vrijdag 8 maart 2024

Op de Vecht

Het lag lekker in Enkhuizen. De klok tingelde elk kwartier en gaf daarna met slagen de tijd aan. Om even over half vier schrokken we wakker van lawaai op het dek. Het leken wel voetstappen. We schreeuwden en renden naar buiten. In ons blootje, maar ja, we gunden ons geen tijd om iets aan te trekken.

Toen we boven kwamen, "gewapend" met de grote zaklamp die bij het bed hangt, zagen we dat een jongen van een jaar of 20-25 op de wal stapte. Via de boegspriet, want dat was onze op- en afstap. Hij bleef nog even staan. Wij schreeuwden dat -ie op moest rotten. Hij pakte zijn telefoon, zei twee keer sorry en liep weg. 

Wat zou hij gewild hebben? Hidzer denkt dat hij de fietsen wilde stelen. Maar ja, die staan verpakt in de hoezen aan dek, en je kunt van buiten niet zien of ze op slot staan. Ik denk dat hij een slaapplaats zocht. 

De volgende keer moeten we wel de telefoon mee naar buiten nemen, om foto's te kunnen maken. Daar hadden we nu niet aan gedacht.

Maar goed, de dag begon wat slecht maar was verder prima. Een mooie halve wind, het zonnetje erbij, het was wel wat fris maar daar hadden we ons op gekleed, we hadden geen uitmuntend zicht maar wel ruim voldoende, en we zeilden tot de ingang van Muiden toe. Vlak voorbij Pampus draaide de wind nog even en nam flink toe, maar dat duurde maar heel even.

De sluiswachter (die we even "wakker" gebeld hadden) vertelde dat er al een boot of zes door de sluis gegaan waren. Dat hadden we niet verwacht, we hadden niemand gezien. Hij zei ook dat  hij de Spieringbrug zou bedienen, dus we moesten even rustig aan doen. Prima!

Tegen half drie lagen we aan de palen vlakbij het Pippi Langkous Huis. De wind waaide flink, maar de zon maakte het lekker warm binnen. Hier bleven we liggen, want de Spoorbrug van Weesp draait slechts om 6 minuten voor tien en 6 minuten voor elf. 

We deden een paar spelletjes SterretjesKeezen, en verwonderden ons over het lawaai. Nou, lawaai, dat viel mee, maar er vlogen helicopters over, en vliegtuigen, we hoorden auto's en de trein, en er kwamen een paar roei-ploegen langs. 

Maar we hadden een prima nacht. Om even over negenen belde ik de brugwachter van de Spoorbrug, die was al onderweg zei hij dus dat kwam wel goed. Okee, we waren wat aan de vroege kant, maar we konden prima liggen aan het remmingwerk, met de wind in de kont dus heel relaxed op één achterlijn.

In Weesp was de boodschappensteiger bezet door een Langligger (iemand die er weken of maanden blijft liggen), en aangezien het museum pas om half twee open gaat besloten we om door te varen. De brêgewipper kwam al gauw aanfietsen dus dat ging vlot.

De brêgewipper van de Uitermeerbrug, een klein half uur verderop, wilde met ons meedenken. Maar dat ging wat apart. Ik belde hem om een opening te vragen, en vroeg ook direct of we voor maandagmorgen 09:00 uur al een opening konden reserveren. Omdat we de Spooerbrug-opening van 09:54 uur wilden halen.

Nou, dat was prima, als ik een half uurtje vantevoren even wilde bellen. Okee. Even later belde hij terug: "de Uitermeerbrug draait slechts tot 16:30 uur mevrouw!" Jaha lieverd, ik hoef ook niet 's avonds, ik wil graag 's ochtends. Oh, dat was goed.

Hij kwam aanlopen, opende de brug (er stonden al gauw ruim 20 auto's te wachten!), wenste ons een fijn weekend en zei "tot maandag!". Fijn, dat heeft hij begrepen.

Ruim een half uur later lagen we in het mini-haventje van Nigtevecht. We wilden water tanken, maar de kraan was afgesloten. Jammer, nu doen we wat rustig aan. Ach, we hebben genoeg hoor, we maken ons geen zorgen.

Na de lunch stapten we op de fiets en met een klein omweggetje fietsten we langs de westkant van het Amsterdam-Rijnkanaal naar Weesp.


Ons doel was het museum. We waren er al twee keer geweest: één keer (op een dinsdag) was het museum gesloten (een beetje vreemd op Marktdag), en één keer was er een besloten partij. 

Driemaal is scheepsrecht, dus nu lukte het ons wel. We vroegen ons op de fiets af waar dat gezegde vandaan kwam, en we hebben het gevonden. Meneer Frederik August Stoett, een taalkundige uit Leeuwarden (1863 - 1936) heeft onderzoek gedaan naar het ontstaan van spreekwoorden. 

Hij verwijst naar gebruiken in het zeewezen waaruit blijkt dat driemaal ook op zee in vele gevallen “recht” was, zoals: De schipper was verplicht 3 maaltijden aan de bemanning te geven en een gestorven zeeman wordt met een “een, twee, drie, in godsnaam” over boord gezet.

Het museum heeft zijn plek in het oude stadhuis. Een prachtig stadhuis, dat voor een groot deel leegstaat omdat Weesp sinds twee jaar bij Amsterdam hoort.

We volgden de audiotour en leerden over het stadhuis, dat vroeger een gerechtsgebouw en later een politiebureau was.

De kleine expositie over Weesper porselein was leuk, die over kunstenaars die zich geïnspireerd voelden door Weesp en de Vecht vonden we wat saai. Leuk dat de Lange Vechtbrug afgebeeld was, want daar moeten we altijd door. En de twee molens langs de Vecht hebben we ook vaak gezien.




De tijdelijke expositie "Ongekend Weesp", over verhalen van inwonders van Driemond en Weesp, was erg klein en we vonden het niet zo bijzonder.

Maar de deurklinken van de toiletten waren wel weer een foto waard.

Via de Hema, waar ik veters kocht omdat die van mij bijna doorgesleten zijn, fietsten we langs de Vecht weer terug naar de boot. Het waaide flink maar we hadden het voor het grootste deel luxe voor de wind.

Een lekkere dag dus! Morgen naar Nederhorst den Berg, dat is een klein stukje varen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten