuren open (aan de buitenkant is er dan immers nog geen HoogWater), en pas als het water ongeveer even hoog is als binnen gaan de kleine deuren open. Het heeft met de druk van het water te maken.
Tegen die tijd gaat het water in de haven dus weer stijgen, want het wordt HoogWater. En dat blijft het tot iets van 12 uur later, wanneer het weer HoogWater aan het worden is op de Elbe.
Na ’t eten gingen we even de wal op, en hee, daar was de havenmeester. We vroegen ‘m waar de catamaran was..... Die bleek weg te zijn. Ha, maar hij was blij dat we de gele opbouw hadden gevonden. Vandaag tegen acht uur zou hij de brandkraan met een waterslang brengen.
En ja, dat deed hij. Met een auto bracht hij de brandkraan, die hij ergens in een put installeerde. De waterslang (met juiste koppeling) haalde hij bij een andere boot vandaan, en of ik de slang daar weer wilde brengen. Want die mensen hadden ook nog water nodig. Prima.
Ik heb gevraagd of we iets dichter bij het Sperrwerk aan de kade mochten liggen, daar hadden we waarschijnlijk een iets mooier uitzicht. Nou, dan mochten we nog wel even verderop, op de plek van de catamaran. Die zijn op vakantie nu. Hij zei “Komm mit”, en liet me de plek zien.
Hij bleek de tweede helft van de maand geen havenmeester te zijn, maar in dienst van Stadwerke Steinburg, als Projektabwicklung. Dat staat op zijn visitekaartje, dat ik kreeg om te bellen wanneer we langer dan twee dagen willen blijven. Okee.... Zou de havenmeester van de-rest-van-de-maand dat niet regelen dan? Het zal allemaal wel goed komen, en het is een lieve man. We noemen hem Gerd-Pieter. Gerd omdat –ie zo heet, en Pieter omdat hij enorm veel lijkt op een Pieter die we kennen, Pieter D.
Het had vannacht flink geregend, maar vanochtend was het best veel droog. We zijn naar een supermarkt gegaan, en na de koffie, toen het Sperrwerk weer gesloten was, zijn we verhuisd naar een plek ongeveer 100 meter dichter bij de Elbe. Een mooier plekje. Met ruimer uitzicht, onder andere op het Sperrwerk.
Gedurende de dag nam de wind flink toe. Wat zeg ik? Het waait als een malle. Met flinke regenbuien erbij. Maar daartussen is het droog (nu klink ik als Piet Paulusma....), en helemaal niet koud. Nog steeds lopen we in korte broek.
We hebben een rondje in de stad gelopen, hebben mooie panden en mooie deuren gezien, en bij de kerk leek het wel of de deur versierd was.
Er hingen vellen papier in rolletjes, en dat waren "Gute Worte für Schlechte Zeiten." Moedgevende verhaaltjes, psalmen en meer, voor als je het nodig hebt. Dan mag je er eentje pakken. Leuk idee!
Daarna zijn naar de buitenhaven gegaan om te zien wat daar allemaal aan boten lag. Pal in de wind. Het was bijna eb, we konden de droogvallende rand van de Elbe goed zien. We wilden nog een stuk langs de Elbe lopen, maar zagen dreigende donkere wolken aan komen en zijn gauw weer aan boord gegaan. Precies op tijd, want er kwam me toch een bui!
Tegen
half zeven gaf het Sperrwerk weer groen licht. Hee, dat is een half uur vroeger
dan aangegeven was. We zijn er even naar toe gelopen, en zagen dat er een paar andere
boten aan de lange steiger lagen. Die wachtsteiger mag ook gebruikt worden als
jachthavensteiger, door boten langer dan 30 voet (ongeveer 9 meter).
De
boten die er vanmiddag nog lagen, zijn waarschijnlijk met opkomend water verder
de Elbe opgegaan, richting Hamburg. Nu ligt er onder andere een Nederlands zeiljacht
uit Medemblik. Het waait er behoorlijk, wij liggen een stuk behaaglijker vinden
wij. Maar ja, wij hoeven/willen ook niet met LaagWater vertrekken. Dat gaat
niet vanuit de binnenhaven in verband met dat Sperrwerk.
Wanneer
we vertrekken, waarschijnlijk donderdag, zal dat met HoogWater zijn, omdat we
dan de stroming weer mee hebben naar Cuxhaven. Ons plannetje om misschien met
de boot naar Stade te gaan hebben we geschrapt. Zelfs ons plannetje om met de
veerboot en fiets naar Stade te gaan gaat waarschijnlijk niet door: de komende
dagen blijft het heel hard waaien en komen er veel flinke regenbuien. En ’t is 20
kilometer fietsen naar Stade. Ach, we zien wel, we vervelen ons vast niet.
Het
elektrisch kacheltje hebben we nu aan. Ongelofelijk, want het was vandaag niet
koud. Maar nu, door de wind en de regen, is het flink afgekoeld. En ach, het
helpt ook om de was (vandaag in een emmer gewassen) te laten drogen. We schommelen
af en toe door de wind, de regendruppels maken muziek op het dak, en binnen is
het lekker warm en gezellig.
De
Deense Koning Christian IV begon in 1617 met het bouwen van Glückstadt. Nou,
hij zal zelf wel niet gebouwd hebben, maar het schijnt dat het plan dat hij
maakte de volgende zin bevatte: “Dat schall glücken und dat mutt glücken, un
dann schall se ok Gluckstadt heten”. Nu wordt alles vertaald richting Geluk, en
warempel, wij voelen ons prima hier, ondanks de wind en de regen, en ook helemaal
niet opgesloten achter het Sperrwerk.